Welke regels gelden er precies?
Verplichte maatregelen zijn er eigenlijk verrassend weinig. Het magische getal bij colleges, barbecues, promoties en andere evenementen is 75: zoveel mensen mogen samen in een zaal zitten. Dat is exclusief medewerkers, overigens. De docent kan je erbij optellen, of het ondersteunend personeel bij andere evenementen, zoals de cameramannen bij de opening van het academisch jaar.
Verder geldt de anderhalvemeter-regel niet meer in het onderwijs. Daar staat dan wel tegenover dat een oude regel terugkomt: mondkapjes. Als je loopt of staat dus mondkapje op, en als je zit mag het weer af.
Let op: deze regels gelden alleen in de universiteitsgebouwen. In de gewone buitenwereld (of bij evenementen die buiten worden gehouden) geldt de anderhalve meter wel.
Is dat alles?
Nee, dit is alles wat verplicht is. Veel van de maatregelen leunen op het goede gedrag van de docenten en studenten: vaak testen, laten vaccineren, het melden van besmettingen en thuis blijven bij klachten. Dit mag en kan de universiteit niemand verplichten, en mag er ook niet op controleren, dus er is vooral een aanmoedigingsbeleid om twee keer per week een zelftest te doen (die je gratis kan bestellen), je te laten vaccineren, thuis te blijven bij klachten en besmettingen te melden. Doe ook de Coronacheck, en reis als dat kan buiten de spits.
Is het overal hetzelfde?
Niet helemaal. Het LUMC vindt de versoepelingen te snel gaan, en houdt in alle gebouwen wel vast aan de anderhalve meter. ‘Dit doen we om studenten en medewerkers (en daarmee de patiënten) te beschermen: de situatie in onze regio, Hollands Midden, is nog steeds ernstig’, meldt de woordvoerder. ‘We vinden het belangrijk om voorzichtig en geleidelijk te versoepelen op basis van de kennis die we opdoen tijdens de introductieperiode. Half september wordt de tussenstand opnieuw opgemaakt. Rond die tijd informeren we iedereen weer over de laatste stand van zaken.’
Daar staat wel tegenover dat je daar dan geen mondmaskers op hoeft te doen. ‘Tenzij de anderhalve meter niet goed kan worden gehandhaafd.’
Is het op de rest van de universiteit dan wel veilig?
Er zijn zorgen. In de collegezalen mogen studenten dicht op elkaar zitten, zonder mondkapje. Daar is niet iedereen blij mee. Vorige week stuurde een groep docenten een brandbrief naar het college van bestuur om te protesteren tegen de snelle versoepelingen, die volgens hen vooral door een ‘lobby van de VSNU’ (de koepelorganisatie van universiteiten) tot stand zijn gekomen.
Ook de universiteitsraad heeft vragen over de veiligheid. ‘Er is donderdagochtend een extra overleg tussen de fractievoorzitters van de partijen en het college van bestuur’, mailt Maaike van Naerssen, voorzitter van de FNV-fractie. ‘We hadden graag gezien dat medewerkers meer bij de besluitvorming betrokken waren, zodat zorgen vroegtijdig geadresseerd konden worden. Daarbij moet ook worden gezegd dat er medewerkers zijn die positief tegenover de openstelling van de universiteit staan en ernaar uitkijken weer onderwijs op de campus te kunnen geven. Het lastige is dat niet goed duidelijk is hoe sterk de verschillende sentimenten leven.’
De communicatie met medewerkers lijkt per faculteit of opleiding nogal te verschillen. ‘Daarbij gaat het bijvoorbeeld om welke stappen je als onderwijsmedewerker moet nemen als je om persoonlijke redenen liever niet op de campus lesgeeft. We bespreken donderdagochtend met het college hoe de onzekerheid en frustratie bij medewerkers kan worden weggenomen.’
Mogen docenten er wel voor kiezen om thuis te werken?
Lastig te zeggen. Het moet in ieder geval in overleg. De VSNU schrijft voor dat ‘van de instelling wordt verwacht om met medewerkers en studenten die om gezondheidsredenen nog aarzeling of angst hebben om de anderhalve meter los te laten met maatwerk en vanuit gezond verstand en wederzijds respect tot passende oplossingen te komen.’
Maar alleen angst en zorgen zijn geen reden om online onderwijs te mogen geven, staat in een document dat personeelszaken op 30 augustus naar ‘leidinggevenden’ stuurde. ‘De universiteit gaat op een verantwoordelijke manier open’, staat er. ‘In principe moet de werknemer naar de universiteit komen als de werkgever daarom vraagt.’
