Tètèrètèrètèèè. In een zaaltje in de UB klinkt klaroengeschal. Vervolgens begint een gedragen stem te vertellen over ‘heel, heel lang geleden, toen de dieren nog heersten op aarde…’.
Er komt een grafsteen in beeld. Koning Nobel, de moedige leeuw ‘die de dieren altijd zo goed beschermd had tegen de streken van Reynaert de Vos’ is dood. Opvolger Boudewijn de Ezel brengt ‘met zijn gebalk alleen maar twist en tweedracht in het rijk’.
De tekenfilm Van den Vos Reynaerde lijkt in eerste instantie een Nederlandse variant op vroege Disneyfilms. Koddige dieren stuiteren door het beeld onder de muzikale begeleiding van een bijna uit de bocht vliegend orkest.
Waggelende neushoorn
Totdat ‘Jodocus, het neushoorndier’ op het toneel verschijnt. ‘Hij kwam aanwaggelen vanuit het Verre Oosten, waar de zijnen werden verdrongen en een dagelijkse last waren, om te trachten in het mooie rijk in de Lage Landen aan de zee, zijn slag te slaan.’
In 1941 publiceerde de Leidse hoogleraar en prominente NSB’er Robert van Genechten een antisemitische versie van de fabel Van den Vos Reynaerde, die wordt beschouwd als een van de hoogtepunten uit de Middelnederlandse literatuur. In 1943 liet de NSB er voor veel geld een tekenfilm van maken. De animatie zou echter nooit worden uitgebracht.
De film is lang kwijt geweest, maar dook toch weer op en werd in 2006 door Eye Filmmuseum gerestaureerd. Op de online tentoonstelling ‘Keuzes in Oorlogstijd’ van de UB, die vrijdag wordt geopend, is er een fragment van te zien.
Onmiskenbaar antisemitisch
De film is onmiskenbaar antisemitisch, zegt Nathalie Haak. De student Nederlandse Taal & Cultuur analyseerde nazi-jeugdboeken die tussen 1941-1945 verschenen. Tijdens de online opening van de tentoonstelling zal ze de tekenfilm en het boek bespreken, samen met Tommy van Avermaete, vakreferent bij de UB voor onder andere film- en literatuurwetenschappen.
‘De nazi’s wilden kinderen al heel jong beïnvloeden’, zegt Haak. ‘Jeugdboeken waren het voornaamste middel bij die indoctrinatie.’
Ze kent Van Genechtens boek goed. ‘Het is een van de werken die ik voor mijn masterscriptie heb onderzocht. In de Middeleeuwen werd Van den Vos Reynaerde geschreven om de adel te bekritiseren. Van Genechten valt in zijn versie de Joden aan. Het wordt nergens expliciet gezegd, maar de naam Jood-ocus is overduidelijk. Dat het beest een neushoorn is, verwijst naar het idee van de nazi’s dat Joden een grote neus hebben. Hij smakt ook met zijn dikke lippen, nog zo’n stereotyperend kenmerk.’
Dictator van het dierenrijk
Jodocus bewaakt de schatkist, perst de andere dieren uit met torenhoge belastingen en pakt van een noodlijdende gans zelfs de kleding af. ‘Dat haakt in op het idee dat de Joden al het geld in handen hebben. Hij weet zich op slinkse wijze in een belangrijke positie te manoeuvreren en ontpopt zich tot dictator van het dierenrijk.’
De loodzware neushoorn laat zich vervoeren op de rug van Bruun de Beer, waarbij de berenwelpjes de sleep van zijn mantel moeten dragen. ‘Zo komt het waanidee dat de Jood iedereen tot slaaf wil maken naar voren.’
Het is een week voor de tentoonstelling, als Haak de twaalf minuten durende animatie voor het eerst ziet. Een vreemde ervaring, vindt ze. Af en toe moeten Van Avermaete en zij lachen om de idiote capriolen van de dieren. ‘Dat is het merkwaardige’, zegt de vakreferent. ‘Hoewel we weten hoe ernstig en boosaardig dit is, heeft het toch een komisch element. Je lacht soms, misschien wel uit ongemak. Ik zie wel een bioscoopzaal met sardonisch grijnzende NSB’ers voor me.’
