Studentenleven
Ineens ging de stad op slot en zat iedereen op elkaars lip
Charlotte Boin wilde de verhalen van de pandemie vastleggen en schreef een boek over de Leidse universiteit in coronatijd. ‘Hoe een crisis alles ontregelt, is fascinerend.’
Sebastiaan van Loosbroek
dinsdag 14 september 2021
Minervahuis ‘Qui mal y pense’ ging compleet op slot. Foto Simone Both

Met een kop thee in haar hand zat Charlotte Boin (22, researchmaster sociologie Erasmus Universiteit) achter haar laptop. Via Zoom zou ze oud-rector Carel Stolker en vicevoorzitter van het college van bestuur Martijn Ridderbos interviewen. ‘Toen Ridderbos in beeld verscheen riep Carel opeens heel enthousiast: “Hé Martijn!” Ik schrok zo erg dat ik de thee over me heen morste. Ze bleken elkaar al een paar maanden, sinds Carels afscheid in februari, niet meer te hebben gezien.’

Het is tekenend voor de situatie waarin de Universiteit Leiden op dat moment verkeerde: studenten en medewerkers hadden elkaar al maanden niet meer in levenden lijve gezien en zaten opgesloten in studentenhuizen en geïmproviseerde werkkamers. In niets leek de universiteit nog op wat het al die decennia daarvoor was.

‘Ik vind het fascinerend wat er gebeurt als zo’n grote organisatie als de universiteit voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog haar deuren sluit’, vertelt Boin. ‘Die verhalen wilde ik vastleggen.’ Dat deed ze in het boek Plots stond het Leidse leven stil, dat vanaf deze week in de winkel ligt.

Alles op de schop

Opvallend is wel dat ze zelf niet in Leiden studeert, maar in Rotterdam. Waarom dan toch de Leidse universiteit? ‘Ik ben hier opgegroeid, van jongs af aan hoor ik dat dit de mooiste universiteit van Nederland is.’

‘Bij de meiden viel het mee, maar dat háár bij die gasten! Zo lang in de nek’

Haar vader Arjen Boin is daarbij zeker van invloed, legt ze uit. Die is hier namelijk hoogleraar op het gebied van, jawel, crisismanagement en rampenbestrijding. ‘Daar hoor ik van kinds af aan al over. Vroeger wilde ik crisismanagementonderzoeker worden. Ik vind crises fascinerend: hoe alles op de schop gaat en alles is ontregeld. Het is heel bijzonder om dat zelf mee te maken.’

Voor haar boek interviewde ze Leidse studenten, wetenschappers en bestuurders. ‘Het moest een tijdsdocument worden met informatie die je niet snel in de kranten kunt terugvinden, maar met details die we anders over een paar jaar zijn vergeten.’

Coronakapsels

Wat ze zelf opvallend vond, waren de rituelen in studentenhuizen. Voor haar boek bezocht ze er twee: het Minervahuis ‘Qui mal y pense’ aan het Rapenburg en dubbelgemengd huis ‘De Singelaer’ aan de Witte Singel. ‘Bij een huisgenoot in quarantaine legden bewoners drie keer per dag een bordje eten voor de deur, of ze brachten een biertje.’ Maar ook de coronakapsels vielen op: ‘Bij de meiden viel het nog wel mee. Maar bij die gasten, dat háár! Zo lang, achter de oren en in de nek.’

Bewoners van ‘De Singelaer’ aan de Witte Singel. Foto Simone Both

Beide plekken hadden ‘superstrenge’ coronahuisregels, die overigens totaal verschillend tot stand kwamen. ‘Bij De Singelaer ging het heel democratisch, door middel van lange vergaderingen met ingewikkelde procedures. De bewoner die het voorzichtigst was, kreeg doorgaans gelijk. Bij Qui mal y pense ging het een stuk sneller: de huisoudste bepaalt.’

Het huis ging volledig op slot. ‘De vriendinnen van de jongens mochten anderhalve maand niet over de vloer komen, buiten voor het huis zitten mocht ook niet meer, want dan zou handhaving langskomen. Ineens zaten ze op elkaars lip en lette iedereen continu op elkaar.’

Paria’s

Ondanks de strikte regels in het studentenleven, ging het soms toch mis. Bijvoorbeeld bij roeivereniging Njord, die vorig jaar september plotseling acht weken de deuren moest sluiten wegens een clusterbesmetting. ‘De toenmalige voorzitter vertelde dat dat heel vergaande consequenties had: leden werden weggestuurd van werk, alleen maar omdat ze lid waren bij Njord. De vereniging werd ineens ook niet meer uitgenodigd voor roeiwedstrijden. Voor heel even waren de leden een soort paria’s.’

De ‘corona-wc’ in ‘De Singelaer’. Foto Simone Both

Boin wilde niet alleen het studentenleven in beeld brengen, maar ook de situatie van wetenschappers en promovendi. ‘Ik was heel erg verbaasd hoe iedereen er het beste van wilde maken. Er is keihard gewerkt en creatief met de situatie omgegaan. Remco Breuker zei bijvoorbeeld dat er veel minder controle was omdat iedereen thuis werkte, en dat dat prima ging. Hij ziet dat als bewijs dat die hiërarchie binnen de universiteit minder nodig is.’

En er is meer positiefs te melden over de crisis, vindt ze. ‘Digitaal onderwijs heeft een vlucht genomen, waar vooral studenten met een functiebeperking profijt van kunnen hebben.’ Daarnaast is de universiteit volgens haar wakker geschud door de enorme impact van het virus. ‘Ze houden nu heel actief rekening met nog een pandemie. Mocht die er weer komen, dan is iedereen veel beter voorbereid.’


Charlotte Boin, Plots stond het Leidse leven stil. Studeren in coronatijd. Uitgeverij Verse Lucht, 199 pgs. € 20