Huis: De Stichting (Herenstraat)
Huur: €635
Huisgenoten: 3
Oppervlakte: 30m2
Een hele hoop Feyenoord, jij komt vast uit Rotterdam?
‘Nee, helaas. Mijn ouders wonen in de buurt van Haarlem. Het zit in de familie: mijn opa was voor Feyenoord, mijn vader ook. Als kind ga je dan eerst heel interessant doen, maar uiteindelijk zwicht je toch ook voor dezelfde club.
‘Ik heb een seizoenskaart, dus als het kan, ga ik elke twee weken en eigenlijk laat ik daar niks tussenkomen. Dit weekend lukte het niet vanwege een deadline, daar heb ik dan wel flink de tyfus in.’
Wat vind je er zo mooi aan?
‘Ik houd van de mensen die er komen, rauwe types uit de arbeidersklasse, zonder poespas, geen spelletjes. Er is daar een man die altijd in de rust spekkies uitdeelt aan de hele club. Zo heerlijk vind ik dat. Laatst zat ik een keer te kloten met mijn trui, die zat dubbel achter mijn rug. Iemand zag dat, wist meteen wat er aan de hand was en fixte het voor me. Niks is daar raar.'
‘Je bent er met 50.000 man en wil allemaal hetzelfde, dat is mooi hoor, dat heb je nergens anders. Tijdens de wedstrijd zelf ben ik echt ontoerekeningsvatbaar. Achteraf denk ik soms: wat heb ik nu toch weer allemaal geschreeuwd? Maar goed, dat hoort erbij hè.’
Sport je zelf ook?
‘Ik heb een personal trainer die een paar keer per week komt. Als ik dat niet doe, gaat het gauw achteruit. Vaak doe ik ’s ochtends wat oefeningen, gewoon hier in huis, met elastieken en gewichten. Ik train mijn bovenlichaam en mijn benen, zodat ik in bed kan stappen enzo. Door zuurstofgebrek bij de geboorte zit ik in een rolstoel. Dus als ik dat soort dingen niet meer zou kunnen, raak ik veel vrijheid kwijt. Nu heb ik alleen wat hulp nodig met bijvoorbeeld douchen. Daarna kan ik zelf bepalen wanneer ik ga slapen.’
Zou je niet naar Rotterdam willen verhuizen?
‘Ja, dat wil ik zeker. Sommige mensen worden in een verkeerd lijf geboren, ik in de verkeerde stad. Maar goed, in dit huis heb ik het nu optimaal geregeld, beter dan dit krijg je het niet. Of tenminste: daar zal dat uiteindelijk ook lukken, maar dat gaat een hoop geld kosten.
‘Hier heb ik allerlei aanpassingen, zoals die lift daar. Daarmee kan ik makkelijk naar boven, waar de woonkamer zit. Ik woon nog met drie andere huisgenoten met wie ik samen eet als het even kan. Ik heb veel geluk gehad dat mijn ouders dit huis konden kopen en aanpassen, anders had ik denk ik nog thuis moeten wonen.
‘Het eerste jaar ging ik met een taxibusje vanuit huis, maar dan ben je dus altijd afhankelijk. Hier heb ik alle vrijheid. Als ik ergens heen wil, kan ik meteen gaan, en naar de rechtenfaculteit kan ik in één rechte lijn.’
Leiden lijkt me alleen geen ideale rolstoelstad.
‘Leiden is een kutstad: alles is scheef, stoepjes zijn smal. Die steile brug bij de Annie’s, waar de Action zat, die is het allerergst. Als je daar naar beneden moet, is dat echt link. Maar in de meeste situaties denk ik: hup, gooien met die rolstoel, en dan gaat het prima.’