Columns & opinie
Het kan altijd nog erger dan corona
Zo vreselijk is die semi-lockdown nou ook weer niet, denk ik, terwijl ik thuis met mijn kat op schoot thee drink en zit te skypen met een collega uit Armenië.
Benjamin Sprecher
vrijdag 27 november 2020

Corona is natuurlijk heel vervelend. Naast al het andere wat de mensheid collectief had lopen, zijn er ook een hoop onderzoeksprojecten door vertraagd. Ook een van mij, al komt niet door corona.

Samen met de Wereldbank kijken we of je mijnbouw op een fundamenteel andere manier zou kunnen aanpakken. Normaal gesproken graaf je een enorm gat in de grond, haalt al het erts eruit, en als de mijn leeg is, probeer je zo goed en zo kwaad als het gaat de schade weer te repareren.

Tenminste, dat zouden mijnbouwbedrijven moeten doen. En zelfs als ze dat ook echt doen, dekken ze voornamelijk alles zo toe dat er geen toxische zooi het grondwater in lekt. Halleluja. Alleen is er op dat moment meestal niet zo veel meer over van de ecosystemen die er ooit waren.

Dat kan vast beter, althans, dat is waar we in dit project op gokken.

Nu denk je misschien, leuk en aardig, maar waarom niet gewoon meteen voor een circulaire economie gaan? Dan hebben we überhaupt geen mijnbouw meer nodig. En daar zou ik het helemaal mee eens zijn, ware het niet dat we aan het begin staan van een energietransitie en daar is een enorme hoeveelheid metalen voor nodig.

Eerst moet je je voorraad opbouwen, en daarna pas kan je in een steady state terechtkomen door die voorraad te recyclen. Oftewel: eerst maak je een heleboel elektrische auto’s, en daarvoor heb je nieuwe metalen nodig. En over een jaar of twintig recycle je al die elektrische auto’s en heb je geen mijnbouw meer nodig. En in de tussentijd kan je die mijnbouw beter zo goed mogelijk doen.

‘Mijn project is niet eens heel erg vertraagd, want ook tijdens oorlog gaat het leven door’

En daar komt de Wereldbank bij kijken. Ze zijn een climate smart mining initiative gestart om, zoals de naam al doet vermoeden, mijnbouw op een slimmere manier te doen. Ons kleine projectje (een samenwerking tussen Leiden, de TU Delft en een universiteit in Armenië) kijkt of het mogelijk is om al tijdens de mijnbouw zelf restauratie van ecosystemen te doen.

Ik wist nauwelijks iets over Armenië toen ik aan dit project begon. Ik heb ondertussen een aantal fantastische mensen daar leren kennen – online, waar ik tegenwoordig al mijn andere collega’s zie. En blijkbaar heeft het land nog een ongelooflijk mooi ecosysteem liggen. ‘Het maakt niet zoveel uit dat we het hier in West-Europa alles doodmaken’, zei een van hen zelfs. ‘Alle biodiversiteit die we nodig hebben zit in de bergen en bossen van Georgië en Armenië.’

Heel veel beestjes én heel veel metalen die nog in de grond zitten: een uitstekende case study voor ons project dus.

Waar ik me totaal niet bewust van was: Armenië en Azerbeidzjan zijn beiden genaaid door Stalin, die in de jaren ’20 van de vorige eeuw de grenzen zo tekende dat er gegarandeerd problemen zouden ontstaan.

Nu was er plots oorlog, en is mijn project vertraagd. Niet eens heel erg, want ook tijdens oorlog gaat het leven door. Maar na een skype-call met mijn Armeense collega’s, terwijl ik thuis thee zit te drinken met mijn kat op schoot, moet de conclusie toch zijn: zo erg is een semi-lockdown nou ook weer niet.


Benjamin Sprecher is onderzoeker bij het Centrum voor Milieuwetenschappen