Columns & opinie
Opinie: De inhoud moet terug
Om de opleiding Nederlands en het middelbareschoolvak Nederlands te redden, moet worden gebroken met fouten uit het verleden, betoogt neerlandicus en docent Melchior Vesters.
Redactie
donderdag 7 maart 2019
Foto: E. Dronkert (CC BY 2.0)

Op 23 februari jl. maakte de VU bekend te stoppen met het aanbieden van de studie Nederlands. De overledene is precies honderd jaar geworden. Spoedig stroomden de reacties binnen. Over de doden niets dan goeds? Integendeel: de bedrijfsleiders der natie, bij monde van minister Van Engelshoven, vonden het niet erg. De studie was niet meer rendabel, er was blijkens het lage studentenaantal geen markt meer voor. Bovendien bleef de andere Amsterdamse universiteit dezelfde opleiding toch aanbieden? Een meerderheid in de Tweede Kamer ziet het anders: de minister moet universiteiten dwingen om de moedertaalstudie te behouden.

Het is twijfelachtig of de reflex van onze volksvertegenwoordiging leidt tot een oplossing voor de acute maatschappelijke problematiek, namelijk dat er veel te weinig studenten Nederlands starten – inmiddels minder dan tweehonderd eerstejaars landelijk – om het lerarentekort in het voortgezet onderwijs op te vullen. Bij geen ander schoolvak is het tekort zo groot. Je zou verwachten dat politici de noodzaak inzien van een forse investering in universitaire talenopleidingen. Maar dat geld komt er vast niet. Juist vanwege de chronische wanfinanciering van het hoger onderwijs staken op 15 maart de docenten van WOinActie.

Haags verdriet om de sluiting van een van de zes universitaire opleidingen Nederlands is aldus slechts schreien van krokodillentranen. Zolang hedendaagse Droogstoppels vasthouden aan verkeerd neoliberaal onderwijsbeleid, t.w. het bezuinigen op non-bèta, het pushen van moedertaal uithollende verengelsing en het systeem van ‘stukloonfinanciering’ (zodat universiteiten elkaar, en tevens hun eigen meer klassieke opleidingen, zijn gaan beconcurreren met hippe brede cultuuropleidingen om studenten te lokken), verandert er niets. O, en de anti-literaire afbraak van de afgelopen twintig jaar, waardoor leerlingen Nederlands nu een van de saaiste vakken vinden, verleidt ook niet echt tot leraarschap.

Is het erg dat er landelijk nu nog (maar voor hoe lang?) vijf universitaire opleidingen over zijn die de basis leggen voor goed onderwijs in de eigen taal en cultuur? Het is maar waaraan je waarde hecht. Dat kan zijn: de taal waarin we bidden en vloeken, liefhebben en strijden, de taal waarin we onszelf ontdekken en de ander ontmoeten. Edoch: de samenleving kan evengoed verkiezen dat een willekeurige provinciale eerstedivisieclub een bredere selectie heeft dan de nationale garde neerlandici.

In Leiden wacht men het volksgericht niet af. Momenteel wordt gewerkt aan de ‘koninklijke route’: een tweejarige master die vakinhoud combineert met het didactische programma van de lerarenopleiding. Dit is een uitstekend idee; hier ligt een zeldzame kans om de kwaliteit van vakinhoudelijk onderwijs te verhogen. Een meerjarige master is in het belang van studenten, allereerst omdat zij langzaam in hun rol als leraar kunnen groeien, voorts langer over hun vakmaster kunnen doen. In de huidige situatie moet een student klaar zijn met (en zich hebben uitgeschreven bij) de eenjarige vakmaster alvorens toegang te hebben tot de lerarenopleiding. Elke verstandige student zal inzien dat dit te kort is om voldoende inhoudelijke bagage op te doen. Liever dan later dure bijscholingscursussen te volgen, kan zo’n student in de nieuwe route het royale besluit nemen om zijn/haar verblijf bij de vakmaster te verlengen.

Voor de opleiding Neerlandistiek is er nog een groter voordeel: de ontkoppeling van letterenfaculteit en lerarenopleiding kan hersteld worden. Deze ontkoppeling is funest geweest voor het niveau van leraren: er is een kloof gegroeid tussen de wetenschap en het schoolvak, niet in het minst omdat mettertijd in het lerarenopleidingsprogramma alle vakinhoud is verdwenen.

De blinde vlek van de huidige lerarenopleiding is dat er eenzijdig wordt ingezet – vanuit onderwijskundige, niet-vakinhoudelijke insteek – op het aanleren van vaardigheden/competenties, terwijl wordt vergeten dat deze niet los te koppelen zijn van vakkennis. Vakinhoudelijke kennis hebben de didactici (in mijn ervaring) echter onvoldoende; dit probleem kan nu worden opgelost via hereniging met neerlandici.

Het is van cruciaal belang is dat de koninklijke route een vakinhoudelijke verzwaring gaat omvatten, in plaats van een verdere verwatering. Verdere? Jazeker, want de neerlandistische vakinhoud staat niet alleen vanuit de lerarenopleiding onder druk, maar ook van binnenuit. Mede door de financiële noodzaak om te concurreren met hippere bredere opleidingen beweegt onze opleiding Nederlands inhoudelijk diezelfde kant op, ten koste van het lezen van primaire teksten. Nu hebben meer abstracte culturele theorie en ideologiekritiek zeker hun waarde, ook voor een leraar: deze kan hiermee aan leerlingen het functioneren van literatuur/cultuur in de samenleving verder toelichten. Toch vormt niet culturele theorie de basis voor een vakdocent, maar specifiek Nederlandse taalkwesties, literatuur en cultuurgeschiedenis. Primaire teksten horen dus centraal te staan, mogelijk zelfs méér op de lerarenopleiding – een omkering van de huidige situatie – dan in de bachelor, die immers ook studenten moet bedienen die geen leraar worden.

Wat gaat de tweejarige master brengen: meer vakinhoudelijk onderwijs en daardoor betere leraren, of tevredengestelde onderwijskundige belangen? Het laatste zou leiden tot handhaving van de status quo, en die is politiek onhoudbaar. Zodoende is te voorzien dat dan een paardenmiddel wordt ingezet: het verlagen van de lat voor de lerarenopleiding, zodat die o zo hippe niet-neerlandici voor de klas kunnen komen. Dát aanmoedigen is mogelijk het eind voor zowel de opleiding Neerlandistiek als het schoolvak. Voor een betere toekomst van opleiding en schoolvak zal dus gebroken moeten worden met fouten uit het verleden. Zo niet, dan kan ‘koninklijke route’ codetaal worden voor een kneuzenpad. Of voor de weg van de dodo.

Melchior Vesters is neerlandicus, docent Nederlands in het VO en MA-student Literature in Society