Columns & opinie
Stop de mannelijke arrogantie
Als we af willen van alle mediageile mannelijke ‘experts’ die in radio- en tv-programma’s onzin verkopen, moeten we er vroeg bij zijn. Hier ligt een taak voor universitair docenten.
Marit de Roij
dinsdag 28 april 2020

Een voordeel van de coronacrisis is dat bestaande problemen zich nog scherper aftekenen tegen de achtergrond van de lockdown. Al jaren speelt in de media het probleem dat er veel minder vrouwen dan mannen als deskundige worden opgevoerd in televisie- en radioprogramma’s. We weten niet beter of we zien jaar in jaar uit dezelfde mannelijke experts op onze beeldschermen. Nu pas valt het op dat ze verbijsterende nonsens uitkramen.

In de afgelopen week alleen al zagen we een opiniepeiler fel in discussie gaan met een gerenommeerd viroloog en roepen dat anderhalve meter afstand houden niet nodig is, een marketingprofessor opperen dat Nederland langzaam van het slot kan voor mensen onder de vijftig en een psycholoog oproepen tot een opstand omdat de maatregelen volgens hem te ver gingen.

Jan en alleman denkt het plotseling beter te weten dan de teams vol ervaren RIVM-wetenschappers uit verschillende disciplines die alle relevante data en belangen in complexe modellen tegen elkaar afwegen. Deze mannen en hun collega-experts verkopen al jaren onzin over onderwerpen waar ze geen verstand van hebben, maar nu vallen bij het publiek de schellen pas van de ogen. Dat momentum kunnen we gebruiken.

Redacties van televisieprogramma’s, radio’s en kranten bellen eerder mannelijke gasten op omdat vrouwen over het algemeen te genuanceerd zijn. Ze zeggen minder domme dingen en creëren minder ophef, wat belangrijk is voor de clicks en kijkcijfers. Maar bovenal: ze zeggen vaker nee.

Er is in dit land geen televisieredactie te vinden die niet regelmatig verzucht heeft dat vrouwen gewoon niet willen komen. Redacties proberen het wel, maar krijgen voortdurend nul op het rekest. Vrouwen zijn te onzeker over de eigen kundigheid, wordt gezegd. Hetzelfde gebeurt bij wetenschappelijke panels en evenementen.

En stuk voor stuk trekken de waarnemers van dit probleem dezelfde conclusie: vrouwen moeten minder onzeker zijn en vaker ja zeggen.

Fout.

De oplossing ligt juist aan de andere kant: mannen moeten vaker nee zeggen. Aan nog meer mensen op tv die onvoldoende verstand hebben van het onderwerp waar ze over spreken hebben we niets, aan mannen die inzien dat hun kennis niet over zes verschillende vakgebieden reikt wel.

‘Heb je studenten in je college die zich door de discussies bullshitten? Zeg dat ze uit hun nek lullen!’

Maar je krijgt de arrogantie niet zomaar uit de man. Je moet zorgen dat die daar nooit kan postvatten. En daarom moet je er vroeg bij zijn. We hebben allemaal wel die werkgroepen meegemaakt waarin mannelijke studiegenoten de discussies beheersten met oeverloze betogen waarin in feite heel weinig gezegd werd. De ene week wisten ze alles over de socratische methode, de andere week waren ze expert op het gebied van volkenrecht. Het kwam niet bij ze op dat ze het woord bij bepaalde onderwerpen beter aan anderen konden laten. Daar werden ze namelijk nooit op gewezen. En daar ligt een taak voor docenten.

Heb je studenten in je college die zich week na week door de discussies bullshitten? Zeg het ze. Laat het ze weten wanneer ze uit hun nek lullen, wanneer ze uitspraken doen over onderwerpen waar ze duidelijk te weinig over hebben gelezen. En wees niet bang dat de discussies met hun zwijgen helemaal dood zullen vallen: er zullen juist meer studenten gemotiveerd raken om van zich te laten horen.

Wanneer zwetsers vroeg ondervinden dat ze van heel veel dingen niets begrijpen, zal dat doorwerken in de keuzes die ze later maken. Juist op de universiteit moeten ze dat leren, een belangrijk doel van universitair onderwijs is immers studenten laten inzien hoe weinig ze weten.

In mijn vakgebied zie ik regelmatig letterkundigen de politieke ontwikkelingen en internationale betrekkingen van Rusland duiden. Het komt in deze mensen niet eens op dat ze ongekwalificeerd zijn om onderwerpen te becommentariëren waar collega’s al hun hele carrière dagelijks wetenschappelijke literatuur over lezen en schrijven, omdat het ze nooit verteld is.

Het percentage mannen en vrouwen op tv interesseert mij persoonlijk geen zier, als er maar op basis van expertise gesproken wordt. En vrouwen blijken een stuk beter te zijn in het inschatten van de eigen deskundigheid. Laten we dat prijzen, en ze niet oproepen om te veranderen. De arrogantie van mediageile mannelijke ‘experts’, die moeten we veranderen.

 

Marit de Roij studeerde geschiedenis en Russische studies in Leiden en volgt nu een vervolgmaster in Oxford