Studenten aan het Leiden University College wonen de eerste twee jaar verplicht op de campus in Den Haag. Internationale studenten mogen nu door de coronacrisis hun huur eerder opzeggen, maar Nederlandse studenten niet. In april gaf de faculteitsraad van FGGA al aan dat ze graag meer duidelijkheid wilde over dat besluit, maar dat heeft ze niet gekregen.
Daarom kwam de raad er vorige week opnieuw op terug. Volgens Job Kemperman van de studentgeleding maken sommige internationale studenten misbruik van de regeling: ze zeggen hun contract niet op omdat ze teruggaan naar hun ouders, maar omdat ze alvast een ander appartement zoeken en op die manier geen dubbele huur hoeven te betalen.
‘Wat ik nu om me heen zie, is dat er heel veel internationals zijn die nog gewoon in Den Haag zitten en gebruik maken van de regeling om hun contract op te zeggen’, gaf Kemperman aan. ‘Dan vraag ik me af: waarom is er niet kritischer gekeken naar of iemand thuis zit of niet, in plaats van of iemand international is of niet?’
Misbruik
Jacqueline Schut-Adema van het faculteitsbestuur zei dit signaal nog niet te hebben gekregen. ‘Maar dat voelt bij mij niet goed, dus ik zal hierover in gesprek gaan met LUC. Zo hoort het niet te werken. Misbruik van ruimte, daar houd ik niet zo van.’
Kemperman: ‘Ik denk dat het terecht zou zijn als ook Nederlanders die optie hebben. Want het is in feite…’ ‘Nee, daar gaat het niet om’, onderbrak Schut-Adema hem. ‘Nee, het gaat niet om Nederlanders, dat wil ik er niet aan koppelen.’
Personeelslid Pauline Hutten benadrukte dat het de raad daar wel om gaat. ‘We hadden hier ook schriftelijk al een keertje op gereageerd, en daar hebben we nog geen reactie op.’
Niet serieus genomen
‘Ja, en dat weten we, maar hier verschillen we van mening’, besloot decaan Erwin Muller. ‘Het is een beetje de vraag wat wij er nog aan moeten doen. Als het zo is dat daar op een of andere manier misbruik van wordt gemaakt of wat dan ook, ja, dan moeten we er daadwerkelijk eens even naar kijken. Maar tenzij er andere beslissingen van centraal kunnen komen, kunnen wij niet terugkomen op die beslissing.’
Hutten noemt het achteraf frappant dat het bestuur aangaf het oneens te zijn met elkaar. ‘Ik kan me alleen herinneren dat het bestuur er niet op wilde ingaan, omdat het een besluit van het Centrale Crisisteam was’, aldus Hutten. ‘Wat mij betreft was dit echt weer een signaal dat we als medezeggenschap op dit punt totaal niet serieus worden genomen.’