Wetenschap
Nee, wratten krijg je niet in zwembaden (maar wel ergens anders)
Nadat vloeren van zwembaden en kleedkamers niets opleverden, checkten Leidse onderzoekers twee andere klassiekers: badmatjes en handdoeken.
Mark Reid
zaterdag 6 november 2021
Foto Taco van der Eb

‘Wratten kom je als huisarts vaak tegen. Bijna elk kind heeft ze wel eens’, vertelt Just Eekhof, universitair hoofddocent huisartsengeneeskunde bij het Leids Universitair Medisch Centrum. ‘Maar in vergelijking met veel chronische ziektes wordt er heel weinig onderzoek naar gedaan.'

Wratten worden veroorzaakt door het humaan papillomavirus (HPV), dat de bovenste laag van de huid infecteert. Eenmaal ingenesteld zorgt het virus dat de huid extra veel harde cellen gaat maken, waardoor het bekende knobbeltje ontstaat. Via huid-op-huid-contact kan het virus zich vervolgens weer verspreiden naar een nieuwe gastheer.

Samen met collega’s van het LUMC doet Eekhof onderzoek naar dit soort kleine kwaaltjes. ‘Er wordt van alles aangenomen over wratten. Bijvoorbeeld dat ze zich verspreiden via de vieze vloer van kleedkamers en zwembaden. Maar of dat echt zo is, is niet duidelijk.’

Eerder ondervroegen de onderzoekers Leidse schoolkinderen die op zwemles zaten of ze slippers droegen in het zwembad. Toen bleek er geen duidelijke relatie te zijn tussen wel en niet het dragen van slippers en voetwratten. Wel vonden de medici een ander verband: kinderen blijken vaker wratten te hebben als anderen in hun familie er ook last van hebben.

De klassiekers: keukenhanddoek en badmatje

‘We gingen nadenken over hoe het virus zich kan verspreiden binnen een gezin’, zegt Eekhof. ‘Wat zijn nou de dingen die in huis gemeenschappelijk gebruikt worden waar je veel kans hebt dat het wordt overgedragen? We kwamen uit op twee klassiekers: de keukenhanddoek en het douchematje. Als een kind met handwratten een handdoek gebruikt heb je het risico dat je anderen besmet.’

Om het idee te testen namen de onderzoekers bij 62 kinderen en hun familieleden monsters af: van de wrat, het douchematje en de handdoek, en – ter controle – van ieders voorhoofd.

In het onderzoek in het Journal of the European Academy of Dermatology and Venereology, keek Eekhof vooral naar een paar specifieke strengen van het virus. ‘HPV1 komt het meest voor bij kinderen, dat is het meest vluchtige type. Wratten die daardoor veroorzaakt worden herstellen zichzelf vaak in de loop der jaren. HPV27 en HPV57 zijn de hardnekkige types die je ook bij volwassenen ziet voorkomen.’
In meer dan de helft van de gevallen bleken de vluchtige types in een wrat ook aanwezig te zijn op de huid van huisgenoten, en op badmatjes en handdoeken. Bij de hardnekkige virussen bleek dat in minder van een kwart van de families zo te zijn.

Eekhof vindt het een goede eerste indicatie van de verspreiding binnenshuis. Maar hoewel handdoeken een mogelijke verspreider zijn van wratten, blijft hij nuchter. ‘Bij jonge kinderen is het in veel gevallen beter om af te wachten dan te behandelen. De hinder die kinderen ondervinden aan wratten is vaak minder dan de hinder die ze van de behandeling hebben.’

Ook hoeven volgens Eekhof studenten niet meteen hun badmatje in een kookwas te gooien als ze bang zijn voor wratten ‘Het is vooral iets wat bij basisschoolkinderen voorkomt, maar ik kan me voorstellen dat zo’n badmat in een studentenhuis wel allerlei schimmels overdraagt.’