Columns & opinie
Een asiel voor de zomer
woensdag 13 december 2017
© Taco van der Eb

‘Zo’n zeventig tot tachtig procent overleeft het’, vertelt sterrenkundestudent Joris Hanse (28). Hij werkt als vrijwilliger bij het Kerstbomenasiel: een veldje bij de Ommedijkseweg van organisatie Vrij Groen, die groen en natuur in de stad wil bevorderen.

Wie nog een kluit aan zijn spar heeft zitten, kan die hier na de kerstdagen stallen. De boom gaat de aarde in, de eigenaar krijgt een nummertje, en mag het jaar erop de boom voor een tientje weer komen ophalen. ‘En anders hebben we ook weesbomen die we van de ondergang hebben gered: dus op straat gevonden, of gekregen.’ Ook bomen die niet meer door hun eigenaar opgehaald worden, blijven als weesboom overzomeren.

‘Het is grappig hoe gehecht mensen aan hun boom kunnen raken. Ook al ziet het er niet meer uit, willen ze toch met alle geweld hun eigen boom terug. Er gaan soms bomen dood, en als dat zo is, kan de eigenaar een nieuwe meenemen. En als we er genoeg hebben, kunnen mensen er ook een kopen. Dat zal geen perfecte boom zijn. Wel een boom met karakter.

Serre

‘We maken wel een selectie. Sommige bomen zijn eigenlijk al dood als ze gebracht worden. Vaak zijn ze dan uitgedroogd. Mensen geven ze te weinig water of zetten ze naast de kachel. Of als een boom in één keer van 25 graden binnen, naar 5 graden buiten gaat, is dat ook niet goed. Geleidelijk is beter. Als je een serre hebt, of een schuur, kan je hem beter eerst daar zetten.’

En dat een boom ‘met kluit’ wordt verkocht, is niet per se een garantie op overleven. Hanse: ‘Hoe meer wortels, hoe groter de kans. Maar soms haal je hem uit de pot, en blijkt er bijna geen kluit aan te zitten.’ Kleine bomen blijven vaker leven, zegt hij. ‘Maar het ligt ook aan de soort: de Koreaanse spar doet het vaak heel goed. Maar de Nordmann, een heel bekende, gaat bijna altijd dood.’

Hanse en andere vrijwilligers verzorgen de bomen de rest van het jaar. ‘Als het in de zomer dertig graden is, geven we ze water. En voor de rest halen we gras weg bij de wortels, zodat ze niet worden overgroeid.’ Heeft hij zelf favoriete sparren? ‘Je leert ze wel kennen, als je er elke week langsloopt, en je houdt ze wel uit elkaar. Maar ik heb zelf ook geen kerstboom, dus daarom raak ik misschien minder gehecht.’

De oudste boom is een jaar of vijf, zes, zegt hij. ‘Dat is ook hoelang het kerstbomenasiel bestaat, dus misschien kunnen sommigen het nog veel langer uithouden. Maar de truc is om twee bomen te nemen, en elk jaar een andere boom binnen te zetten. Dan gaan ze maar eens in de twee jaar de grond uit, en hebben ze meer tijd om te herstellen.’

Anoushka Kloosterman