Nieuws
Selectie niet effectief
Selectie aan de poort bij masteropleidingen heeft geen invloed op de kwaliteit: ze scoren namelijk net zo hoog als masters die géén selectie hebben. De grootte van de opleiding heeft meer invloed op de score.
Anoushka Kloosterman
donderdag 7 maart 2019

Dit meldt de Keuzegids naar aanleiding van hun eigen onderzoek naar de kwaliteit van masteropleidingen, op basis van onder andere resultaten van de Nationale Studenten Enquête.

Voor sommige masters moeten aankomende studenten eerst door een selectie heen: dat kan een motivatiebrief zijn, een sollicitatiegesprek, of simpelweg een cijferlijst. Voor andere masters is geen toelating nodig, als je de juiste ooropleiding hebt.

Maar dat studenten eerst door hoepels moeten, heeft geen invloed op de waardering van de opleiding zelf, zegt de Keuzegids. De studenten waarderen de opleiding evenveel als studenten die meteen konden beginnen. Dit gaat overigens niet op voor researchmasters: ‘Het enige type selectieve master waar wel hogere resultaten te zien zijn’, aldus de Keuzegids. Maar: ‘Niet het selectieve deurbeleid, maar de opleidingen zelf lijken hier de verklaring voor hoge kwaliteit.’

Een betere voorspeller voor kwaliteit is omvang: kleine opleidingen scoren beter. Masters met minder dan twintig eerstejaars scoren vaak bovengemiddeld, terwijl opleidingen met meer dan 200 instromers juist een lage score halen.
In Leiden wordt bij bijna dertig procent van de masteropleidingen geselecteerd, en hangt daarmee qua selectie rond de middenmoot. Wageningen staat bovenaan, met 71 procent. Technische universiteiten selecteren het minst.