Nieuws
Onrust bij studieadviseurs over splitsing functies
Het plan van de faculteit Geesteswetenschappen om de functies van studieadviseur en onderwijscoördinator te splitsen leidt tot onrust en onduidelijkheid onder de medewerkers. ‘Het faculteitsbestuur heeft toegezegd dat het niet zou worden afgedwongen.’
Sebastiaan van Loosbroek
donderdag 26 januari 2023
Beeld Schot

Vorig jaar besloot het faculteitsbestuur om de functies van studieadviseur en onderwijscoördinator te gaan splitsen, waar dat voorheen werd gecombineerd. Aanleiding was het hoge ziekteverzuim en veel uitval onder deze medewerkers. ‘We hebben het uitvoerig bestudeerd en we hopen, door de taken anders in te richten, dat de functies wat eenvoudiger en minder belastend worden’, zei bestuurslid Jeroen Touwen in de laatste faculteitsraadsvergadering.

Het faculteitsbestuur had destijds toegezegd dat medewerkers die deze taken per se willen blijven combineren, dat kunnen blijven doen. Maar nu wordt hen toch gevraagd een keus te maken tussen beide taken, bleek bij een presentatie over de toekomst van de afdeling Onderwijs- en Studentzaken.

Kleine opleidingen

Raadslid Nicole van Os was daar ontstemd over. ‘Er is ons beloofd dat mensen niet zullen worden gedwongen te kiezen en dat de combinatiefunctie mogelijk blijft. En wat is het voordeel van een splitsing voor kleinere studies? Ik zie het niet. Ik vrees voor veel tijd- en geldverspilling, omdat je juist meer overleggen hebt en met meer mensen moet communiceren. Ik pleit er sterk voor dat de splitsing van deze functies niet wordt afgedwongen bij de kleinere opleidingen.’

‘Er zijn veel mensen die professioneel zijn, maar daar wordt te weinig naar geluisterd’

Hoofd Onderwijs- en Studentzaken Jelly Reinders, die de presentatie gaf, stelde dat het ook voor kleinere opleidingen zinnig is. ‘Wie de taken niet splitst, zit dan in twee clusters en valt onder twee teamleiders: ze draaien mee met de onderwijscoördinatoren maar ook met de studieadvisering.’

Het is de bedoeling dat de studieadviseur er primair is voor advisering en begeleiding van de studenten, terwijl de onderwijscoördinator zorgt voor de organisatie van de onderwijsprogramma’s en direct aanspreekpunt is voor de staf. Volgens Reinders omvatten beide functies ‘een andere expertise en een andere focus’. Zo heeft de onderwijscoördinator steeds meer te maken met digitalisering, terwijl de studieadviseur te maken heeft met steeds meer uiteenlopende begeleidingsbehoeften van studenten. ‘Voor het meer stroomlijnen van de processen is splitsing ook goed voor de kleinere opleidingen. Juist omdat de functies zo verschillend zijn, en we ook gaan professionaliseren’, aldus Reinders.

Onvrede

Van Os: ‘Volgens mij zijn hier veel mensen die heel professioneel zijn, maar daar wordt te weinig naar geluisterd.’ Bovendien is volgens Van Os voor de medewerkers die tussen beide functies moeten kiezen niet duidelijk op basis waarvan ze die keuze moeten maken. ‘Ze moeten een voorkeur aangeven op basis van niet bestaande gegevens: de functies zijn nog steeds niet duidelijk.’

‘Ze krijgen managementtaal te horen, maar niet concreet wat de bedoeling is’

Het resulteert erin dat de onderwijsadministraties al lange tijd niet weten waar ze aan toe zijn. ‘Ze krijgen managementtaal te horen, maar niet concreet wat de bedoeling is. Ze hebben een knoop in hun buik als ze daarover na moeten denken.’

Dat leidt tot veel onvrede, aldus Van Os. ‘Ik hoor steeds meer van ervaren mensen dat ze weggaan als ze iets anders vinden. Dat vind ik heel zorgelijk, want juist hen hebben we nodig. Dat geeft heel veel onrust en ik ben bang dat de kwaliteit achteruitgaat.’
Volgens Touwen is er nog niet veel aan de hand. ‘Op het moment dat iemand het allebei wil doen, gaan we kijken of dat kan. Dat hebben we inderdaad toegezegd. Maar op het moment dat die splitsing verder vorm krijgt, wordt het steeds onaantrekkelijker om een combinatiefunctie te hanteren, omdat je beide overleggen moet gaan bijwonen. De kans bestaat dus dat het juist zwaarder wordt dan het was.’

Raadslid Jan Sleutels drong er namens de raad op aan ‘om verschillende evaluatiemomenten in te lassen en dat de resultaten daarvan met de raad worden gedeeld.’

‘Waarvan akte’, reageerde het faculteitsbestuur.