Columns & opinie
Kop is stigmatiserend
De kop ‘Meer mannen = meer wangedrag’ is onjuist en stigmatiserend, schrijft Marijke Naezer.
Gastschrijver
donderdag 19 september 2019

Wat jammer dat jullie voor de kop ‘Meer mannen = meer wangedrag’ hebben gekozen, en dat hier ondanks mijn bezwaren aan is vastgehouden. Deze kop geeft niet de strekking van het interview weer en is bovendien onjuist en stigmatiserend.

De kop doet geen recht aan het interview, omdat dit niet ging over de plegers van wangedrag binnen de wetenschap, maar over ons onderzoek naar de ervaringen van slachtoffers, de effecten die wangedrag op hen heeft, en de structuren die wangedrag mogelijk maken. Vreemd dus dat er gekozen is voor een kop die over plegers gaat.

Wel heb ik in het interview aangegeven dat ons onderzoek laat zien dat gender een rol speelt. Geïnterviewden merkten bijvoorbeeld dat van vrouwelijke academici bepaald, stereotiepe gedrag wordt verwacht. Als je je “anders” gedraagt, loop je het risico op nare reacties en wangedrag. Die nare reacties lijken bovendien makkelijker te worden geuit jegens vrouwen dan jegens mannen. Daarnaast speelt gender volgens de geïnterviewden een rol in de manier waarop wordt omgegaan met klachten van vrouwen: vrouwen worden vaak niet serieus genomen als zij wangedrag aan de kaak stellen. Tot slot lijkt het erop dat mannelijke plegers beschermd worden door het old boys network, waardoor zij makkelijker wegkomen met wangedrag.

Dit alles wil niet zeggen dat alle plegers van wangedrag in de wetenschap mannen zijn, en alle slachtoffers vrouwen, maar wel dat het systeem vrouwen kwetsbaar maakt om slachtoffer te worden, terwijl het mannelijke plegers beschermt.

In het interview werd ook gevraagd of wangedrag in de academische wereld vaker voorkomt dan elders. Aangezien ons onderzoek hier niet over ging, kon ik hier weinig definitiefs over zeggen. Ik gaf wel aan dat er redenen waren om te vermoeden dat dit zo zou kunnen zijn. Ten eerste is er ons eigen onderzoek, waarin een aantal academische structuren worden blootgelegd die wangedrag in de hand werken, zoals hiërarchieën en machtsongelijkheden, individualisme en competitie. Ten tweede is er Amerikaans onderzoek, waaruit blijkt dat één specifieke vorm van wangedrag, namelijk seksuele intimidatie, in de VS relatief vaak voorkomt binnen het leger en de academie. Dit zijn ook weer sectoren met een “masculiene” werkcultuur, wat opnieuw de aandacht vestigt op het gender-aspect. Hierop is vervolgens de kop van het artikel gebaseerd, die stelt dat “meer mannen, meer wangedrag” betekent.

Echter, we kunnen op basis van het Amerikaanse onderzoek over één vorm van wangedrag niet zomaar iets zeggen over alle vormen van wangedrag in Nederland. En zelfs al zouden specifieke, “masculiene” sectoren in Nederland onevenredig last hebben van wangedrag, dan nog wil dat niet per se zeggen dat er een lineair verband bestaat tussen het aandeel mannen en het vóórkomen van wangedrag, zoals de kop insinueert. Een masculiene cultuur met wangedrag kan immers ook prima in stand gehouden worden door vrouwen. En misschien nog wel het meest pijnlijke is dat de kop heel gemakkelijk te interpreteren is op organisatie- of individueel niveau: alsof het aannemen van meer mannen per definitie zal leiden tot meer wangedrag. Van daar is het maar een kleine stap naar: “alle mannen zijn fout.”

Gender speelt een rol in wetenschappelijk wangedrag en dat mag zeker benoemd worden, maar een dergelijke stigmatisering van mannen draagt niet bij aan het oplossen van het probleem. Sterker nog: het zorgt ervoor dat de oplossing weer een stukje verder weg komt te liggen. En laat dat nou net niet mijn doel zijn geweest toen ik besloot mee te werken aan een interview met Mare.

Marijke Naezer is genderstudies-wetenschapper