In een overleg kunnen zorgen worden weggenomen, maar ‘alleen er geen goed gevoel over hebben’ is niet voldoende reden om thuis te blijven werken. ‘Als een medewerker toch weigert te komen, kan dit in sommige gevallen geclassificeerd worden als werkweigering’.
De schrijvers van de eerder genoemde brandbrief zien liever dat docenten hier zelf meer zeggenschap over hebben: ‘Het gaat ons om de keuzevrijheid om een college niet fysiek te hoeven geven. Het is niet altijd duidelijk wat er wel en wat er niet mag, en dat verschilt ook per faculteit’, vertelt Elmer Veldkamp, universitair docent Koreastudies.
‘Bij Geesteswetenschappen is het onderwijs in principe on campus, dat staat in de handleiding die wij hebben gekregen. Je moet je best doen om colleges online te mogen geven. Dat moet veel makkelijker worden gemaakt. Het is echt niet zo dat het een grote chaos wordt, als docenten dat naar eigen inzicht invullen.’
Voor de rest van het personeel geldt precies het tegenovergestelde: in principe thuis werken, maar als je toch naar de universiteit wil komen, overleggen met je leidinggevende.
Zijn de tentamens online?
Tot 20 september in ieder geval wel. Daarna mogen er wel tentamens worden afgenomen in groepen die groter zijn dan 75 studenten, mits er anderhalve meter afstand kan worden gehouden. Dat is logistiek nog best een puzzel. De Rechtenfaculteit meldt bovendien dat sommige locaties niet beschikbaar zijn, zoals de Holiday Inn, omdat dat nu een vaccinatiecentrum is. Er wordt nog gezocht naar alternatieven.
Er was toch ook iets met ventilatie?
Zeker! Het RIVM heeft daar regels voor opgesteld, en de universiteit heeft in de zomer gezorgd dat alles op orde is. Het belangrijkst is dat er geen gerecyclede lucht door de gebouwen zweeft. Daar zorgt mechanische ventilatie meestal voor, maar er zijn ook plekken waar die niet komt. Dan heb je ‘natuurlijke ventilatie’ nodig, een mooi woord voor facilitaire medewerkers die ’s ochtends alle ramen openzetten, en ’s avonds weer dichtdoen. Het Pieter de la Court-gebouw heeft een paar lokalen die niet aan de regels voldoen, en die worden dus niet gebruikt.
Hoeveel studenten zijn er eigenlijk gevaccineerd?
Goede vraag. Als we het bestuur van Geesteswetenschappen moeten geloven, gaat het wel lekker met die vaccinaties, al is het beter dit percentage met een korrel zout te nemen.
De vicedecanen stuurden in augustus namelijk een document naar medewerkers, waarin ze stelden dat de vaccinatiegraad heel hoog is: ‘Volgens de laatste berichten van de GGD Leiden is de vaccinatiegraad onder studenten (inclusief buitenlandse studenten) hoog ten opzichte van de leeftijdsgroep (90% is ten minste een keer gevaccineerd).’
De GGD Hollands Midden meldt echter dat zij helemaal niet bijhouden hoeveel studenten er zijn gevaccineerd. Zij mogen daar volgens de wet namelijk niet naar vragen. ‘Het is het beeld dat studentenverenigingen, GGD’s etc. krijgen vanuit gesprekken. Er zijn tot nu toe geen officiële, wetenschappelijke onderzoeken, waar specifiek naar studenten is gekeken. Derhalve gebruiken we deze cijfers indicatief’, reageert vice-decaan Jeroen Touwen desgevraagd.
De GGD heeft over Leiden laten weten dat in de leeftijdsgroep 12 jaar en ouder ongeveer 72 procent minsten één keer is geprikt. Landelijk is 57 procent van de leeftijdsgroep 18-25 volledig gevaccineerd.
Update vrijdag 10 september. De universiteitsraad heeft donderdag met het college van bestuur gesproken over het veilig geven van fysiek onderwijs. De raad vraagt het college om te benadrukken dat docenten de vrijheid hebben om studenten te verzoeken hun mondkapje op te houden in de collegezaal. De raad begrijpt verder dat een docent niet zonder overleg met leidinggevenden kan besluiten om geen fysiek onderwijs te geven. Maar stelt ook 'dat leidinggevenden en directe collega’s begrip moeten hebben voor de situatie' en op zoek moeten gaan naar 'passende oplossingen'. Verder is de raad kritisch op de verschilllen in het beleid tussen de faculteiten. Dat zorgt 'voor onrust en verwarring', met als gevolg de vraag: 'Waarom kan iets op een bepaalde plek wel en op een andere plek niet?' Dit leidt dan weer tot een 'gebrek aan vertrouwen in het beleid'. Lees het advies van de raad hier.