In het academisch jaar 2022-23 vonden er diverse studentenbezettingen plaats in Nederland. In Groningen werd meerdere keren gedemonstreerd voor beter beleid voor sociale veiligheid en het terugdraaien van het ontslag van hoogleraar Susanne Täuber. Studenten aan de Erasmus Universiteit Rotterdam veroordeelden de fossiele banden van de universiteit, de precaire contracten van docenten en oplopende studieschulden. Aan de Universiteit van Amsterdam bezetten studenten in januari de leegstaande Academische Club. En in mei organiseerde de internationale organisatie End Fossil een bezetting in onder andere Utrecht, Delft en Rotterdam.
Bij deze acties was hardhandig politieoptreden eerder regel dan uitzondering. In Amsterdam werden dertig actievoerders met veel bombarie gearresteerd. In Groningen werd een student een trap afgesleurd en ook in Rotterdam werd er volgens meerdere demonstranten onnodig geweld gebruikt.
Universiteiten zijn historisch gezien plaatsen van politieke bewustwording en mobilisatie. Studentenbewegingen speelden wereldwijd een belangrijke rol in de strijd voor dekolonisatie, emancipatie en democratie. In Nederland geldt de bezetting van het Maagdenhuis in 1969 nog altijd als keerpunt in de organisatie van het hoger onderwijs.
Democratisch falen
Een studentenbezetting is geen misdaad, maar een historisch gegroeide en geëigende manier van politiek bedrijven.
WOinActie roept al bijna tien jaar op tot democratisering van Nederlandse universiteiten. Adviezen van medezeggenschapsraden worden consequent in de wind geslagen, vrijwel altijd uit financieel belang. De studentenbezettingen zijn een direct gevolg van dit democratisch falen. Actie voeren is een alternatief wanneer de politiek van representatieve vertegenwoordiging niet naar behoren functioneert.
Daarnaast zijn campussen veranderd. In de jaren zeventig van de vorige eeuw werden de ivoren torens omgevormd tot semi-publieke ruimten, maar daarvan is in de afgelopen drie decennia de vastgoedwaarde steeds belangrijker geworden. Dat is ook te zien. In hypergepolijste gebouwen mogen studenten alleen op een daarvoor aangewezen prikbord een poster ophangen; de gaarkeukens van weleer zijn overgenomen door private foodcorners; en er woedt een strijd om behoud van eigen kantoorruimten. Een bezetting raakt het bestuur daarom waar het pijn doet – vastgoed – en richt zich op de manifestatie van een breder probleem: rendementsdenken in het hoger onderwijs.
Maar het overnemen van ruimte en tijd is niet alleen een drukmiddel in de vorm van sabotage; het is ook ‘prefiguratief’. Dat wil zeggen, staf en studenten benaderen elkaar in een nieuwe, autonome ruimte om samen te denken over de toekomst van de universiteit en de samenleving. Een ruimte buiten de dagelijkse druk van cijfers, publicaties, deadlines en vergaderingen, en buiten een nog altijd uiterst hiërarchische organisatiestructuur.
Bij de bezetting in Rotterdam werden een kapper en een leeshoek ingericht; in Utrecht waren yogalessen en colleges over biodiversiteit. In het Maagdenhuis in 2015 werden colleges en vergaderingen afgewisseld met muziek en performance. Activisten noemen het een transformerende ervaring. Door gelijkheid en autonomie te praktiseren en beleven in het hier en nu, toon je onomstotelijk aan dat het anders kan.
De politie handhaaft de wet: studenten hebben geen bevoegdheid de ruimte (na sluitingstijd) te betreden. Maar de bezettende student stelt een andere opvatting van de academische ruimte voor: een die niet gedefinieerd wordt door bezit, maar door de academische gemeenschap zelf; en een die niet gedreven wordt door maximalisatie van de productiviteit, maar door het werken in gelijkwaardigheid in dienst van het algemeen belang.
Grote onvrede
Het is aan het college van bestuur om te kiezen voor gemeenschap boven bezit en voor veiligheid boven beveiliging. Dat is wat Utrechtse demonstranten in mei bedoelden met hun slogan ‘De politie hoort niet thuis op een campus’.
In Leiden zijn studenten historisch gezien minder actiebereid en meer genegen tot compromis dan elders in Nederland, maar ook hier zijn de nodige demonstraties en bezettingen geweest. Gezien de veranderende populatie en de groeiende actiebereidheid, is het niet ondenkbaar dat studenten komend jaar ook in Leiden of Den Haag een gebouw zullen bezetten.
Vorig jaar werd er al actie gevoerd bij de dies natalis, en ondertekenden meer dan duizend medewerkers, studenten en alumni de oproep banden met de fossiele industrie te verbreken. De universiteit heeft recentelijk openheid van zaken gegeven en aangekondigd op 27 september in gesprek te gaan met de academische gemeenschap. Maar is dat (snel) genoeg? Er is immers nog geen enkele concrete beleidsverandering ingezet, terwijl de kwestie minstens twee jaar geleden al werd aangekaart.
En er speelt meer. Actiegroep Casual Leiden heeft succesvol gepleit voor meer vaste contracten, maar enkele afdelingen blijven hardnekkig vasthouden aan uiterst precaire arbeidsrelaties tot grote onvrede van zowel staf als studenten. En op het gebied van sociale veiligheid heerst eveneens onvrede.
Hoe zal de Universiteit Leiden reageren, mochten studenten kiezen voor actie op hun campus?
Terughoudendheid
De afgelopen jaren beloven weinig goeds. Toen minder dan vijftien studenten in 2017 een ‘die-in’ organiseerden op het plantsoentje op de eerste verdieping van het Wijnhavengebouw in Den Haag, stonden er binnen enkele minuten een stuk of tien politieagenten bij. Het gebruik van smart camera’s en het cancelen van een evenement georganiseerd door Students for Palestine laten ook de neiging zien om te handelen in de geest van controle en beveiliging, in plaats van gemeenschap en dialoog.
Die twee voorbeelden tonen overigens ook de waakzaamheid van de academische gemeenschap die met demonstraties, brieven en opiniestukken het college van bestuur wist te bewegen terug te keren van zijn dwaling.
Liever dan te protesteren na weer een escalatie richt ik me ditmaal bij voorbaat tot het bestuur: geef alstublieft het goede voorbeeld en betracht grote terughoudendheid bij het inzetten van politie tegen de academische gemeenschap.
Judith Naeff is universitair docent aan het Leids Instituut voor Regiostudies (LIAS)