Columns & opinie
Opinie: De koek is op, tijd voor actie
Met steeds minder middelen moeten docenten aan steeds meer studenten college geven. Dat kan niet langer zo, betogen Remco Breuker, Bram Ieven en Claire Weeda.
donderdag 20 september 2018
Landelijke protest van hoogleraren tegen onderwijsbezuiniging in Den Haag, januari 2011. © Marc de Haan

Werkdruk aan de universiteit. Er wordt al jaren over gesproken. Werknemers aan de academie werken te hard. Veel onderwijsprogramma’s kunnen in feite alleen draaiend gehouden worden door het vrijwillige en onderhand structureel geworden overwerk van docenten, studiecoördinatoren en anderen.

De structurele onderfinanciering van het wetenschappelijk onderwijs heeft intussen dramatische gevolgen gekregen. Docenten vangen de buitensporige werklast in het onderwijs op door roofbouw te plegen op de eigen onderzoekstijd. Om toch nog aan onderzoek toe te komen, zijn ze gedwongen om ook roofbouw te plegen op hun privétijd, door weekenden en avonden door te werken.

Inmiddels is deze situatie het nieuwe normaal aan onze onderwijsinstellingen. Maar het is niet normaal. En de gevolgen beginnen zich af te tekenen: steeds meer universiteitsmedewerkers vallen uit onder de aanhoudende werkdruk. Deze situatie laten voortduren is onethisch en onmenselijk: we hollen de kwaliteit van ons onderwijs en onderzoek uit, maar ook de privélevens van onze medewerkers.

De onderwijsminister en haar ambtenaren lijkt er niet veel aan gelegen. Zij hebben de laatste jaren de nadruk gelegd op verdere bezuinigingen door middel van doelmatig onderwijs.

Het resultaat? Met steeds minder middelen moeten docenten aan steeds meer studenten college geven. Ook studenten merken de gevolgen van de onderfinanciering van ons hoger onderwijs. Bijeengebracht in grotere groepen is er weinig tijd (lees: geld) voor de persoonlijke begeleiding die zo wezenlijk is voor goed universitair onderwijs. Het beleid van Den Haag ondergraaft de basisvoorwaarden van kwalitatief goed onderwijs en onderzoek. Dat het onderwijs desondanks nog op peil is, is te danken aan de inzet van de overbelaste docenten.

Vorig academiejaar is daarom WOinActie opgericht, naar analogie met PO in actie, de beweging van basisschoolleerkrachten die protesteerden tegen lage salarissen en te hoge werkdruk. De basisschoolleerkrachten hebben ons laten zien dat gemeenschappelijk actievoeren resultaat kan hebben. WOinActie heeft een analyse gemaakt van de belangrijkste oorzaken van de werkdruk en een actieplan opgesteld.

De belangrijkste oorzaak van de veel te hoge werkdruk is voor WOinActie de teruglopende overheidsbekostiging per student. De cijfers zijn dan ook onmiskenbaar: sinds 2000 zijn er 68 procent meer studenten bijgekomen in Nederland, maar is de rijksbijdrage per student met 25 procent gedaald. En dat terwijl andere landen, zoals China en Duitsland, steeds meer investeren in de wetenschap.

Het actieplan van WOinActie wil studenten, universiteitsmedewerkers en -bestuurders verenigen rondom twee eisen: ten eerste, de afschaffing van de structurele doelmatigheidskorting die in het regeerakkoord werd aangekondigd; ten tweede, het herstel van de overheidsbijdrage naar het niveau van 2000, wat een extra investering van zo’n 1,15 miljard per jaar in de universiteiten zou betekenen.

Eind mei 2018 stuurde WOinActie een open brief naar minister Ingrid van Engelshoven met deze twee eisen. Omdat er met Prinsjesdag niet is tegemoet gekomen aan deze eisen, gaat WOinActie in de week van 24-28 september landelijk actie voeren. Docenten zullen in de open lucht colleges geven en dragen het rode vierkantje, het internationale symbool dat ‘de koek op is’ aan de universiteiten.

De landelijke actie van WOinActie wordt breed gedragen. De Universiteit Utrecht, de Vrije Universiteit, de Universiteit van Amsterdam, Maastricht Universiteit, Wageningen Universiteit, Rijksuniversiteit Groningen en de Radboud Universiteit nemen deel aan de acties. Ook Universiteit Leiden sluit zich bij de acties aan.

Al jaren verkondigt de overheid dat Nederland een kennisland is, gericht op een kenniseconomie. Terecht natuurlijk, want de prestaties van het Nederlands onderwijs en onderzoek komen uitstekend uit de internationale vergelijkingen en de organisatie van ons onderwijs is zelfs een van de meest efficiënte van heel Europa. Maar wat beleids­makers niet lijken te begrijpen, is dat ze het ene zeggen en het andere doen: terwijl ze ons onderwijs bejubelen, halen ze structureel geld weg uit het onderwijs. Dat kan niet langer duren.

Wij zeggen daarom: put your money where your mouth is. Ons onderwijs is aantoonbaar efficiënt genoeg, de doelmatigheidskorting is eenvoudigweg een verkapte bezuinigingsmaatregel met nefaste gevolgen voor het wetenschappelijk onderwijs.

En willen we onze positie als kennisland behouden, dan moeten we net als andere landen structureel investeren in ons onderwijs. Doen we dat niet, dan spreken we over twintig jaar in verleden tijd over onze zogenaamde kenniseconomie.

Remco Breuker is hoogleraar Korea­studies, Bram Ieven is universitair docent bij de opleidingen Nederlandse Taal en Cultuur en International Studies en Claire Weeda is universitair docent Middeleeuwse geschiedenis

Aanmelding voor de landelijke

acties van 24-28 september kan

via woinactieleiden@gmail.com, informatiepakket is te downloaden op http://woinactie.blogspot.com