Opeens is het donker. ‘Ik schrok ervan’, fluistert Vicky van Galen Last. ‘Stond ik nou zomaar nog te praten?’ Behalve donkerder is het ook een stuk stiller op de Breestraat: voorbijgangers praten allemaal op gedempte toon.Van Galen Last behoort deze zondagavond tot het zogenoemde plaksquad. Die speciale eenheid trekt door de stad om de nieuwste creatie van lichtkunstenaar Daan Roosegaarde te bewaken: tijdens het evenement Seeing Stars heeft hij Leiden verduisterd zodat de inwoners eindelijk weer eens naar de hemel kunnen kijken om van de sterren te genieten.
Natuurlijk, erkent Roosegaarde, dit idee past in een lange traditie van steden in duisternis, zoals Earth Hour, Nacht van de Nacht en Nacht van het Wad (‘En die zijn ook allemaal netjes uitgenodigd’), maar Seeing Stars is nóg radicaler: ‘Het gaat er niet alleen om dat het donker is, maar echt dat je de sterren kunt zien. En dan moet je echt álles uitzetten.’
De straatverlichting was al lastig genoeg. ‘Sommige lichten kregen we gewoon niet uit. Niemand wist van wie die waren, het waren een soort weeskindjes’, vertelt Roosegaarde. Wat bewoners en winkels zouden doen, was helemaal niet te voorspellen. Vandaar het plaksquad: gewapend met aluminiumfolie en plakband gaan zij de strijd aan met het overgebleven licht. Door vergeten lampen en felverlichte etalages af te plakken maken zij de duisternis compleet.
Bezorgde boa's
Dat niet iedereen op de hoogte is van het geplande evenement, blijkt als bezorgde boa’s op een busje aflopen dat achter het stadhuis paraat staat om bij eventuele calamiteiten snel te kunnen uitrukken en de verlichting weer aan te zetten. ‘Wat gaat hier gebeuren, dan?’ vraagt een van de handhavers. Gelukkig heeft het plaksquad ook flyers bij zich. Een van de boa’s is meteen geïnteresseerd: ‘Ik kom na mijn dienst nog even kijken.’
Naast nalatige bewoners en winkeliers is er een nog minder voorspelbare factor: het weer. Al vanaf het begin van de avond kijkt iedereen zenuwachtig naar de lucht, en een regenbui rond half tien doet het ergste vrezen. Arnoud Apituley, klimaatonderzoeker bij het KNMI, kan de bezoekers weinig houvast bieden: ‘We moeten maar gewoon hopen op het beste.’
Tien uur. Vanaf het dak van de Sterrewacht kijken de genodigden uit over de stad wanneer de lichten doven. Niet overal tegelijk, en nog niet allemaal. Werk aan de winkel dus voor het plaksquad, die eerder al een lamp boven de poort naar de Sterrewacht preventief afplakten. ‘We hadden een ladder geleend van een glazenwasser, heel hoog. Om tien uur ging dat licht uit. Maar je kan daar niet op gokken, hè? We nemen ons werk heel serieus.’
Volgende bron van lichtvervuiling zijn twee etalages, van een kleermaker en een brillenzaak, recht tegenover de trappen van het stadhuis waar de organisatie burgemeester Henri Lenferink wil filmen, terwijl hij naar de hemel staart. Als blijkt dat folie onvoldoende is, ziet een van de teamleden drie afgedankt matrassen liggen. Met vereende krachten zetten de plakkers het grofvuil rechtop tegen de ruit. Ook weer opgelost.
‘Ook hier op het stadhuis is iemand vergeten een knop om te zetten’, veronderschuldigt de burgemeester zich, gebarend naar enkele ramen van het stadhuis waarachter inderdaad nog licht brandt.
Recht op volle sterrenhemel
Hij geniet van Seeing Stars, vertelt Lenferink: ‘De sfeer in de stad is heel anders.’ Ook voor de gemeente was het een mooi project, vindt hij: ‘Wij krijgen nooit een vraag als deze. Het moet juist altijd beter verlicht worden. Maar dit is een heel maatschappelijk relevante vraag. Als je ver van de bewoonde wereld bent, kun je ‘s avonds erg veel sterren zien, ook heel kleintjes. Dan zie je dat de hemel eigenlijk heel vol is en merk je wat je hier in de stad mist. En misschien hebben we er ook wel recht op om dat te kunnen zien.’
Dat het in- en uitschakelen van de straatverlichting een ingewikkelde operatie is, blijkt als het licht weer aan mag. Hoewel de cameraploeg van Roosegaarde zorgvuldig heeft afgeteld, vertoont precies de lantaarn die ze willen filmen geen leven. De cameraman houdt vol en wanneer iedereen minuten later de hoop al bijna verloren is, springt het licht toch aan en staat het mooi op beeld.
‘Andere steden gaan dit omarmen’, voorspelt Roosegaarde. ‘Dit is één avond, maar hoe zit het met die andere 364 dagen? Venetië was hier, Stockholm, Reykjavik belde even in. Juist in een tijd waarin overheden over de hele wereld oproepen om stroom te besparen laten we zien dat we met z’n allen meer kunnen doen met minder. Ik vond het sprookjesachtig! Het was echt een soort performance waar we met z’n allen in zaten. En nu zijn we weer terug in het echte leven.’