Columns & opinie
Waarom Wij Het Allemaal Beter Weten (maar straks hopelijk niet meer)
Ik wacht met smart op het moment dat 17 miljoen allround betweters weer durven toe te geven dat ze geen ene snars van dingen snappen.
Maia de Quay
woensdag 10 maart 2021

Mondkapje op, mondkapje af. Terrassen open, terrassen dicht. Avondklok nodig, avondklok kut.

Het mag dan al maart zijn, maar zonder dat we het doorhadden is de verkiezingstijd al maanden bezig. Met 2020 als onvoorzien coronajaar hebben politici hun achterban al die tijd door de virusperikelen weten te trekken met zwakke oneliners, tweets gevuld met irritante emojis (want zo praten jongeren toch?! :) <3 <3), en heel. Veel. Slap. Gelul.

We mogen bijna stemmen en de informatie waarmee we naar het stemhokje worden gestuurd is naast wat gekke anekdotes over zussen en schaatsen vooral onze eigen reactie op de afgelopen tijd; zowel letterlijk als figuurlijk besmet met corona zullen we de 17e een vakje rood kleuren.

En hoe zag die besmetting eruit? Zoals gezegd speelden politici een noemenswaardige rol, maar we mogen zeker onszelf niet vergeten. Wat de afgelopen maanden namelijk ook duidelijk is geworden, is dat iedereen en zijn moeder door het virus een corona-gerelateerde nevenfunctie gekregen lijkt te hebben.

Het valt niet meer te tellen hoe vaak ik de zin ‘De meeste Nederlanders vinden…’ heb gelezen, interviews heb gezien met corona-ontkenners of naar de Doutzens van deze wereld heb geluisterd die denken dat je corona kan bestrijden met twee lepels honing, een straal zon en warmte in je hart.

In dit desolaat onontgonnen land geldt: ‘Geen idee waar ze voor staan, maar er valt wat te kiezen’

We hebben in het afgelopen jaar zo’n 17 miljoen Nederlanders leren kennen als virologen, staatsrechtgeleerden en allround betweters. Of we Hugo de Jonge een zak hooi vinden of Famke Louise een ongeïnformeerde puber met een te groot publiek, het moge duidelijk zijn dat Wij Het Allemaal Beter Weten.

Wat er overblijft in deze ‘eens in vier jaar’-tijd zijn politici die het virus dan wel gebruiken om te laten zien hoe verantwoord ze ermee omgaan en hoe verkiesbaar ze wel niet zijn, dan wel doen alsof het niet bestaat en trappen tegen alles dat de naam overheid of RIVM draagt.

Vervolgens eindigt elk argument over een onderwerp dat niét corona is met de woorden ‘juist nu’ of ‘want iedereen heeft het al zo zwaar’, en weet ik niet meer wat links of rechts is.

In dit desolaat onontgonnen land van een maand geldt meer dan ooit wat Jip van den Toorn in de Volkskrant zo mooi stelde: ‘Geen idee waar ze voor staan, maar er valt wat te kiezen.’

Ik wacht met steeds meer ongeduld op het moment dat we weer vaker toegeven dat de de meeste Nederlanders geen ene snars van de meeste dingen weten, en politici hun one-issueverhalen ook echt one-issue laten zijn. Wie had dat toch ooit gedacht.


Maia de Quay
studeert rechten