Als de voordeur van SSR aan de Hogewoerd opengaat komt de lucht van verschaald bier al naar buiten. Of de geur is blijven hangen tijdens de coronacrisis of dat de leden in de afgelopen maand hun best hebben gedaan de geur te herstellen is niet duidelijk.
Sinds een paar weken mogen horeca, en dus ook studentenvereniging weer open zonder beperkingen. ‘Voor mij was het wel als een soort thuiskomen’, zegt Sophie Casado Yanci, voorzitter van SSR. ‘De eerste week dat we open waren was onze open week, dus het was helemaal vol. Het was bizar om opeens tussen 400 man te staan na zo lang bijna geen contact.’
Bizar of niet, het opheffen van de maatregelen voelt als een opluchting voor tweedejaars lid bij SSR Yves Groenendijk (22, international studies): ‘Mijn eerste jaar was alles grotendeels dicht, soms was er een kleine borrel, maar dat is het gewoon niet. Nu kun je vrij rondlopen en nieuwe mensen ontmoeten.
‘Toen het voor het eerst weer kon was het wel wat onwennig. Ik zit bij een dispuut dat hard borrelt. Thuis probeerden we dat tijdens coronacrisis wel een beetje, maar daar heb je toch buren om rekening mee te houden.’
'Opgelucht'
Niet alleen voor de leden, maar ook voor bestuursleden is de heropening wennen, beaamt Wouter Geerts, voorzitter van Augustinus: ‘Een bestuursjaar is sowieso energierovend en als je hier twee of drie dagen in de week tot sluit staat, voel je dat wel. Maar dit is waarom ik bestuur wilde doen, dus het zijn luxeproblemen.’
Voor eerstejaars Madelief Hoftijzer (18, pedagogische wetenschappen) was de drukte op de vereniging helemaal onbekend: ‘Het was een opluchting. Toen ik in september lid werd, was het alleen zittend borrelen tot middernacht. De dynamiek met iedereen bij elkaar is nieuw voor me. Ik ben via een vriend die heel enthousiast was over zijn dispuut bij SSR gekomen, zelfs terwijl het pand dicht was. Dat was voor mij een reden om ook lid te worden. Het was erg fijn om die groep mensen te kennen. Zelfs in coronatijd heb je wat aan elkaar. De vereniging zit niet alleen in het gebouw.’
Ook op Augustinus bleven de banden tussen leden sterk tijdens de lockdown, zegt Geerts. ‘We waren niet bang dat onze cultuur zou verdwijnen. Maar wat er op de vereniging gebeurde verplaatste zich naar de huizen. Nu iedereen weer terug is, zie ik wel dat jongere leden soms nog niet weten hoe het werkt. Normaal laten ouderejaars een beetje zien hoe het moet. Dat heb je nu minder omdat het pand vol staat met eerste- of tweedejaars.’
Geerts en Casado Yanci zijn de eerste bestuursleden die na de sluiting hun vereniging weer open konden gooien. Toen ze een jaar geleden tekenden voor hun functie was dat helemaal niet zeker. Een agressieve mutatie van het coronavirus, en ze hadden een jaar lang naar een zoomscherm gekeken. ‘Het was een wilde gok dat alles open zou gaan, maar mijn wens is wel uitgekomen’, vertelt Casado Yanci. ‘Ik voelde me er een beetje bijgenaaid door corona. Ik wilde nog een jaar langer studeren, maar ik kon niet gaan reizen en de plekken waar ik wilde werken waren ook dicht. Daarom ben ik bestuur gaan doen. Alles wat meer was dan de ene week die mijn voorgangers open konden zijn, zou al top zijn. Dat is gelukt.’
‘Het was een risico, maar dat wilde ik honderd procent nemen’, zegt Geerts. ‘Als je dicht bent zijn er ook organisatorische dingen waarvan je kan leren. Maar als het dubbeltje de andere kant op valt ben je het eerste bestuur dat na twee jaar weer open kan. Als ik terugkijk zou ik het nog steeds zo hebben gedaan.’