Nieuws
Prinsjesdag levert niets op: universiteiten krijgen geen extra geld
Er wordt komend jaar niet extra geïnvesteerd in het wetenschappelijk onderwijs, ondanks de nadrukkelijke wens vanuit het wetenschappelijk personeel.
Sebastiaan van Loosbroek
donderdag 19 september 2019

Dat blijkt uit de Miljoenennota en de Onderwijsbegroting van het ministerie van OCW die op Prinsjesdag zijn gepubliceerd.

Al langere tijd snakken de universiteiten naar meer geld, onder meer om de hoge werkdruk aan te pakken. Met het uitblijven van dat extra geld, is het niet waarschijnlijk dat de werkdruk op korte termijn lager wordt.

In de Miljoenennota staat dat er in totaal 39,1 miljard euro naar cultuur, onderwijs en wetenschap gaat. Verwar dat niet met de bijna 43 miljard die in de onderwijsbegroting wordt genoemd: het verschil zit hem in de gelden die het ministerie verwacht uit te geven aan studieleningen, verklaart Michiel Hendrikx, woordvoerder van onderwijsminister Van Engelshoven, desgevraagd. ‘Dat bedrag wordt niet meegenomen in de Miljoenennota, omdat dat geld op termijn weer terugkomt.’ Van die 39,1 miljard gaat ruim 5,2 miljard naar wetenschappelijk onderwijs. Ter vergelijking: vorig jaar was dat 4,9 miljard. Nu is dat dus 6 procent meer, maar volgens universiteitskoepel VSNU betekent dat niet dat de universiteiten daadwerkelijk meer geld te besteden hebben: ‘Het aantal studenten is ook toegenomen’, zegt woordvoerder Bart Pierik. Die toename is 8 procent, volgens de laatste cijfers.

Door het uitblijven van extra investeringen blijkt dus geenszins geluisterd te zijn naar de wens van de universiteiten om de herverdelingsplannen van de Commissie Van Rijn op de schop te nemen. En dat terwijl minister Van Engelshoven in haar speech bij de opening van het academisch jaar nog wees op ‘hoe cruciaal wetenschap en innovatie zijn voor onze toekomst’. Op basis van de begroting ziet het ernaar uit dat het plan om geld van de alfa’s en gamma’s naar de bèta’s over te hevelen dus doorgaat.

'Die 226 miljoen kun je niet stellen als een bezuiniging'

Verder rept de begroting over een bedrag van 226 miljoen euro dat ‘technisch is ingeboekt ten laste van de onderwijsbekostiging in het hoger onderwijs’. Dat bedrag is geld dat het ministerie niet krijgt vanwege het niet doorgaan van de renteverhoging op studieschuld. Hoewel sommige media schrijven dat die 226 miljoen een regelrechte bezuiniging is, heeft Hendrikx een andere lezing: ‘Door het niet doorgaan van de rentemaatregel, mist de rijksbegroting inkomsten. Die moeten ergens op de begroting worden neergezet. Het woord ‘technisch’ betekent dat er nog geen inhoudelijke beslissing is genomen over waar dat geld vandaan moet komen. Dat kan nog alle kanten op, dus je kunt het niet stellen als een bezuiniging.’

Een concretere tegenvaller betreft de 148,3 miljoen euro die naar DUO gaat, voor onderhoud aan de ICT. Dat wordt weggehaald van de in totaal 1 miljard euro die wordt gebruikt om te compenseren voor inflatie. In totaal blijft daarvan dus nog ruim 850 miljoen euro overeind.

De begroting bevat ook een paar positieve noten. Zo blijft de halvering van het collegegeld in het eerste jaar van kracht. Verder is, verdeeld over twee tabellen, af te lezen dat er dit jaar ruim 226 miljoen euro wordt geïnvesteerd in kwaliteitsafspraken. Het grootste gedeelte, 140 miljoen, gaat naar de hogescholen. De overige 86 miljoen gaat naar de universiteiten.

Dit geld is vrijgekomen door de invoering van het leenstelsel en is bedoeld om de onderwijskwaliteit te bevorderen. Waar het geld in wordt geïnvesteerd, kan per onderwijsinstelling verschillen. Wel was al bekend dat deze investeringen eraan zaten te komen, dus van een cadeautje aan het hoger onderwijs is geen sprake.