Wetenschap
Longschimmel - patenten - wormen
De vernieuwendste wetenschap lijkt ook het vaakst iets nuttigs op te leveren.
Bart Braun
donderdag 6 juni 2019

Longschimmel
Leidse medisch microbiologen schreven mee aan twee casusbeschrijvingen bij patiënten met een slecht functionerend immuunsysteem. In 2016 werd een vrouw van 62 kortademig. Op de röntgenfoto was een donkere vlek te zien. Geen kanker, maar iets dat nog nooit eerder in Nederland was gezien: kleine witte bolletjes, als gistcellen. De schimmel Emergomyces pasteurianus, zo bleek. De mevrouw moest meer dan een jaar lang antischimmelmedicijnen slikken, maar toen waren de bolletjes ook weg.
Bijna een jaar later kwam er een patiënt van in de tachtig binnen op het Leids Universitair Medisch Centrum, met dezelfde schimmel in zich. Alleen had hij niet zo’n duidelijke schimmelkolonie in z’n longen, en kon pas postuum vastgesteld worden dat hij deze infectie had, in combinatie met nog een andere schimmelsoort. Weer een nieuw ding waar je aan moet denken bij patiënten met (vrijwel) geheel afwezige immuunsystemen, waarschuwen Leidse en Brabantse onderzoekers in Medical Mycology Case Reports.

Patenten
Een van de belangrijkste redenen dat samenlevingen investeren in wetenschappelijk onderzoek, is dat ze hopen dat het iets nuttigs oplevert: technologie. Die aanname lijkt terecht: allerlei technologie die we nu dagelijks gebruiken, begon ooit als zuiver wetenschappelijk universiteitsgebeuren.
In een artikel in Research Policy bestuderen Jian Wang van het Centrum voor Wetenschaps- en Technieksstudies en een Vlaamse collega die tech transfer. In patenten worden de wetenschappelijke artikelen geciteerd die aan de uitvinding ten grondslag lagen, en uit de wetenschappelijke tijdschriftenbanken kun je allerlei informatie halen over hoe wetenschappelijke artikelen geciteerd worden. Zegt dat laatste nou iets over de kans dat een publicatie uiteindelijk in een patent belandt?
Als een publicatie in tijdschrift A ineens geciteerd wordt in tijdschrift B, dat normaal nooit iets uit de A aanhaalt, dan suggereert dat dat het artikel een nieuwe brug heeft geslagen tussen twee vakgebieden.
Juist de artikelen die heel veel van die nieuwe citatiecombinaties veroorzaken, komen het vaakst in patenten terecht, ontdekken de auteurs bij een steekproef van alle bètapublicaties uit 2001. Zulke bruggenbouwers komen 43 procent vaker in een patent terecht dan vergelijkbare publicaties in hun veld.

Wormen
Sinds de jaren zeventig werd steeds duidelijker dat er een verband is tussen wormen en het voorkomen van immuunsysteemproblemen als allergie en auto-immuunziektes. Een omgekeerd verband, welteverstaan: om te voorkomen dat ze onmiddellijk het lichaam van hun gastheer uitgeknikkerd worden, manipuleren wormen diens immuunsysteem. En dat pakt niet alleen gunstig uit voor de worm, maar soms ook voor de gastheer. ‘Je zou de relatie tussen worm en mens zelfs als wederkerig kunnen zien, en zelfs als nodig voor de goede ontwikkeling van immuniteit’, schrijven parasitologen Mathilde Chayé en Hermelijn Smits samen met een Britse collega in Parasite Immunology.
Er zijn allerlei bevolkingsonderzoeken en observationele studies waaruit dat omgekeerde verband blijkt. Je kan er ook experimenten mee doen, en dan werkt worminfectie als een tierelier tegen allergie en zelfs virusinfecties. Tenminste: bij muizen.
Bij mensen werkt het allemaal wat ingewikkelder, mede omdat nog steeds niet duidelijk is hoe wormpjes het immuunsysteem bespelen, en of elke wormensoort dat wel op dezelfde manier doet. ‘De beloftes van wormentherapie hebben zich nog niet vertaald in een toepasbare behandeling voor mensenziektes’, schrijven de drie onderzoekers dan ook.