Nieuws
‘Laat universiteiten studenten weren’
Universiteiten moeten studenten kunnen weigeren, schrijft de Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie in een rapport over de toekomst van het hoger onderwijs en onderzoek. Universiteiten moeten een scherper profiel krijgen om te overleven. Dat kan met selectie aan de poort.
Vincent Bongers
donderdag 13 juni 2019

Minister Van Engelshoven van Onderwijs kan weer een rapport toevoegen aan haar immer uitdijende collectie adviezen over hoe het verder moet met hogescholen en universiteiten. Ditmaal schrijft de Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie (AWTI) dat het hoger onderwijs en onderzoek in Nederland ‘niet toekomstbestendig is.’

De raad, een onafhankelijke organisatie die parlement en regering adviseert, constateert dat er ‘een mismatch is’ tussen opleidingen en arbeidsmarkt, en dat lang niet alle studenten op een bij hen passende studie terechtkomen.

Bovendien is het hoger onderwijs in Nederland te weinig voorbereid op ‘toekomstige leervragen’ en staat de ‘financiering onder druk’. Verder kan onderzoek veel sterker bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke uitdagingen dan nu gebeurt.

Een fundamenteel probleem is de verdeling van het onderwijs- en onderzoeksgeld. Universiteiten worden betaald voor de hoeveelheid studenten die zij trekken. Ze knokken met elkaar om een zo groot mogelijk deel van de markt. Dat systeem is niet langer houdbaar, constateerde de commissie-Van Rijn onlangs ook al in haar rapport over de bekostiging van het hoger onderwijs.

De raad ziet de nodige oplossingen voor de steeds groter wordende financiële druk: de concurrentie moet uit het systeem. De neiging is nu om in het gevecht om de student zoveel mogelijk studies aan te bieden. Volgens de AWTI is het noodzakelijk dat universiteiten en hogescholen juist meer gaan specialiseren. ‘De instellingen moeten eerst een duidelijk profiel kiezen en vastleggen in bindende instellingsplannen. Daarin leggen ze ook hun afspraken vast die ze maken met andere instellingen over samenwerking en hoe ze taken doelmatig verdelen of concentreren.’ Een deel van de bekostiging wordt ook gekoppeld aan het gekozen profiel.

De minister moet er ook op gaan toezien dat de instellingen die specialisatie doorvoeren. Wellicht door een aparte organisatie op te zetten die de universiteiten en hogescholen in de gaten gaat houden.

De specialisatie brengt met zich mee dat universiteiten studenten moeten kunnen selecteren, aldus de raad. ‘Instellingen moeten de strategische keuzes rond selectie echter wel met elkaar afstemmen. Selectie mag immers niet leiden tot uitsluiting van studenten in het stelsel’, aldus de raad. ‘Studenten moeten een passende studie kunnen volgen, maar het kan zijn dat die opleiding wordt aangeboden bij een andere instelling dan die van hun eerste keuze.’

De roep om selectie aan de poort klinkt al jaren. De Universiteit Leiden deed in het collegejaar 2004-2005 een onderzoek bij de studies Italiaans, Frans, Duits en geschiedenis en psychologie naar selectie aan de poort. Toen bleek dat ‘ook studenten die op basis van selectie buiten de boot zouden vallen, later toch goede studieresultaten konden behalen,’ zoals Mare schreef in 2006. De Leidse poort bleef dan ook open.

Tom van den Brink, voorzitter van het Interstedelijk Studenten Overleg liet in de Volkskrant weten dat opleidingen studenten nu ook al ‘aan allerlei testjes onderwerpen om te zien of ze geschikt zijn. Die methodes zijn vaak niet wetenschappelijk onderbouwd.’

Het Leidse college van bestuur is nu bezig om een universiteitsbreed systeem van verplichte matching op te zetten om zo aankomende studenten een beter beeld te geven van opleidingen. Studenten kunnen echter met dat systeem niet buiten de deur worden gehouden.