Nieuws
Meldingen van seksuele intimidatie op universiteiten verdubbeld
Het aantal meldingen van seksuele intimidatie op universiteiten is in twee jaar tijd bijna verdubbeld.
Sebastiaan van Loosbroek
donderdag 30 januari 2020

Dat blijkt uit de meest recente cijfers die actualiteitenprogramma EenVandaag heeft opgevraagd. In 2018 werden op alle universiteiten samen zeker 101 incidenten gemeld rond seksuele intimidatie. In 2016 waren dit er nog 52, terwijl dit een jaar later was opgelopen tot 72. De meeste meldingen zijn gedaan op de Universiteit van Amsterdam (22).

De meldingen variëren van seksueel getinte opmerkingen tot aanranding. Het merendeel van de meldingen, 60 procent, wordt gedaan door studenten.

Lidwien Poorthuis van het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren denkt dat de aandacht voor MeToo een belangrijke rol speelt in het toegenomen aantal meldingen. ‘Het is enerzijds wrang dat het aantal meldingen toeneemt, maar het is ook een goed teken dat mensen meer de vrijheid voelen om seksuele intimidatie aan te kaarten.’

Echter blijkt uit onderzoek van de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) dat universiteiten en hogescholen slecht toegankelijk zijn voor studenten en medewerkers als het gaat om melding maken van ongewenst gedrag.

Daartoe heeft de LSVb de websites van 54 universiteiten en hogescholen bekeken. Zo is op sommige sites überhaupt geen persoon te vinden (15 hogescholen en 3 universiteiten) bij wie studenten en medewerkers terechtkunnen. Ook is op bijna de helft van de hogescholen en op 21 procent van de universiteiten maar één vertrouwenspersoon beschikbaar. Daar is het dus niet mogelijk om een keus te maken in geslacht of etnische achtergrond van een vertrouwenspersoon, terwijl een keuzemogelijkheid de bereidheid vergroot om melding te maken, denkt de LSVb. De Universiteit Leiden doet het aardig: die heeft twee externe vertrouwenspersonen, een man en een vrouw.

Verder is onderzocht of de procedure duidelijk wordt uitgelegd als daadwerkelijk tot melding wordt overgegaan. Daaruit komt naar voren dat de informatie ‘minimaal’ is en ‘veel onduidelijkheid is over de vervolgstappen’. Dat is volgens de onderzoekers een probleem, omdat de drempel vaak al hoog ligt bij het melden van ongewenst gedrag. Volgens hen moeten de instellingen dus meer informatie geven over wat er gebeurt zodra melding is gemaakt.

Vorige week woensdag ging de Tweede Kamer nog met minister Van Engelshoven in debat over sociale veiligheid in het hoger onderwijs. De minister zei dat ze daar voorlopig niet in gaat investeren.