Nieuws
Een nieuw probleem voor archeologie: instroom stijgt te snel
De faculteit van Archeologie heeft de afgelopen jaren geïnvesteerd om de instroom van studenten te verbeteren, maar die stijgt nu zo snel dat er zorgen zijn over de kwaliteit van het onderwijs.
Anoushka Kloosterman
donderdag 29 september 2022
Leidse archeologiestudent bij een opgraving in Schipluiden. Foto Marc de Haan

‘Het is een nieuw probleem voor onze faculteit’, zei decaan Jan Kolen tijdens de faculteitsvergadering. ‘Het doel was om in 2025 jaarlijks 110 nieuwe bachelorstudenten en 110 nieuwe masterstudenten te trekken, maar we hebben er nu al 165 in de bachelor, en meer dan 100 bij de master. De populatie groeit en groeit, en dat moeten we kritisch blijven volgen.

'Dit hebben we niet voorzien, en zou de kwaliteit van het onderwijs in gevaar kunnen brengen als de groepen groot zijn, in plaats van kleine klassen zoals we die het liefst hebben. Financieel is het goed, maar voor onderzoek en onderwijs wellicht niet.’

Te weinig stages

Vooral de veranderlijkheid van de instroom maakt het moeilijk, zei vice-decaan Alex Geurds. ‘Je weet niet of je over een paar jaar 250 studenten per jaar krijgt. Het zou zomaar kunnen, als de stijging doorzet. En wat doe je dan? Een fixus? En op hoeveel studenten? Dat moeten we zorgvuldig bekijken.’

Het heeft ook impact op stages. ‘Onze opleiding is zo contactintensief, met veel stages en veldwerk’, aldus Geurds. ‘Maar je kan niet zomaar honderden stages tevoorschijn toveren.’

Het bestuur houdt de instroom in de gaten, zei Kolen. De faculteitsraad hoopt dat het intensieve onderwijs niet verdwijnt. ‘Daarmee onderscheiden we ons. Dat moeten we niet verliezen’, zei voorzitter Marie Kolbenstetter.