Studentenleven
Ook vleeseters kunnen veganist worden: ‘De smaak weegt niet op tegen het dierenleed’
Leiden is een studentenvereniging rijker dankzij de komst van de Vegan Student Association (VSA) Leiden: een studentenvereniging voor veganisten. Het verenigingsbestuur vertelt waarom. ‘Misschien komt oorlog wel deels voort uit hoe we met dieren omgaan.’
Sebastiaan van Loosbroek
woensdag 7 juli 2021
Vlnr: Tjebbe Witteveen, Ruben Venema, Martine Feteris, Eline Raukema.

Waarom moest er een veganistische studentenvereniging komen?

Martine Feteris (27, master Franse literatuur en lid activiteiten): ‘Het idee van een studentenvereniging in het algemeen is dat je en op zoek gaat naar vrienden en gelijkgestemden. Dat kan bij een gezelligheidsvereniging, maar ook bij een specifieke verenging. Dit was er nog niet.’

Tjebbe Witteveen (21, rechten en lid extern): ‘Het komt ergens een beetje voort uit eenzaamheid, omdat je minder goed contact legt met mensen die het niet goed snappen. Als je als veganist met omnivoren bent, zeg je bijvoorbeeld heel veel dingen niet. Ik wil ze best inspireren om veganist te worden, maar ik wil ze ook te vriend houden. Het kan soms erg botsen, terwijl het juist iets heel moois is wat je wil delen met anderen.’

Ruben Venema (22, wereldwijde en vergelijkende filosofie en voorzitter): ‘Bij VSA kun je elkaar inspireren en motiveren.’

Hoe vonden jullie elkaar?

Venema: ‘Ik heb een oproep gedaan op sociale media, om te kijken of er meer interesse was voor een veganistische studentenvereniging. De rest van wat nu het bestuur is reageerde daar vrij snel op.’

Witteveen: ‘Bij de eerste ALV waren vier deelnemers. Dat waren wij.’

Venema: ‘Groningen heeft als eerste een veganistische studentenvereniging opgericht. Van hen heb ik allemaal tips gekregen voor het opzetten van een vereniging in Leiden. Nu zijn er denk ik een stuk of tien in Nederland. En er komen er nog meer, ook buiten Nederland.’

Feteris: ‘Er zit er al een in Göteborg.’

‘Het heersende idee is dat je minder mannelijk bent als je geen vlees eet’

Venema: ‘Onze leden zijn voornamelijk Nederlands, maar bij andere VSA-verenigingen zijn het vaak internationals. We hebben nu iets van dertig leden. Het zijn bijna alleen maar vrouwen, op een stuk of vijf jongens na.’

Witteveen: ‘Het heersende idee is dat je minder mannelijk bent als je geen vlees eet. Ik denk dat dat mannen ervan weerhoudt een bewuste keuze te maken.’

Venema: ‘Als je nou zelf achter een hert aan hebt gerend… maar je gaat naar de supermarkt en je koopt een stukje vlees. Hoe is dat mannelijk?’

Wat organiseren jullie zoal?

Venema: ‘We hebben nog geen ruimte van de universiteit waar we kunnen samenkomen, maar we gaan meestal naar parkjes.’

Eline Raukema (20, Chinastudies en lid sociale media): ‘We organiseren potlucks. Dat is dat iedereen zelfgemaakt eten meeneemt, een soort picknick. Meestal doen we dat buiten.’

Feteris: ‘Het is het equivalent van de borrel op een gezelligheidsvereniging. We hebben al in kleine groepjes, coronaproof, samen gekookt, geborreld en gegeten. Ik had falafelwraps gemaakt, iemand anders had aardbeien met veganistische slagroom meegenomen. Die is lekkerder dan normale slagroom.’

Venema: ‘Normale slagroom kakt zo snel in, deze blijft veel langer mooi.’