Haak: ‘Dat is het gemene eraan. Het laat zien hoe geniepig dit soort propaganda is. Wij weten nu wat het lot van de Joden is. Dat wisten de mensen toen niet. Je kunt je best voorstellen dat iemand die dit in 1943 zou zien, kon worden beïnvloed.’
Rassenleer
Nog een gruwel voor de nazi’s: Jodocus wil dat dierenrassen zich met elkaar gaan vermengen. ‘Vrijheid, gelijkheid en broederschap voor alle dieren in woud en veld’, aldus de verteller. ‘Trouwen zouden ze met elkaar. Niet de stier met de koe, of de hengst met de merrie, maar alle rassen door elkaar. Een nieuwe heilstaat zou er komen.’
Van Avermaete: ‘Verschillende soorten dieren moeten volgens Van Genechten beslist niet met elkaar paren. Dat doen ze nu wel waardoor er allerlei rare wezens worden geboren: een kip met een kattenkop, of een vogel met de kop van een neushoorn.’ Haak: ‘Het zijn duidelijk misbaksels. Dat is pure nazi-eugenetica, heel heftig wel.’
Bloedbad
Uiteindelijk gaat Reynaert de strijd aan met Jodocus. De vos wordt getoond als schalkse held, die knipoogt naar de kijker voordat hij de zaak wel even zal rechtzetten.
‘Het eindigt in een bloedbad’, verklapt Haak.
Van Avermaete: ‘De fantasie van de nazi’s die uit de film spreekt, is dat de Joden eigenlijk de touwtjes in handen hebben in de wereld. De animatie en het boek tonen Jodocus als gewelddadige machthebber, en hem doden wordt voorgesteld als noodzakelijk geweld voor “de goede zaak”.’
Haak: ‘Maar met de kennis die we nu hebben over de holocaust zie je dat natuurlijk in een heel ander licht.’
‘Robert van Genechten (1895-1945) collaboreerde in twee oorlogen’, vertelt Tommy van Avermaete. ‘In de Eerste Wereldoorlog koos hij als Belg de kant van de Duitsers.’ Dat werd hem zwaar aangerekend en een gevangenisstraf dreigde. ‘Hij vluchtte dan ook naar Nederland.’
In 1930 liet hij zich tot Nederlander naturaliseren en in 1934 werd hij lid van de NSB. De Stichting tot de bevordering van de Studie van het Nationaal-Socialisme benoemde hem in 1941, na de sluiting van de Universiteit Leiden, tot bijzonder hoogleraar economie. In 1943 kreeg Van Genechten van de Duitsers nog een ‘aanstelling’ als hoogleraar strafrecht.
Van Genechten werd na de oorlog opgepakt en ter dood veroordeeld. Tot een terechtstelling kwam het niet. In een brief bekende hij ‘in de eenzaamheid der cel’ schuld: ‘Het is alsof ik uit een droom ontwaakt ben.’ Op 13 december 1945 pleegde hij zelfmoord.
‘Uit het meeste wat je over Van Genechten leest, blijkt dat hij door en door fout was, maar zijn collaboratie was niet eenduidig’, zegt Van Avermaete.
‘Hij protesteerde bijvoorbeeld tegen het Duitse optreden tegen studenten. Verder was hij ook tegen het doden van gijzelaars uit vergelding. Niet dat dat hem niet per se minder fout maakt, maar toch toont het de complexiteit van de persoon en de situatie. Dat is een van de redenen dat we aandacht aan hem besteden in de expositie. We tonen de complexiteit van de keuzes die mensen in de oorlog maakten. Tussen zwart en wit zit veel grijs.’
Online tentoonstelling Keuzes in Oorlogstijd, opening op vrijdag 30 oktober, vanaf 15.00 uur te volgen via de UB-website