Nieuws
Rechter trekt streep door Leids beleid tegen verkamering
De manier waarop de gemeente Leiden de verkamering reguleert deugt op verschillende punten niet, blijkt uit twee recente gerechtelijke uitspraken. De gemeente moet haar verkameringsbeleid repareren.
Joran Neyen
donderdag 19 januari 2023
Beeld Bas van der Schot

Verkamering is al jaren een moeilijk onderwerp in de Leidse gemeentepolitiek. In juli 2019 voerde de gemeente een vergunningsplicht in voor verkamerde woningen, waardoor woningen die eerder al legitiem waren verkamerd plotseling illegaal werden verklaard.

Dit maakte de woonsituatie van veel studenten van de ene op de andere dag onzeker en onduidelijk, wat leidde tot onvrede en kritiek. De gemeente rechtvaardigde dit beleid door te wijzen op de schaarste op de woningmarkt en op de overlast die omwonenden van de studentenhuizen beweerden te ervaren.

Fouten

De rechter heeft nu geoordeeld dat er fouten in dat beleid zitten. Dat blijkt uit de uitspraak die de Rechtbank Den Haag deed op 21 december 2022 in een zaak die eigenaars van een verkamerde woning tegen de gemeente Leiden hadden aangespannen. Ook in een tweede zaak kwam de rechter tot die conclusie.

Zo hanteerde de gemeente onterecht een vergunningsplicht voor verkamerde huizen in de duurdere woningsegment. De gemeente mag volgens de Huisvestingswet uit 2014 alleen een dergelijke vergunningsplicht invoeren als er sprake is van schaarste op de woningmarkt. De gemeente is er niet in geslaagd om aan te tonen dat dit geldt voor huizen uit het dure segment.

Uitsluiting onredelijk

Omdat de gemeente al langer moeite heeft de verkameringsregels van een wettelijke grond te voorzien voerde Leiden in 2021 een tijdelijke verkameringsstop in, in afwachting van nieuwe landelijke regels.

Er werden vanaf toen helemaal geen vergunningen meer voor verkamering verleend omdat de gemeente bang was dat die vergunningen later zouden worden ontbonden door de rechter.

Volgens advocaat Paul de Lange, die de huiseigenaars in een van de zaken vertegenwoordigde, stelt de rechtbank dat die verkameringsstop mogelijk geen stand zal houden. Een volledige uitsluiting van vergunningen zou onredelijk zijn, werd in een eerdere rechtszaak al besloten.

Daarnaast betwijfelt de rechter of de gemeente wel genoeg rekening houdt met de belangen van huurders en eigenaars van woningen die eerder legaal zijn verkamerd. De gemeente hanteert geen overgangsrecht voor legale verkameringen van na april 2007, met als gevolg dat studenten die voorheen gewoon legaal huurden onder het nieuwe beleid op straat kunnen worden gezet.

Zeer frustrerend

Mitchell Wiegand Bruss, fractievoorzitter van de partij Studenten voor Leiden (SVL) in de gemeenteraad, is kritisch op het beleid. ‘Het is gestoeld op discriminerende maatregelen om het aantal studentenhuizen in de binnenstad fors tegen te gaan. Het lijkt erop dat studenten niet serieus worden genomen in hun woonpositie.’

Volgens SVL waren de verkameringsregels nooit verdedigbaar en dat blijkt volgens Wiegand Bruss nu ook uit de uitspraak van de rechter. Dat het tot een rechtszaak moest komen om het beleid te veranderen noemt hij ‘zeer frustrerend’.

De uitspraak van de rechter zal vermoedelijk grote gevolgen hebben voor het nieuwe huisvestingsbeleid dat de gemeente wil invoeren. De gemeente laat in een schriftelijke reactie weten dat de uitspraak van de rechter zal worden meegenomen bij het opstellen van dit nieuwe beleid, ‘zodat er sprake zal zijn van een juridisch houdbaar stelsel’.