Columns & opinie
Stop met klappen na college, het is tenenkrommend
Omar Ghaly
donderdag 19 januari 2023

Wanneer een mens een scriptie moet schrijven vindt hij creatieve manieren om dit zo lang mogelijk uit te stellen. Sommigen gaan thuis schoonmaken en hun kamer opnieuw inrichten, anderen gaan ineens lunchen in te dure broodjeszaken. Soms echter, is een dag zo leeg dat je niets anders kunt bedenken dan… werken aan je scriptie.

Zo ging ik voor de kerstvakantie naar de UB met het idee om toch maar te gaan zitten aan mijn academische magnum opus. Gelukkig trof ik in de UB twee koffiedrinkende dispuutsgenoten. Een van hen was net op weg naar zijn afsluitende college antieke wijsbegeerte. Ik zei hem dat ik tot Megara en terug zou wandelen om met hem dat college te volgen. Hoefde ik toch weer een dag niet aan mijn scriptie te zitten.

Het college verliep zonder verdere bijzonderheden. De echte filosofiestudenten zaten achterin en de à la carte hobbyisten zaten dichter bij de docent en stelden vanaf daar hun vragen. Aangezien dit het laatse college in de reeks was, vonden sommige studenten het nodig om na afloop te applaudisseren.

Tenenkrommend vind ik dat geapplaudisseer. Denk maar eens na wanneer je het gepast vindt om te applaudisseren. Dat doe je na een voorstelling in het theater, na een optreden bij het open podium van de school van je nichtje of na een voetbalwedstrijd, wanneer je team heeft gewonnen. Op momenten, kortom, waar het hoort.

‘Je kijkt naar een soort cabaretier maar dan net wat saaier’

Je laat je waardering zien voor het optreden van de ander en je plaatst jezelf in een bepaalde verhouding. Jij behoort tot het publiek, degene voor wie je applaudisseert is een performer. Daarom is het gek wanneer mensen klappen na een geslaagde landing van een vliegtuig. De verhouding klopt niet. Niemand zit in het vliegtuig om de kunsten van de piloot te bewonderen, je zit in het vliegtuig om van A naar B te gaan.

Zo zit het ook met docenten. Klappen na het college impliceert dat je jezelf als lid van een publiek ziet en de docent als performer. Je kijkt naar een soort cabaretier maar dan net wat saaier. Je applaudisseert omdat je hebt gekeken naar een voorstelling of een soort lezing, maar dat is niet zo. Je hebt college gevolgd en dat is fundamenteel iets anders.

Een van de meest bijzondere verhoudingen die je tegenkomt in je leven is die van docent tot student. Als student bevind je je in een kwetsbare positie, je wilt je intellectueel ontwikkelen, eigen gedachtes gaan formuleren, maar dat gaat niet zomaar. Voor je het weet beland je op een intellectueel dood spoor waarin je gaat geloven in waanideeën als een Matrix of Andrew Tateïaans masculinisme en verschijn je bij Op1 met te veel gel in je haar. Dan grijpt de docent in, stuurt bij, laat je kennis maken met auteurs en ideeën die wél de moeite waard zijn.

Ik heb het voorrecht om een aantal goede docenten te hebben gehad. Overigens bijna exclusief in de setting van een werkgroep met een kleine hoeveelheid deelnemers.

Voor geen enkele van hen heb ik geapplaudisseerd. Wél hebben zij mijn leven in positieve zin veranderd, sommige lessen pas ik dagelijks toe, ze hebben mijn denken naar een hoger plan weten te tillen. Dat besef is me dunkt een groter compliment dan een applaus dat een paar seconden duurt en dan weer wegsterft.