Nieuws
Studenten die botte mails sturen, moet je opvoeden
De Rechtenfaculteit werkt aan beleid om botte mails van studenten aan te pakken. Een Utrechtse docentdecaan dient daarbij als voorbeeld. 'Als je je mails zo blijft formuleren, antwoord ik niet.'
Vincent Bongers
donderdag 16 juni 2022
Illustratie Chuan Ming Ong

Na klachten over schofferende, agressieve en discriminerende mails van boze rechtenstudenten beloofde het faculteitsbestuur aan de medezeggenschap om het probleem aan te pakken en nam daartoe contact op met een ervaringsdeskundige van de Universiteit Utrecht, Marian Joseph.

‘We kregen signalen binnen dat docenten last hadden van de manier waarop ze werden aangesproken in mails’, zegt de universitair docent privaatrecht en vertrouwenspersoon ongewenst gedrag. ‘Het bestuur van het departement Rechten besloot om iemand aan te stellen die zich gericht bezighoudt met deze problematiek; de docentdecaan.’

Dat werd Joseph zelf. ‘Mensen kunnen mij benaderen als ze bijvoorbeeld last hebben van ongewenst gedrag van studenten. Ik doe dit nu ongeveer een driekwart jaar, heel veel meldingen komen er niet binnen.’ Sommige jonge docenten vinden het moeilijk om naar hun leidinggevende te stappen als ze een probleem hebben, vertelt ze. ‘Er spelen dan vragen als: “Doe ik zelf iets niet goed? Is dit slecht voor mijn carrière?” Het is fijn als ze dat met iemand in vertrouwen kunnen bespreken en hen op weg kan helpen naar een oplossing.

‘Klachten over specifieke teksten in mails zijn nog niet langsgekomen, het is meer dat sommige docenten niet zo goed raad weten met de boze en dwingende houding van studenten. Zelf heb ik ook wel eens te maken gehad met een student die mailde op een manier die niet in orde was. Toen schreef ik terug: “Als je je mails zo blijft formuleren, dan behandel ik ze niet meer.” Ik trek me niet zoveel aan van dat soort berichten, maar op zo’n moment denk je: “Ik moet ze even opvoeden.”

'Het is vervelend voor docenten dat studenten die onaangenaam doen in beroep gaan, omdat het gedrag van de student dan niet aan bod komt'

‘Meer algemeen, als een docent te maken heeft met een student die op een botte wijze communiceert, dan adviseer ik om het gesprek aan te gaan. Het is ook mogelijk dat de docent en ik met de student gaan praten.’

Bij heel ernstige gevallen wordt de onderwijsdirecteur of decaan ingeschakeld. ‘Als het om racistisch taalgebruik gaat, is een klacht indienen bij de universitaire commissie interpersoonlijke integriteit ook een mogelijkheid. Docenten die zich melden geef ik ondersteuning en uitleg over mogelijke procedures. Het is bijvoorbeeld vervelend voor docenten dat studenten die onaangenaam doen in beroep gaan bij het College van Beroep voor de Examens. De docent voelt zich niet altijd gehoord tijdens zo’n procedure omdat het gedrag van een student niet aan bod komt.

‘Wat ook voorkomt dat een docent een mail krijgt van een student die vindt niet objectief beoordeeld te zijn. De docent kan zich dan aangetast voelen in zijn integriteit. Als je nog niet lang in het onderwijs zit, kun je dat als lastig ervaren. Terwijl die student gewoon probeert een hoger cijfer te krijgen, het is niet persoonlijk.’

Ton Liefaard van het rechtenbestuur zoekt uit of het nuttig is om een docentdecaan in Leiden aan te stellen, vertelde hij onlangs tijdens de faculteitsraadsvergadering. Hij verwees ook naar de basiskwalificatie onderwijs (BKO) die docenten moeten halen. ‘We vroegen de organisatie van de BKO of er aandacht voor dit probleem is in de opleiding. Het bleek dat het soms werd besproken. De organisatie gaat kijken of dat niet structureler in het traject kan worden ingepast.’