Cultuur
Hoe klimaatpreppers zich voorbereiden op een natuurramp
Kunstenaar en fotograaf Zindzi Zwietering volgde klimaatpreppers die zich voor­bereiden op een natuurramp. ‘Maar ze weten ook wel dat je het met een blikje tonijn niet lang gaat volhouden.’
Sebastiaan van Loosbroek
donderdag 9 december 2021
Beeld Zindzi Zwietering

‘Onze verstandhouding met de natuur is best vreemd’, zegt Zindzi Zwietering (29). ‘We leven onder zeeniveau op zelf gewonnen land waar natuur eigenlijk niet bestaat. Over elk bosje en elke straathoek is nagedacht.’

Dat mag misschien een cliché zijn, maar inmiddels loopt dat moeraslandje steeds meer gevaar. ‘We hebben te maken met droogteproblemen, maar ook steeds meer met overstromingen. Aan alle kanten worden we bedreigd.’

Een steeds groter wordende groep mensen neemt die bedreigingen uiterst serieus, signaleert Zwietering. De kunstenaar en fotograaf sprak met Nederlanders die zich voorbereiden op een natuurramp: klimaatpreppers. ‘Al heb ik geprobeerd het woord prepper (iemand die zich voorbereidt op een noodsituatie, red.) te mijden. Dat heeft een negatieve connotatie, omdat je dan kan denken aan grote Amerikaanse bewegingen die zich met schuilkelders en geweren voorbereiden op invallen van aliens. Dat heeft niets te maken met de voorbereidingen die ik aantrof.’

We moeten af van onze groeiverslaving

Moeten we onze onstilbare honger naar meer en meer spullen een halt toeroepen, in een tijd waarin de mens de wereld nooit eerder zo sterk vervuilde? En zo ja, hoe kunnen we dan van die groeiverslaving afkomen en overgaan op een simpeler en duurzamer leven?

Daarover wilde Museum De Lakenhal een expositie maken. Niet alleen met gearriveerde kunstenaars, maar juist ook met activisten, docenten, theatermakers en vormgevers. Via sociale media deed het museum een oproep. Resultaat: bijna vijfhonderd inzendingen, tot Chili en China aan toe. Vijftien werken zijn door een jury geselecteerd (waaronder die van Zindzi Zwietering) en vormen de expositie If Things Grow Wrong, die tot 20 februari 2022 is te zien.

Zo confronteert onderzoeker en vrijwilliger bij een kringloopwinkel Tinka van der Kooij de bezoeker met een torenhoge stapel kleding. Per jaar belandt in Nederland 136 miljoen kilo kleding in de kledingcontainer (8 kilo per persoon), waarvan veruit het grootste deel op de vuilnisbelt terechtkomt en wordt verbrand. Slechts 1 procent van alle afgedankte kleding zou worden gerecycled.

Overigens heeft de tentoongestelde kleding wel eerst drie weken in de vriezer gelegen, vertelt expositieleider Jacowies Surie: ‘Tegen motten en ander ongedierte, want dat moeten we niet hebben in een museum.’

Verderop staat een houten doodskist. De maker, docent en goochelaar Mohammad Faizi Nazir, wil bezoekers confronteren met hun eigen deadline door ze een bijna-doodervaring te geven.

En wat laten wij eigenlijk achter? Walter van der Velden en Aart Kuipers maakten van afval ogenschijnlijk klassieke fossielen, waarbij een gieter wordt aangezien voor een kop en een kleerhanger voor een staart. Daarmee willen ze de bezoekers laten nadenken over onze constante behoefte aan nieuwe spullen en de diepe sporen die we daarmee op de planeet achterlaten.

Via een oproep op sociale media, door internetfora af te struinen en door ‘ouderwets briefjes op te hangen’ in (natuur)supermarkten, probeerde ze deze mensen te vinden. Dat viel niet mee. ‘Veel die ik sprak zijn heel mediaschuw, dus ik heb erg mijn best moeten doen om vertrouwen te wekken. Het hielp dat ik ze niet voor de camera hoefde te krijgen, maar alleen in gesprek wilde.’

