Nieuws
UD’s hebben moeite met doorgroeien
Een groeiend aantal UD’s (universitair docenten) binnen de faculteit Geesteswetenschappen maakt zich ‘ernstige zorgen’ over de doorgroeimogelijkheden van UD’s naar de positie van UHD’s (universitair hoofddocenten).
Sebastiaan van Loosbroek
woensdag 10 juli 2019

Dat schrijft faculteitsraadslid Adriaan Rademaker aan het faculteitsbestuur van Geesteswetenschappen. Volgens Rademaker ervaren UD’s een ‘structureel gebrek aan loopbaanperspectief’, onder meer doordat de faculteit een lijst met eisen hanteert die ‘ruim liggen boven wat gangbaar is in onze buurlanden’. Daardoor is het voor UD’s, ook die met een internationale staat van dienst en bestuurlijke ervaring, vaak moeilijk om door te groeien tot UHD.

‘Leiden loopt daarmee internationaal uit de pas, wat bijvoorbeeld leidt tot ongemakkelijke taferelen op internationale congressen, als ervaren Leidse wetenschappers met een internationale reputatie moeten uitleggen waarom ze maar geen carrière lijken te maken’, schrijft Rademaker.

Hij wil dat het faculteitsbestuur beleid voert om deze medewerkers meer uitzicht te bieden op doorgroeimogelijkheden. Rademaker: ‘Het is zeer zorgelijk dat een groot aantal collega’s ervaart dat hun carrière in een impasse is geraakt.’

De functies zijn gespreid als 'een waterhoofd'

‘We proberen het aantal UD’s, UHD’s en hoogleraren zoveel mogelijk in evenwicht te houden’, schrijft het faculteitsbestuur in een reactie. Maar tegelijk geeft het bestuur aan dat er ‘in zijn algemeenheid weinig posities beschikbaar’ zijn. Dat heeft meerdere redenen. Ten eerste wordt al langer het aantal ‘gewone’ docenten teruggedrongen, wat leidt tot meer UD’s voor functies die eerder door gewone docenten werden ingevuld. Ten tweede is er beperkte financiële ruimte. Een derde reden is dat er weinig doorstroom is bij de medewerkers op hogere posities, zodat er vaak pas weer een plekje vrij komt als een medewerker met pensioen gaat.

Volgens het bestuur zijn de functies van UD’s, UHD’s en hoogleraren gespreid als  ‘een waterhoofd’ en is ‘het streven te komen tot een meer piramidevormig geheel’. Daar is al een begin mee gemaakt, zei bestuurslid Mirjam de Baar in de faculteitsraadsvergadering. ‘We hebben aan alle instituten een bestaffingsplan gevraagd.’ Daarin moeten de instituten aangeven hoe de opbouw van het personeelsbestand er de komende jaren uit zal zien, zodat de faculteit beter zicht krijgt op de verhouding tussen UD’s, UHD’s en hoogleraren.

Bestuurslid Egbert Fortuin beaamde in de vergadering dat die verhouding nu niet goed is. ‘Er zijn teveel hoogleraren en te weinig UHD’s. Dat is een punt van aandacht.’