Nieuws
‘Renteverhoging op studieschuld is niet legaal’
De renteverhoging op de studieschuld is in strijd met een verdrag van de Verenigde Naties, stellen het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) en het Landelijk Studenten Rechtsbureau (LSR). De Eerste Kamer stemt 4 juni over het wetsvoorstel.
Susan Wichgers
donderdag 23 mei 2019

Voorzitter van LSR Brechje Keukens ontdekte de bepaling in het VN-verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, dat Nederland geratificeerd heeft. Daarin staat dat onderwijs geleidelijk kosteloos moet worden, om het recht op onderwijs en de toegankelijkheid te waarborgen.

Dat klopt dus niet met het wetsvoorstel van de renteverhoging, legt ze desgevraagd uit. ‘Het had gekund als het noodzakelijk zou zijn voor de kwaliteit van het onderwijs’, zegt Keukens. ‘Maar het is niet noodzakelijk, want het geld gaat rechtstreeks naar de staatskas, niet naar de verbetering van het onderwijs. Deze maatregel is regressief, het zou echt een stap terug zijn.

Tom Barkhuysen, advocaat bij Stibbe en hoogleraar staats- en bestuursrecht, vocht in 2012 de langstudeerboete aan: ‘Toen konden we ons beroepen op rechtszekerheidsargumenten en gelijke behandelingsargumenten: mensen hadden bijvoorbeeld niet genoeg tijd om zich op de nieuwe wet voor te bereiden.’

De renteverhoging is een ander verhaal, legt Barkhuysen uit. ‘Zo’n bepaling laat veel ruimte voor interpretatie van de rechter. “Streven naar kosteloos onderwijs”, wat betekent dat? Dat kan ook over honderd jaar pas zijn.’

'Het wetsvoorstel kan wel bij de rechter kunnen worden aangevochten, maar dat heeft niet heel veel kans van slagen’

In eerdere procedures over soortgelijke onderwerpen geeft de rechter dan ook vaak ruimte aan een staat om toch meer geld te vragen voor onderwijs. ‘Ondanks de bepaling kan dat nog goed verdedigbaar zijn. Na een eventuele instemming in de Eerste Kamer zou het wetsvoorstel wel bij de rechter kunnen worden aangevochten, maar gezien de jurisprudentie heeft dat niet heel veel kans van slagen.’

De organisaties wachten nu eerst de stemming in de Eerste Kamer af. Keukens: ‘Stel dat het aangenomen wordt, dan gaan we kijken naar mogelijke juridische stappen. Maar het zal inderdaad moeilijk worden om ons op de bepaling te beroepen.’

Bij het verdrag zit daarnaast een facultatief protocol, een soort bijlage, waarin staat dat burgers naar een comité kunnen stappen als ze menen dat de staat hun rechten schendt. Nederland heeft dat gedeelte niet geratificeerd. Volgens Keukens is dat ook reden tot zorg.

‘Plat gezegd: alle Westerse landen hebben het geratificeerd, behalve Nederland en Ierland’, stelt Keukens. ‘Grote mensenrechtenorganisaties roepen al jaren op om te ratificeren. De overheid blijft zeggen “dat ze het nog aan het onderzoeken zijn”. Ik kan de reden wel bedenken.’