Uiteindelijk sprak ze een tiental mensen uit heel het land, tussen de 21 en 65 jaar en voornamelijk mannen. ‘Ik heb maar één vrouwelijke prepper gesproken. Het leeft vooral onder survivalaars en bushcrafters, iets wat vooral mannen doen.’

Ze verwachtte een groep mensen die zich dag in dag uit zou bezighouden met de voorbereidingen. ‘Maar dat was niet altijd zo. Ik sprak een man van eind twintig die gewoon een 9-tot-5-baan heeft bij een verzekeringsmaatschappij. Hij heeft standaard een vluchttas in de hoek van de kamer staan met daarin een slaapzak, een minitent, zaden om groenten mee te verbouwen, een hakbijl en mes, voedingstabletten, water en waterfiltersystemen om beekwater mee te filteren. Alsof hij elk moment kon gaan wildkamperen.’

Ieder weekend traint hij met ‘medepreppers’ ergens in de Nederlandse natuur. ‘Ze maken vuur, oefenen met gras vlechttechnieken om daar dingen mee te kunnen maken, verbouwen zelf groente. Hij heeft zelfs een pijl en boog om dieren mee te doden.’

Sommige klimaatpreppers overwegen richting Polen of Oost-Europa te verhuizen

Ook sprak ze een bankier die in zijn vrije tijd veel survivalt en een middelbare schooldocent uit Amsterdam die in een busje leeft. ‘Hij wil altijd weg kunnen en kan zich enige vorm van vastigheid niet voorstellen in deze tijd.’

Klimaatpreppers zijn niet voortdurend bang, merkte Zwietering. ‘Deze mensen hebben een ritueel gevonden om met die angst om te gaan. Zij weten ook wel dat je het met een blikje tonijn niet lang gaat volhouden. Het is een manier van leven.’ Ze denken evenmin dat er elk moment een ramp kan gebeuren. ‘Natuurlijk gaat morgen de zee niet overstromen, ze willen gewoon voorbereid zijn voor als er iets gebeurt. Hun levenshouding is: baat het niet dan schaadt het niet.’

Toch overweegt een deel ook richting Polen of Oost-Europa te verhuizen. ‘Veel mensen die ik sprak willen daar een stuk land kopen, zo ver mogelijk van de beschaving af. Zuid-Europa wordt te heet, denken ze. Daar verbrandt alles.’

Hoe denkt Zwietering er zelf over? ‘Tijdens het project overstroomde een deel van Limburg. Toen snapte ik beter waar zij zich zorgen over maken. Het is geen dagelijks scenario, maar het gebeurt wel opeens. Zelf heb ik ook wel een beetje klimaatangst. Ik vraag me bijvoorbeeld af of ik wel kinderen op deze wereld moet zetten. Mensen in mijn omgeving die een huis willen kopen, bekijken hoe hoog dat huis boven zeeniveau ligt. De dingen waar onze generatie rekening mee moet houden maken ons leven heel anders dan dertig jaar geleden.’

Stillevens van survival tools

Op basis van de gesprekken met klimaatpreppers maakte Zwietering vijf fotografische zeefdrukken. Daarvoor fotografeerde ze allerlei voorwerpen die de preppers hebben klaarliggen voor het geval er een natuurramp uitbreekt: hakbijlen, lucifers, kaarsen, tonijn in blik, een tent, boeken en een zuurstofmasker.

‘Na die gesprekken wist ik al snel: die verzamelingen zijn het interessants, die portretteren het fenomeen voor mij. Ik had alleen niet eerder stillevens gemaakt, het is heel moeilijk om dat spannend te krijgen. Ik heb dus heel veel tijd met al die spullen in mijn fotostudio doorgebracht.’
De zeefdruktechniek geeft het werk een schilderachtig gevoel. ‘Het zijn een aantal kleurlagen over elkaar gedrukt. Door deze druktechniek worden de kleuren wat zachter dan op een normale foto. Ik wilde een schilderachtig gevoel creëren en wegblijven van dat hyperrealistische.’

Beeld Zindzi Zwietering