Columns & opinie
Een stille mars voor alle gevallen fietsen
Verleden weekend was het weer tijd voor de jaarlijkse overname van de Leidse binnenstad voor het grootste volksfeest boven de rivieren. Iedere Leidenaar heeft zo zijn eigen ritueeltjes die bij de derde van oktober horen.
Omar Ghaly
donderdag 7 oktober 2021

De één kan de reveille niet missen, de ander zou er niet aan durven denken het jaarlijkse optreden van Barry Badpak over te slaan. Ikzelf heb ook zo mijn eigen ritueel.

Iedere 2 oktober pak ik in de ochtend mijn fiets en loop ik naar het station om hem daar te stallen. Ik woon midden in het crisisgebied dat in de volksmond ook wel ‘kermis’ heet en als ik geen voorzorgsmaatregelen zou nemen, dan zou mijn fiets ofwel gestolen, ofwel onherkenbaar verminkt worden.

Dit ritueeltje breid ik ieder jaar een beetje uit. Zo ontbijt ik eigenlijk steevast met een berlinerbol, de kraam staat immers toch voor mijn voordeur. Ik overweeg om volgend jaar een select gezelschap uit te nodigen om mee te lopen. Als een stille mars voor alle gevallen fietsen tijdens Leids Ontzet. Volgens mij is dit hoe tradities geboren worden.

De kermis is hoe ik me voorstel dat Geert Wilders Nederland graag zou zien

Op mijn weg terug kijk ik met graagte mijn ogen uit. De kermis is hoe ik me voorstel dat Geert Wilders Nederland graag zou zien. De mensen lopen naar Wimpies Prijzenpaleis waar de schlagermuziek uit de geluidsinstallatie knalt.

Daar kunnen ze dan een malafide spel spelen dat je niet kan winnen maar af en toe toch op een wonderbaarlijke manier resulteert in een prijs, bijvoorbeeld een schattige eendenknuffel. Die kunnen ze dan een navenant schattige naam geven als, ik zeg maar wat: Mr. Duckling, en dan kan iedereen weer vrolijk naar huis.

Vrolijk zijn de mensen sowieso met 3 oktober. Later op de avond zie ik steeds meer groepen mensen die in een wel erg jolige bui zijn. Het zijn zonder uitzondering groepen jongens, meestal een stuk of zes, die allemaal net een paar drankjes te veel op hebben.

Er is er altijd één die, wijs als hij is, zijn vrienden berustend toeknikt en zegt: ‘Ja, drie-oktoberprijzen hè?’

Als je de onderlinge gesprekken afluistert zijn het vooral klachten over hoe duur de drankjes die ze te veel op hebben wel niet zijn. En er is er altijd één die, wijs als hij is, zijn vrienden berustend toeknikt en zegt: ‘Ja, drie-oktoberprijzen hè?’ Waarna de simpelste ziel van het hele clubje van treurnis en om ook wat te zeggen te hebben maar Ik Ga Zwemmen van Mart Hoogkamer inzet. Het resultaat is voor eenieder die in een straal van vijf kilometer van de binnenstad woont te horen.

Normaal wordt mijn kamer overspoeld door de herrie van podia met versterkte muziek, dit jaar niet toegestaan door de gemeente. Toch kwam ik ook nu weer aan mijn muzikale trekken. Terwijl ik in mijn fauteuil zat uit te rusten van alle opgedane indrukken, hoorde ik een trompet in de verte.

Er werd een soulful deuntje gespeeld. Ik begon zowaar een beetje mee te deinen, onbewust was ik aan het genieten. Toen herkende ik de melodie. Ik Ga Zwemmen. Mart Hoogkamer.

Het koor zatlappen begon al snel mee te zingen.

Omar Ghaly is student Egyptologie