Sinds 2010 is het aantal Leidse studenten gemiddeld met vijf procent per jaar gestegen, en het aantal internationale studenten zelfs bijna verdrievoudigd. Die moeten ergens wonen. Wie is daar verantwoordelijk voor?
’t Hart: ‘Die verantwoordelijkheid ligt primair bij de gemeente. Wij hebben natuurlijk wel een rol hierin. Die proberen we in te vullen.’
Kroes: ‘We overleggen met de gemeentes Leiden en Den Haag in taskforces en breed samengestelde werkgroepen over de ontwikkelingen en prognoses.’
’t Hart: ‘Er wordt nu voortvarend gewerkt. Over een paar jaar hebben we misschien zelfs te veel studentenkamers.’
Kroes: ‘Ssssst! Er zijn stappen gezet, maar we zijn nog ver van dit ideaal verwijderd.’
Wat doet het Housing Office precies?
’t Hart: ‘Verreweg het grootste deel van de internationale studenten vindt zelf een plek. Housing is er met name voor de short stay, studenten die hier bijvoorbeeld een half jaar een minor of een stage doen. We maken afspraken met studentenhuisvester DUWO over gemeubileerde kamers die speciaal voor deze groep worden gereserveerd. Daar zijn we mee begonnen omdat DUWO de internationale studenten geen zekerheid kon bieden. Wij doen dat wel, maar uiteraard alleen voor de kamers die we afnemen.’
En hoe gaat het daarmee?
‘Wij hebben alleen zicht op de mensen die zich bij ons melden. In september stonden er nog 13 mensen op de wachtlijst, dat is niet heel veel. Vorig jaar was dat anders: toen hingen er spandoeken en kwamen studenten verhaal halen bij het college van bestuur. Dit jaar zijn er meer eenheden: 70 aan de Leidsche Schans; 80 van de 140 in Voorschoten zijn al klaar, de rest volgt spoedig. Het aantal studenten groeit nog wel, maar minder hard. De universiteit adviseert nu ook studenten die geen kamer hebben geregeld om niet naar Leiden te komen. Het gaat vooruit, al is er nog wel een discrepantie tussen wat studenten willen en wat ze hebben.’
De kamers van Housing zijn dan ook erg duur.
‘Het zijn prijzen die we doorkrijgen van DUWO, berekend volgens het puntensysteem voor huurwoningen. Omdat het gemeubileerd is, komt er nog een bedrag bovenop. De vergelijking met Nederlandse studenten die goedkoper wonen gaat scheef, want die huren een ongemeubileerde kamer.’
En de studenten die een bachelor of master komen doen, en dus langer blijven?
Kroes: ‘Diplomastudenten proberen we een plek te geven in het reguliere segment.’
Maar daar heeft deze groep het moeilijk. Ze hebben geen netwerk, en veel studentenhuizen hanteren een ‘No Internationals’-beleid. Moet de universiteit niet ophouden ze te werven, zolang er zo’n kamernood is?
’t Hart: ‘We hebben maar heel beperkte sturingsmogelijkheid. Er wordt niet heel breed ingezet op werving, maar als studenten hier wil studeren en toelaatbaar is, moeten wij hem of haar toelaten.’
Er studeren duizenden internationale studenten in Leiden. Hoe komen die hier, als er zo weinig wordt geworven?
‘Universitaire ranglijsten spelen een grote rol, en daarin scoren Nederlandse universiteiten goed. Wij doen ons best om ze een goede start te geven.’
Kroes: ‘Dat is ook belangrijk, want onze eigen studenten willen ook naar het buitenland. Dat kan niet als wij zelf geen mensen ontvangen.’
’t Hart: ‘En bedenk: we mogen ze niet zelfstandig huisvesten op een eigen campus, zoals sommige andere universiteiten. We mogen ook geen winst én geen verlies maken op deze huisvesting: het geld dat de universiteit krijgt, is immers bedoeld voor onderwijs en onderzoek.’
Geen campus bouwen? Er komen 600 studentenwoningen bij de ingang van het BioSciencePark, en er zijn plannen voor nog eens 300 kamers aan de andere kant ervan, in het Moeras.
Kroes: ‘De universiteit heeft grond, en soms zelfs een gebouw dat kan worden hergebruikt. Soms zijn die gebouwen ook geschikt om studenten of medewerkers in te huisvesten. In het verleden het Hugo de Groot-gebouw waar de rechtenfaculteit in zat, recenter de oude geneeskunde-gebouwen. In het verbouwde anatomiegebouw zitten nu 165 promovendi, bijvoorbeeld.
‘Bij het entreegebied van het BioSciencePark waren er beperkte mogelijkheden, want het aantal postzegels in deze stad is gering. Daar hebben we bij sommige ontwikkelingen in het gebied de studentenhuisvesting onderdeel gemaakt van de opdracht voor de projectontwikkelaars.’
Door Susan Wichgers en Bart Braun
In iedere studentenstad is er minstens één organisatie die voorziet in studentenhuisvesting. In Leiden is dat DUWO. De helft van de studenten die hier studeren én wonen, huurt via DUWO. Zij hebben een campuscontract, wat inhoudt dat ze binnen zes maanden na afstuderen moeten verhuizen, zodat er weer plek is voor nieuwe eerstejaars.
De andere helft van de studenten woont dus in het ‘flexibele aanbod’; woningen die iedereen zou kunnen huren. Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken pleitte eerder dit jaar voor meer structureel aanbod in studentenwoningen. Grote aantallen studenten in dat flexibele aanbod zorgt dat huisjesmelkers vrij spel hebben. Als er meer studentenwoningen komen, is het andere goede nieuws dat er ook weer meer woningen beschikbaar komen voor niet-studerende woningzoekers.
DUWO is daarmee bezig: vorig jaar waren er in Leiden 6819 studentenwoningen. Dit jaar zijn daar al 600 bijgekomen. En voor 2026 worden er, als het aan de gemeente ligt, nog eens 2100 gebouwd.
De gemeente Leiden worstelt al langer met verkamering. Studenten moeten ergens wonen, maar buurtbewoners zitten vaak niet te wachten op een studentenhuis in de wijk.
De gemeente is nu bezig met een plan om straatquota voor verkamering, wat slecht nieuws is voor studenten. Het aandeel panden dat mag worden verkamerd in de binnenstad, zou dan op 15 procent per straat liggen. Dat terwijl ongeveer één op de drie inwoners van de binnenstad in de leeftijdscategorie 18 tot 26 valt – studenten dus.
Naar schatting worden zo’n 400 tot 600 studenten die nu in een illegaal verkamerd pand wonen hun huis uitgezet. Eerder deze maand op de inspraakavond voor het plan kwamen maar liefst dertig studenten hun verhaal doen.
Het is nog niet duidelijk wat de gemeente precies met die inbreng gaat doen. Op 31 oktober wordt er inhoudelijk over gedebatteerd door de raadscommissie Stedelijke Ontwikkeling.