Nieuws
Geen verplichte matching
Het college van bestuur wilde universiteitsbreed verplichte matching invoeren, maar trekt dat voorstel in. De universiteitsraad is namelijk niet overtuigd van het plan en wil op een later moment opnieuw kunnen instemmen. Daar gaat het college niet mee akkoord.
Vincent Bongers
donderdag 23 mei 2019

De universiteit wil scholieren zo goed mogelijk informeren over de opleiding die ze mogelijk gaan kiezen, om zo studie-uitval tegen te gaan. Opleidingen bieden dan ook al matchingsactiviteiten aan. Die zijn echter bij veruit de meeste studies niet verplicht. Het college wil daar verandering in plannen.

Studentenpartij ONS is voorstander van het plan van het college. De andere partijen hebben bezwaren. Het project is duur, het is twijfelachtig of het de uitval van eerstejaars daadwerkelijk zal doen dalen, en er zijn zorgen over hogere werkdruk door de verplichte activiteiten.

‘Matching vinden we een goed idee. We zien echter niet de meerwaarde in van het verplicht stellen van de matching voor alle studenten’, aldus Gerieke Prins van studentenpartij LVS, die het standpunt van de meerderheid van de raad weergaf. De raad vindt dat het plan om de komende twee jaar veertien opleidingen die verplichte matching graag willen invoeren centraal te ondersteunen, door kan gaan. Prins: ‘We willen dat er na twee jaar wordt geëvalueerd. Mocht blijken dat het heel goed werkt, dan kunnen we later alsnog instemmen met de verplichting.’

Volgens vice-rector Hester Bijl valt met deze aanpak het hele fundament onder het plan weg: ‘Er is dus geen instemming voor universiteitsbrede verplichte matching. Terwijl de raad een jaar geleden besloot dat die verplichting er wel moest komen. Dat er steun was voor het plan. Als we over twee jaar weer moeten kijken of verplichte matching toch echt verplicht is, dan trek ik mijn voorstel terug.’

Het is ‘de investering van een half miljoen euro gewoon niet waard’ als over twee jaar blijkt dat het toch niet doorgaat. ‘Dat betekent dat een studie zelf een verplichte matching moet organiseren als een opleiding dat toch wil.’

‘We moeten heel goed kijken waar we ons geld inzetten’, zei vice-collegevoorzitter Martijn Ridderbos. ‘We wilden dit graag collectief aanpakken, maar dan moet er wel perspectief zijn. We hadden het twee jaar geleden over de koers. Nu zou het gaan over het “hoe”. Wij hebben het idee dat we nu weer bij de “wat”-vraag zijn uitgekomen. Dat kan, maar dan moet je afwegen of je daar dan nu een half miljoen in wil steken. En dat willen we niet.’