Nieuws
Cleveringahoogleraar: ‘We moeten waken voor institutionele borstklopperij’
De herdenking van Cleveringa is een belangrijke traditie, zei hoogleraar Gert Oostindie vorige week tijdens de Cleveringa-oratie, maar ‘nadenken over onze koloniale geschiedenis is belangrijk als remedium tegen een al te rooskleurig zelfbeeld’.
Susan Wichgers
donderdag 1 december 2022
Vuurgevecht van Nederlandse militairen op een Indonesische sawah, in 1946. © Spaarnestad/Hollandse Hoogte

Oostindie, emeritus hoogleraar koloniale en postkoloniale geschiedenis, bezet dit jaar de Cleveringaleerstoel, ter nagedachtenis aan hoogleraar Rudolph Pabus Cleveringa en zijn verzet tijdens de Duitse bezetting.

Tijdens zijn oratie ‘Moed en miskenning’ benadrukte Oostindie naast het belang van de herdenking ook de blinde vlekken ervan.
‘Tradities als de herdenking van Cleveringa’s rede dragen het risico mee van institutionele borstklopperij.’ Hij prees de oraties van zijn voorgangers, maar merkte op dat er slechts een keer eerder, in 1950, een oratie gewijd werd aan vragen rond het Nederlands kolonialisme.

En daarin bleven de ‘zeker drie miljoen Indonesiërs die slachtoffers werden van de Japanse bezetting, ongenoemd’.
Volgens Oostindie was Cleveringa’s kennis over Indonesië beperkt.

Conservatieve Cleveringa

‘Zijn denkwereld was bij uitstek Nederlands, hij werd tijdens de bezetting vermoedelijk alleen maar meer Oranjegezind, voelde zich persoonlijk sterk betrokken bij Wilhelmina, eredoctor van de Leidse universiteit; de waardering was wederzijds.

‘Net als de koningin kon hij zich maar moeilijk losmaken van het idee “Indië verloren, rampspoed geboren”, zeker gezien de zorgen om de wederopbouw van het berooide Nederland. Dat alles leidde tot de keuze voor een uiterst conservatieve opstelling. En dus tot miskenning van het Indonesische nationalisme.’

Er was weinig steun voor een onafhankelijk Indonesië in die tijd. ‘Alle reden voor diepe teleurstelling dus, onder Indonesiërs die hier tijdens de bezetting hun leven op het spel hadden gezet. Ik spreek over moed en miskenning. De moed van mensen als Cleveringa, maar hun miskenning van de gerechtvaardigde wens van Indonesiërs om ook hun vrijheid te bereiken en vorm te geven.’

Verkeerde kant

Die bespiegeling leidt tot een bredere vraag, vond Oostindie: ‘Moet de universiteit zich uitspreken over hedendaagse politiek, nationaal en internationaal? Nadenken over onze koloniale geschiedenis is belangrijk als remedium tegen een al te rooskleurig zelfbeeld.

‘Maar we zullen ook verder moeten kijken, en dat gaat veel verder dan praten over diversiteit op onze universiteit, in onze samenleving. De koloniale geschiedenis in enge zin is vrijwel voorbij, maar de erfenissen werken door, of het nu gaat om racisme, ongelijkheid of climate injustice.

‘Daarop reflecteren behoort óók tot de taken van onze universiteiten. Vaststellen dat Nederland in het koloniale verleden “aan de verkeerde kant van de geschiedenis” stond is vooral zinvol als het ons helpt herhaling te voorkomen. Maar daarvoor is er geen recept.’