Columns & opinie
De universiteit is een mierenhoop (maar de meeste mieren zijn uitsluitend bezig met zichzelf)
Hoe kan het dat een academie die gebaat is bij onbaatzuchtige samenwerking vastzit in een modus operandi van allemaal voor zichzelf werkende wetenschappers?
Benjamin Sprecher
donderdag 3 september 2020

Welkom studenten, welkom op de Universiteit Leiden. Tweede tot en met tiendejaars, jullie weten al hoe het er aan toe gaat. Deze column is voor alle nieuwelingen, alle fantastische eerstejaars die nu al, in de eerste week van hun studie, Mare hebben gevonden (die hopelijk weer snel op papier zal verschijnen).

Ik kan me voorstellen dat jullie op gegeven moment duiding nodig hebben bij wat jullie zullen zien, namelijk, dat de universiteit één grote chaos is, die door scheutig gebruik van bestuurlijke duct tape nog net aan elkaar blijft hangen. Na het zoveelste slecht voorbereide werkcollege zal je denken: ‘Maar heeft Carel Stolker mij niet hoogstpersoonlijk allemaal hartverwarmende woordjes toegefluisterd in een van zijn vele vlogs? Is dit het dan?

Inderdaad.

Dit is het dan.

De universiteit (en dit geldt voor heel Nederland, niet alleen Leiden) zit nu eenmaal zo in elkaar dat zowel de kwaliteit van de wetenschap als van het onderwijs elk jaar een beetje slechter wordt dan het jaar daarvoor. Daar zijn enorm veel redenen voor. Constante bezuinigingen. Tijdelijke contracten. Wetenschappers die opeens moeten managen. Wetenschappers die opeens les moeten geven. ICT-problemen. Mijn god, de ICT-problemen.

Maar er zit ook een fundamenteler probleem. Afgelopen week werd ik daarmee geconfronteerd, toen ik mijn Google Scholar-profiel bekeek. 2020 was misschien dramatisch voor de mensheid als geheel, voor mij was het klaarblijkelijk best aardig. Ik zag dat ik dit jaar al vijf papers heb gepubliceerd, net zo veel als in de eerste vijf jaar van mijn wetenschappelijke carrière.

Hoewel ik al sinds mijn achttiende op het Centrum voor Milieuwetenschappen rondloop heb ook ik een tijdelijk contract. En als ik elders moet gaan werken zal men vooral kijken naar metrics als aantal publicaties en h-index (die ga ik niet eens proberen uit te leggen, maar tot mijn tevredenheid is de mijne van 7 naar 11 gestegen).

‘Ik zie hoe collega’s die voornamelijk met hun eigen carrière bezig zijn constant worden beloond’

Al deze metrics zijn persoonsgebonden: ze gaan alleen maar over mij. De snelste manier om ze omhoog te krijgen is door uitsluitend tijd te besteden aan dingen die linksom of rechtsom goed zijn voor mij.

Iedereen heeft wel iets van egocentrisme in zich (dat ik columnist ben zou genoeg moeten zeggen). Maar het wereldwijde én het Leidse systeem van de wetenschap maakt dat deel van je persoonlijkheid steeds groter.

Ik heb gezien hoe collega’s die voornamelijk met hun eigen carrière bezig zijn constant worden beloond. En hoe collega’s die zich keihard en onzelfzuchtig voor het grotere goed (lees: onderwijs) hebben ingezet zo bij het oud vuil worden weggezet.

Als je het op die manier bekijkt is Leiden bijna een magisch fenomeen. De universiteit is een grote mierenhoop, waar alle mieren alleen maar bezig zijn met zichzelf, en niet met het opbouwen van het geheel. Desondanks ziet het er – van buitenaf in ieder geval – uit als een functionele en samenhangende mierenhoop.

Maar was het niet een veel mooiere mierenhoop geweest als we ons gewoon allemaal voor het grotere geheel hadden ingezet?

Dit is een van de dingen waarover ik de komende maanden ga nadenken. Hoe kan het zo zijn dat een systeem dat uiteindelijk vooral gebaat is bij onbaatzuchtige samenwerking toch vast is komen te zitten in een modus operandi van allemaal voor zichzelf werkende wetenschapsmieren? En belangrijker: wat kan je daar realistisch gezien nog aan doen?

Oh ja, en het onderwijs dus.

Waar het volgens mij op neerkomt: wees een beetje lief voor je docenten. Als ze het goed doen, is dat een klein wonder. Als ze het slecht doen, is dat meestal omdat het systeem gewoon niet beter toelaat.


Benjamin Sprecher
is universitair docent bij het Centrum voor Milieuwetenschappen