De eerste associatie bij ‘fatwa’ is voor veel mensen nog de uitspraak van de Iraanse ayatollah Khomeini, die Salman Rushdie ter dood veroordeelde voor het schrijven van De duivelsverzen. Dat idee is blijven hangen. In werkelijkheid is een fatwa geen doodsvonnis, maar een niet-bindend islamitisch advies. Zo’n advies kan betrekking hebben op alledaagse persoonlijke kwesties (‘Moet ik mijn partner vergeven?’) tot landelijke vraagstukken over de leeftijd waarop je mag trouwen.
‘In 2014 volgde ik een opleiding voor oelama (islamgeleerden, red.),’ vertelt Nor Ismah. ‘Daar ontmoette ik veel andere vrouwen die al langer fatwa’s uitspraken in hun eigen gemeenschap. Ik vroeg me toen af waarom we deze vrouwen amper erkennen als religieuze autoriteit en waarom we ze niet in nationale instituten terugzien.’
Autoriteit
Ismah besloot haar promotieonderzoek te wijden aan deze vrouwelijke oelama. Eerder deze maand rondde ze haar onderzoek succesvol af. Haar conclusie is duidelijk: niet alleen zijn deze vrouwen volgens Ismah tot nu toe onderbelicht gebleven in de wetenschap, ook wenden ze hun autoriteit als oelama aan om progressieve veranderingen teweeg te brengen in het conservatieve islamitische Indonesië.
‘In Indonesië denken de meeste mensen bij fatwa’s aan een uitspraak van grote officiële organisaties die zich beraden over islamitisch recht’, vertelt Ismah. ‘Mensen staan niet echt stil bij de uitspraken die individuele – vrouwelijke – oelama doen, maar dat zijn net zo goed fatwa’s. Het is simpelweg een antwoord op een vraag van een gelovige over een bepaalde juridische of alledaagse kwestie.’
‘Het meeste wetenschappelijke onderzoek richt zich op institutionele fatwa’s, uitgesproken door de grote officiële organisaties, nog altijd gedomineerd door mannen. Daarbij kijken onderzoekers vaak alleen naar het effect van de uitspraak en de theologische kanten ervan. Met die blik verliezen we in het onderzoek de ervaringen en de invloed van vrouwen op gemeenschapsniveau. Ik wilde meer zien.’
Volgens Ismah pakken vrouwelijke oelama andere onderwerpen op dan mannen. Niet alleen schrijven en spreken ze over onderwerpen die direct met vrouwen te maken hebben, maar ook durven ze kwesties aan te snijden die controversieel zijn of tegen conservatieve stromen ingaan, zoals een strikter standpunt innemen tegen kindhuwelijken of seksueel geweld.
Congres
Precies dat gebeurde in 2017, bij het eerste congres van vrouwelijke oelama in Indonesië, waar de verzamelde oelama voor het eerst een aantal collectieve fatwa’s uitvaardigden. Ismah was er zelf aanwezig, en noemt de bijeenkomst baanbrekend: ‘Dat was het eerste moment waarop vrouwelijke islamgeleerden in Indonesië hun positie gebruikten in hun strijd voor sociale gelijkheid.’
Een van de eerste uitspraken van deze vergadering ging over kindhuwelijken. Waar bij eerdere fatwa’s alleen werd gekeken naar de leeftijd van het kind, introduceerden de vrouwelijke oelama ook de gevolgen voor het kind in de overweging. Hun conclusie: een kindhuwelijk heeft nadelige gevolgen voor het kind en is daarom verboden.
Hoewel er volgens Ismah soms nog flinke tegenwerking is vanuit mannelijke of conservatieve kringen, besloot de Indonesische overheid naar aanleiding van de conferentie in 2017 de minimumleeftijd om te trouwen te verhogen van 16 naar 19 jaar.
Die progressieve aanpak kan volgens Ismah nog wel op enige tegenwerking komen te staan. ‘Dat hangt een beetje af van de reikwijdte van de uitspraak. Persoonlijke issues leveren niet veel kritiek op, maar iets wat op landelijke schaal effect heeft kan best wat kritiek krijgen. Aan de andere kant, de uitspraken die de mannelijke organisaties doen over liberalisme of secularisme krijgen ook behoorlijk wat kritiek te verduren.’
Ismah juicht de groeiende inspraak van vrouwen toe: ‘Deze oelama gebruiken hun autoriteit als geleerde om hun progressieve interpretaties van de islam te verspreiden, en fatwa’s zijn daar een heel aanlokkelijk instrument voor.’