Wetenschap
Minder of juist meer koffie? Hoe cafeïne probleemgedrag bij dementie kan beïnvloeden
Er blijkt nog nauwelijks onderzoek te zijn naar het effect van koffie op dementie, ontdekte ouderengeneeskundige Michelle Kromhout. Daarom zette ze zelf een studie op. ‘Het kan een heel makkelijke manier zijn om kwaliteit van leven te verbeteren.’
Mark Reid
woensdag 26 mei 2021
Bill Murray in ‘Coffee and cigarettes’ (2003)

Michelle Kromhout was bezig met haar opleiding tot specialist ouderengeneeskunde toen een collega een vraag stelde waar ze geen antwoord op had. Ze bespraken het probleemgedrag van een patiënt met dementie.

‘We hadden al flink wat dingen bekeken, maar nog geen directe oorzaak voor het gedrag gevonden. Toen zei een van de verzorgenden dat deze bewoner heel veel koffie dronk. Of dat misschien invloed kon hebben op haar gedrag? Dat wisten we gewoon niet.’

Kromhout besloot de boeken in de duiken, maar vond niks over de relatie tussen cafeïne en dementie. Op een enkele studie uit de jaren ’70 en ’90 na was er geen literatuur over het onderwerp.

Angst en verzameldrang

‘Samen koffie drinken is iets sociaals’, zegt Kromhout. ‘We zijn er ons niet bewust van dat er een stof in zit die effect kan hebben. Ik verbaasde me erover, maar tegelijkertijd was het mij ook niet opgevallen. En de vraag of koffie invloed kan hebben op gedrag is me altijd bijgebleven.’

‘Cafeïne kan ervoor zorgen dat je net wat minder verward bent en daardoor beter slaapt’

Bij de verschillende vormen van dementie komt niet alleen geheugenverlies en verwarring kijken. ‘Er zijn verschillende vormen van onbegrepen of problematisch gedrag bij dementie, zoals verzameldrang, agressie, seksuele ontremming, angst, stemmingswisselingen of slaapproblemen.’

Om de invloed van cafeïne te onderzoeken zette Kromhout pilotstudies op. Daarbij kregen twee mensen met dementie afwisselend een aantal weken koffie met en zonder cafeïne terwijl Kromhout en de vaste verzorgenden het gedrag observeerden. Bij een van de twee was geen merkbaar verschil in het gedrag te zien, maar bij de andere was een duidelijk afname van agitatie in de decaf-weken.

Volgens Kromhout zijn die verschillen goed te verklaren: ‘Het effect van cafeïne verschilt van persoon tot persoon. De een kan prima slapen na een kop koffie ‘s avonds, een ander moet na de lunch geen cafeïne meer drinken. Bij mensen met dementie blijkt dat net zo.’

Agressie

Ook in een grootschalige vervolgstudie, waarop ze vorige week bij het Leids Universitair Medisch Centrum promoveerde, was er een effect te zien bij het veranderen van de cafeïne-inname, maar opnieuw was er geen eenduidig verband.

Michelle Kromhout: ‘Cafeïne kan een heel makkelijk middel zijn om gedrag mee te beïnvloeden.’ Foto Erik van Tulder

‘Het is niet zo dat iemand die bijvoorbeeld agressief is altijd te veel koffie drinkt, of altijd te weinig. En het is ook niet zo dat probleemgedrag altijd erger of minder wordt van cafeïne. De hoeveelheid cafeïne, het tijdstip waarop de persoon koffie drinkt en de ernst van de dementie doen er toe.’

Minder verward

Dat cafeïne voor slaapgebrek kan zorgen spreekt voor zich. ‘Maar er zijn ook oudere studies die laten zien dat cafeïne bij mensen met dementie het slapen verbetert. Een theorie is dat het slaapgebrek komt door verwarring en dat cafeïne er dan voor zorgt dat je net wat minder verward bent en daardoor beter slaapt’

Wat Kromhout wel aanwijst als mogelijke aanleiding van probleemgedrag is het verlies van controle die mensen met dementie hebben over hun cafeïne-inname. Waar ze thuis misschien gewend waren om decafé-koffie te drinken, krijgen ze nu juist wel koffie met cafeïne. Of krijgen ze nu juist weinig cafeïne, terwijl voorheen ze ’s avonds nog een sterke kop thee zouden drinken.

Voor mensen met dementie is het lastig om aan te geven dat iets anders gaat dan ze gewend zijn, en in sommige gevallen is het zelfs onmogelijk voor hen om het verschil te merken. Kromhout zou graag zien dat behandelaars en verzorgers zich bewust worden van de effecten die cafeïne kan hebben op mensen met dementie.

‘Bij het analyseren van probleemgedrag kijken we naar een heleboel factoren: zijn er fysieke ongemakken, infecties of pijn? Is iemand over- of onderprikkelt? Zijn er voldoende sociale contacten, genoeg slaap? Maar eigenlijk kijken we niet naar koffie. Het zal niet bij iedereen verschil maken, maar voor degenen bij wie het wel werkt, is het een heel makkelijke manier om het gedrag te beïnvloeden. En zodra je probleemgedrag van iemand met dementie vermindert, verbetert de kwaliteit van leven van die persoon, maar ook van de hele omgeving.’


Michelle Kromhout, Caffeine: a cup of care? An exploration of the relation between caffeine consumption and behavioral symptoms in persons with dementia. Promotie was 18 mei