Columns & opinie
The Matrix is geen fantasie meer
'Ik realiseerde me dat ook ons iets wordt voorgespiegeld wat steeds meer lijkt op fantasie - namelijk dat we onafhankelijke wetenschappers zijn die aan een onderwijsinstelling werken in plaats van bij een bedrijf dat draait op door studenten behaalde studiepunten.'
Remco Breuker
donderdag 10 oktober 2019

Zoals het nu eenmaal hoort bij een goede opvoeding heb ik het afgelopen weekend de Matrix-trilogie gekeken met mijn zoons, al kan ik mezelf wat dit betreft ook niet vrijpleiten van een poging tot enig weekendescapisme. De eerste film uit de trilogie is nu twintig jaar oud en ik keek dan ook met twintig jaar oudere ogen die heel andere dingen zagen dan de eerste keer dat ik The Matrix zag.

Wat me vooral opviel (naast de nu toch wel wat houterig overkomende krijgskunstverrichtingen van Keanu Reeves) was hoezeer mijn blikveld gekrompen was in de tussenliggende tijd. Waar ik in 1999 - als armlastige beursstudent in Seoul - in de film nog een krachtige allegorie had gezien voor de universele strijd tussen the powers that be en de gewone man/vrouw, zag ik nu slechts mijn directe eigen omgeving terug. Waar ik in 1999 de beroemd geworden keuze voor hoofdpersoon Neo tussen de rode pil en de blauwe pil nog zag als de keuze die ieder van ons op een gegeven moment moet maken om onrecht en misstanden wel of niet te zien en al naar gelang die keuze te handelen, bleek mijn voorstellingsvermogen in 2019 zodanig geslonken dat ik daar geen echte keuze meer in kon zien.

In de film is de Matrix een structuur die eenieder die er deel van uitmaakt een valse realiteit voorspiegelt om ondertussen zoveel mogelijk energie uit de mensen te slurpen. Die hebben niets in de gaten omdat de valse realiteit voor hun de enige werkelijkheid is. De rode pil laat je de ware werkelijkheid zien, de blauwe houdt je onwetend, maar min of meer gelukkig of in ieder geval tevreden met je lot. Onze hoofdpersoon kiest de rode pil en zijn leven zal nooit meer hetzelfde zijn (de filmgeschiedenis overigens ook niet), want de rode pil introduceerde niet alleen de ware werkelijkheid, maar ook de oppermachtige - en ook houterig vechtende - enforcer van de Matrix, de lugubere Agent Smith.

In 1999 was de Matrix voor mij een fantasie. Een overtuigende, pakkende, zelfs treffende fantasie, maar een verzinsel. Zo ook Agent Smith.

We spoelen door naar 2019, als ik niet langer een armlastige beursstudent in Seoul ben, maar hoogleraar Koreastudies aan deze universiteit. De Matrix is echter geen fantasie meer, want ik werk al tien jaar in wat de universiteit een matrixstructuur noemt.

Hier, gewoon in het Leidse, is de Matrix al jaren maatgevend. Zonder die mooie naar beneden vallende groene schermtekens helaas, maar met het opheffen van de vakgroepen, met het wegvallen van beslissingsbevoegdheden op programmaniveau, met het heilig verklaren van onderwijs ten koste van onderzoek, met de introductie van de almachtige instituten. En met de rule of the spreadsheets.

Tijdens het kijken werd ik geconfronteerd met de woordenboekdefinitie van ironie. Ik realiseerde me dat ook ons iets wordt voorgespiegeld wat steeds meer lijkt op fantasie - namelijk dat we onafhankelijke wetenschappers zijn die aan een onderwijsinstelling werken in plaats van bij een bedrijf dat draait op door studenten behaalde studiepunten - en dat die hele matrixstructuur er net als in de film is om zoveel mogelijk in onderwijsuren en ECs omzetbare energie uit ons te slurpen.

De onverbiddelijk tot navolging van de regels manende Agent Smith en zijn vele incarnaties zijn de spreadsheets, die bepalen wie wat wanneer doet en in welke mate. Net als in de film dienden deze ooit de Matrix, maar gingen ze op een gegeven moment een eigen leven leiden, zich vermenigvuldigend en voldoend slechts aan de eigen logica, niet noodzakelijk nog hetzelfde als die van de Matrix, laat staan die van het grotere geheel.

De kloof tussen de voorgespiegelde werkelijkheid waarin alle tijdgebrek een kwestie van tijdmanagement aan jóuw kant is, je nooit te veel studenten kunt hebben, en bezuinigingen eigenlijk investeringen zijn, en de ware werkelijkheid van lokaal uitgevoerd maar centraal verordonneerd ministerieel beleid dat steeds minder per student betaalt maar per medewerker meer eist, wordt overbrugd door de immer waakzame Agents Smith en hun koude logica.

Tijd voor een rode pil wellicht? Ik maak me wel zorgen wat er gebeurt als we allemaal besluiten die rode pil te slikken, maar wellicht dat we voorzichtig kunnen beginnen met dat rode vierkantje waarvan we er tijdens de openingen het academisch jaar zoveel hebben gezien. Het is dat of een onuitputtelijk recept voor potjes blauwe pillen die permanent escapisme mogelijk maken. Waar een avondje film allemaal niet toe kan leiden.

Remco Breuker is hoogleraar Koreastudies