Columns & opinie
Ik zou in vetgedrukte hoofdletters willen schrijven: WEET IK VEEL?!!
Net als de fantastische virologen en epidemiologen moet ook ik toch iets nuttigs te melden hebben?
Benjamin Sprecher
donderdag 23 april 2020

‘Ja, het is allemaal heel erg en zo, maar uiteindelijk verschilt de mens bar weinig van een schimmel in een petrischaaltje, en het is ook gewoon hartstikke interessant om te zien wat er gebeurt als die schimmel de rand van het schaaltje bereikt.’

Aldus sprak een van mijn favoriete collega’s, gevraagd of je depressief wordt van onderzoek doen naar de gevolgen van klimaatverandering.

Ik moest daaraan terugdenken, toen ik werd gevraagd om een analyse te schrijven over de effecten van Covid19 op de mijnbouw van een paar specifieke metalen. Ja, natuurlijk wilde ik dat wel doen. Het is niet vaak dat we als wetenschappers echt iets kunnen bijdragen aan de vragen die nu, op dit moment spelen. En net als de fantastische virologen en epidemiologen moet ook ik toch iets nuttigs te melden hebben - zij het op een onderwerp dat toch net wat minder mensen aangaat.

In principe zou ik over een mening paraat moeten hebben. Ik ben immers gepromoveerd op supply chain disruptions van precies die specifieke metalen. Wat gebeurt er als zo een dergelijk productiesysteem verstoord raakt? Dat was de vraag mijn proefschrift, en dat is ook min of meer de vraag van deze analyse.

Conceptueel kun je systeemverstoringen indelen langs twee assen: snel/langzaam en vraag/aanbod. Een snelle verstoring is bijvoorbeeld een natuurramp waardoor een mijn geen erts meer kan produceren. Een langzame verstoring kan zijn dat de gemiddelde ertsgraad van een metaal door de jaren heen steeds meer daalt.

‘Zo’n wereldwijde verstoring is een wetenschappelijk Walhalla, maar in de overdaad aan data heb je geen houvast meer’

Dat zijn beide verstoringen van het aanbod. Verstoringen van vraag heb je natuurlijk ook. Een langzame is bijvoorbeeld het overstappen op elektrische auto’s. Heel snel gaat het allemaal niet, maar op gegeven moment zorgt het voor een enorme afname in de vraag naar benzine.

En een snelle verstoring was bijvoorbeeld toen Youp van ‘t Hek in een oudejaarsconference een grap maakte over een alcoholvrij biermerk (‘Buckler, dat kent u toch wel? Dat is dat gereformeerde bier. Buckler-drinkers, daar heb ik een hekel aan. Van die lullen van een jaar of veertig die naast je in het café staan met hun autosleutels’).

Vervolgens wilde niemand het spul meer aanraken. Een paar jaar later was het niet meer te koop.

Nog zo’n snelle verstoring?

Nou, als de helft van de wereldbevolking van de ene op de andere dag in lockdown zit.

Een theoretisch kader heeft nut om informatie te ordenen. Je kan er hypothesen omheen bouwen. Bijvoorbeeld, hoe sneller de verstoring, hoe minder tijd mensen hebben om rationeel na te denken en hoe meer paniekreacties je krijgt die de verstoring alleen maar erger maken (denk: wc-papier).

Maar als alles tegelijkertijd gebeurt, op alle assen die je kan bedenken, en op alle schaalniveaus? Ja, het is een wetenschappelijk Walhalla, maar in de overdaad aan data heb je ook geen houvast meer.

Ik kom er uiteindelijk wel uit. Maar op dit moment zou ik toch vooral in vetgedrukte hoofdletters willen schrijven: WEET IK VEEL?!!

Maar vooral ook: een objectieve uitspraak over het petrischaaltje doen, is toch behoorlijk moeilijk als je na een maand in je huis zitten heel bewust bent van je eigen status als schimmel.

 

 Benjamin Sprecher is onderzoeker bij het Centrum voor Milieuwetenschappen