Columns & opinie
Eindelijk lukte het om online te netwerken (met dank aan alle slechte sprekers)
Niets werkt beter voor online verbroedering dan een opeenvolging van technische problemen, pijnlijke stiltes en slecht presentaties.
Benjamin Sprecher
vrijdag 15 mei 2020

Online lesgeven, online vergaderen, online pubquizzen, online alles. Ondertussen weten we het wel. En het gaat me allemaal best goed af. Zelfs de online conferenties, seminars en symposia zijn best leuk zo. Ik kan de was ophangen terwijl ik aan het luisteren ben. En opeens zijn allerlei events bereikbaar. Het maakt online toch niet uit waar je bent.

Zo logde ik in voor het Earth Day lunch seminar, bij Yale University. Was ik daarvoor naar Amerika gevlogen? Natuurlijk niet. Maar een Zoom-link aanklikken kost beduidend minder moeite.

Het grootste probleem: over het algemeen ga je niet naar een conferentie voor de interessante praatjes, maar voor de gesprekken in de gang, bij de posters of aan de bar. Netwerken. Het heeft niet altijd de beste reputatie, maar ook in de wetenschap kan je niet zonder.

Voor mij is dit niet onmiddellijk een probleem omdat ik al een netwerk heb. Maar stel nou dat de timing compleet anders was geweest? Tijdens het laatste jaar van mijn promotie had ik nog geen idee wat ik daarna zou gaan doen. Ik gaf een presentatie op een conferentie, en die avond kwam ik bij aan bar een van de toehoorders tegen. We praatten uitgebreid na, en een half jaar later zat ik in Amerika voor een postdoc. Dat was nooit gebeurd als ik mijn presentatie van tevoren had opgenomen en door de organisatie online had laten zetten.

Maar ook als je niet op zoek bent naar een baan is het razend interessant om andere wetenschappers te ontmoeten. Als ik aan alle verloren conferenties van de aankomende zomer denk, dan zie ik ze niet als verloren omdat ze geannuleerd zijn, maar omdat je online gewoon geen nieuwe mensen meer ontmoet.

‘Het is net als in de trein: daar krijg je ook pas contact met medereizigers als alles in het honderd loopt’

Maar onlangs had ik een tweedaags symposium dat mij hoopvol stemde. Niet omdat het symposium zo goed was. Dat was het niet. Sterker nog, het was vrij slecht. Maar juist daardoor was het fantastisch.

Wat gebeurde er? Net zoals je pas contact krijgt met een mede-treinreiziger als alles in het honderd loopt, werkt ook online niets meer verbroederends dan een opeenvolging van technische problemen, pijnlijke stiltes en slecht voorbereide presentaties.

Naast het schermpje van de presentator en de algemene chat kan je ook mensen los een berichtje sturen. Dat begon met wat algemene ‘hallo hoe gaat het’-berichtjes naar bekenden. De daaropvolgende inhoudelijke heen-en-weer-berichtjes vielen al snel dood, simpelweg omdat de presentaties niet boeiend waren.

Vervolgens had ik het lumineuze idee om te vragen of anderen het ook zo verschrikkelijk vonden. Dat vonden ze zeker. En iedereen had weer een uniek argument waarom deze of gene zo een waardeloos verhaaltje hield.

Ik zat daar driftig de hele middag privé-berichtjes uit te wisselen met de andere aanwezigen. En het was fantastisch. Geen betere ijsbreker dan: ‘Hallo, ik zag je vraag in de algemene chat, super interessant, wat vind je van het seminar tot nu toe?’ Ik ben zelfs uitgenodigd om mee te schrijven aan een paper, door iemand die ik nog nooit gezien had, maar waarmee het wel klikte toen we aan het klagen waren over een presentatie deep sea mining.

Nu weet ik nog steeds niet hoe deze persoon er uit ziet, maar komende maand hebben we een Skype-date staan. Mijn eerste online wetenschapsvriendschap is een feit.

 

Benjamin Sprecher is onderzoeker bij het Centrum voor Milieuwetenschappen