Raukema: ‘We praten veel over veganisme. Ik kende nog helemaal geen vegans voordat ik hier lid werd, en het is een verademing om mensen te ontmoeten die er hetzelfde over denken.’

Feteris: ‘Veganisten zijn vaak ook geïnteresseerd in het milieu en gezondheid.’

Venema: ‘En gelijkheid. De waarden van veganisten gaan veel verder dan alleen veganisme. We zijn tegen alle vormen van onderdrukking, niet alleen van dieren maar ook van mensen. Voor gelijkheid voor de LHBTQI-gemeenschap, voor zwarte en Aziatische mensen.’

Is het lastig om veganist te zijn?

Witteveen: ‘Ik was zelf tot twee jaar geleden overtuigd vleeseter. Ik maakte veganisten belachelijk, tot ik me erin ging verdiepen. Je moet er op zijn minst voor openstaan.’

Raukema: ‘De eerste maanden miste ik het wel. Je ziet en ruikt het en je bent het gewend. Dan moet je je er wel even overheen zetten, maar op een gegeven moment is het uit je systeem.’

Witteveen: ‘Ik ben nu een paar jaar veganist, maar soms maak ik een uitzondering en eet ik iets met melk of ei erin. Ik werk bij de Landmacht, daar is niet alles veganistisch.’

Venema: ‘De meeste veganisten worden niet veganist omdat ze dierlijke producten niet lekker vinden. Maar de smaak van het dierlijk product weegt niet zwaarder dan al het nare milieu- en dierenleed dat het veroorzaakt.’

Feteris: ‘Omdat jij iets lekkers wil eten moet een dier een kutleven hebben. Veruit het meeste vlees komt uit de bio-industrie.’

‘Vleeseters ervaren soms lichamelijke en geestelijke klachten, want je eet eigenlijk stress’

Venema: ‘En of je nu biologisch vlees eet of niet, de manier waarop de dieren worden geslacht is hetzelfde. Je moet wel een heel goede reden hebben om iemands leven te nemen.’

Witteveen: ‘Haantjes die net geboren zijn gaan meteen door de shredder. Omdat die geen eieren kunnen leggen heb je daar niets aan.’

Feteris: ‘Van de kippen worden de snavels afgeknipt.’

Venema: ‘Dat is om schade aan de kippen te voorkomen doordat ze op elkaar pikken. Omdat ze in een kleine ruimte dicht op elkaar zitten, worden ze daar helemaal gek. Hetzelfde gebeurt bij biggetjes, daarvan knippen ze de staarten af. Anders eten ze die van elkaar op, door de stress.’

Feteris: ‘Mensen die veel vlees eten, ervaren soms ook lichamelijke en geestelijke klachten. Dat is niet zo gek, want als je vlees eet, eet je stress. Zodra ze vegan gaan eten verdwijnen die klachten soms.’

Hoe komt het dat zo veel mensen nog wel gewoon vlees eten, denken jullie?

Venema: ‘Mensen willen het niet weten. Toen ik een jaar of zeven was, was een vriendje van me kip aan het eten. Ik vertelde hem dat dat een kip is geweest die vroeger heel schattig was. Dat vond hij niet zo leuk om te horen. Mijn moeder maakte me toen duidelijk dat ik dat niet hoorde te zeggen. Dat jongetje is wel vlees blijven eten, trouwens.’

Feteris: ‘Het vlees in de supermarkt is ook al zo getransformeerd, dat je er niet eens meer een dier in herkent. Het is onpersoonlijk. Als het er niet eens meer uitziet als een varken, dan hoef je er ook niet over na te denken.’

Venema: ‘Ik denk dat er ook wel een link is tussen hoe we met dieren en met mensen omgaan. Als we onze kinderen leren om compassievol te zijn met dieren en hen niet te onderdrukken, dan doe je dat ook minder snel bij mensen. Misschien komt oorlog wel deels voort uit hoe we met dieren omgaan.’