Achtergrond
De Grondwet is geen heilig huisje
Wat is de magie van een grondwet? En hoe kan het dat ook dictators er een willen? Hoogleraar staats- en bestuursrecht Wim Voermans schreef een boek over de verhalen die het ‘wij’-gevoel van een groep verbeelden.
Vincent Bongers
donderdag 19 september 2019
Wim Voermans over zijn eerste grondwet-college: ‘Het was… het was… ongelooflijk, gillend, saai!’ Foto Kiki Groot

Hij weet nog dat hij in 1981 ‘op een ongemakkelijk klapbankje zat in een megagrote collegehal tussen zo’n vijfhonderd andere opgeschoten, verregende en muf ruikende jongelui’ toen hij er voor het eerst over hoorde. Hoe een ‘stuntelende hoogleraar, vastgevroren aan zijn katheder, met monotone stem en gebogen hoofd, een uitgeschreven tekst voorlas waarbij het leeslampje zijn gezicht spookachtig op deed lichten.’

Dat college ging over grondwetten, schrijft Wim Voermans (57). En: ‘Het was… het was… ongelooflijk, gillend, saai!’

Maar nu heeft de hoogleraar staats- en bestuursrecht er dus zelf een boek over geschreven. ‘Grondwetten zijn de allermooiste verhalen van de moderne beschaving’, legt Voermans uit. ‘Bijna alle landen hebben er eentje. En veel van die grondwetten zijn hartstikke nieuw: 74 procent is van na 1975.’

Zelfs verstokte dictators zijn er dol op, schrijft Voermans in Het verhaal van de grondwet. ‘Ik snap ook niet waarom zij een verheven grondwet in hun Staatsblad willen opnemen. Zo zet je je eigen galg klaar: als ze jou overboord zetten is het eerste wat ze doen de grondwet erbij pakken en vaststellen dat je je daar nooit aan gehouden hebt. Vervolgens gaat je nek in de strop.’ Grappend: ‘In mijn vak word je nooit rijk, misschien moet ik als dik betaalde consultant rondreizen, en dictators aanbevelen hun grondwet in te trekken.’

En toch vond hij vooral bij totalitaire regimes fraaie teksten. ‘Die van Noord-Korea staat vol met allerlei prachtige idealen in mooie taal. Maar dat zegt niets: het is niet dat mensen zich er dan ook naar gaan gedragen.’

Tot Voermans’ verbazing is er nauwelijks onderzoek gedaan naar het ontstaan van grondwetten. ‘Daar is in het rechtswetenschappelijk bedrijf geen enkele aandacht voor. Juristen kijken naar een grondwet alsof het een motor in een voertuig betreft. Het is heel erg technisch geworden, en dan verlies je uit het oog waar een grondwet eigenlijk over gaat. Ik was benieuwd naar heel basale zaken als “Hoe komt het toch dat we plots met 189 grondwetten zitten?’

Buste van Perikles.

Voor het ontstaan zijn drie verklaringen, legt hij uit. ‘Er is het idee dat fatsoenlijk overheidsbestuur niet meer zonder een goede grondwet kan. Dat zogeheten consitutionalisme is een ideaal en norm ineen. Het zijn de lessen die de geschiedenis ons heeft geleerd, de opbrengst van - wat ik noem - juridisch humanisme. Alsof we op een roltrap naar een betere toekomst zitten.’

De tweede verklaring is een economische. ‘Je laat als staat aan je burgers en het buitenland zien: “Wij zijn betrouwbaar.” Dan trek je eerder investeerders aan.’

En tot slot zijn er strategische redenen. ‘Eigenlijk staat ons brein ons maar toe om maximaal 150 mensen blind te vertrouwen. Het voornaamste beletsel om te kunnen samenwerken, is onze aangeboren angst voor vreemden. Toch zijn we in staat die neurobiologische beperkingen te overwinnen en stappen we over onze limieten heen door via verbeelding voorstellingen met elkaar te delen: contracten, leiderschapsconcepten, recht en religie. Vooral het coördineren van die samenwerking, via leiderschap en erkenning van de rol en positie van leden van de groep is erg lastig. Grondwetten doen dat – ze nemen je mee in een verhaal over leiderschap en recht.’

Dat laatste, het verhaalelement van de grondwet, is volgens Voermans de meest overtuigende verklaring voor de enorme populariteit van grondwetten.

In het boek illustreert hij die kracht aan de hand van een rede die de Atheense staatsman Perikles houdt in 431 voor Christus. ‘Aan de rand van hun graf spreekt Perikles zijn wapenbroeders toe die zijn omgekomen in de Peloponnesische Oorlog – de grote oorlog tussen de rivaliserende supermachten Athene en Sparta die net is ontbrand. Perikles’ woorden zijn in de eerste plaats gericht tot de overledenen en hun nabestaanden, maar ze gaan over zoveel meer en echoën daarom zo herkenbaar door tot in het heden. Hij herinnert de aanwezigen eraan waar de constitutie van Athene voor staat.’

“Onze wetten verschaffen gelijke rechten aan allen. (…) De vrijheid die we genieten strekt zich ook uit tot het dagelijks leven; wij zijn niet wantrouwend jegens elkaar en beschuldigen onze buurman niet als hij verkiest zijn eigen gang te gaan. (…) Maar deze vrijheid maakt ons niet wetteloos. Ons wordt geleerd de wet te respecteren, en niet te vergeten om de onderdrukte te beschermen. (…) Wij beschouwen de discussie niet als een struikelblok voor actie, maar als een noodzakelijke voorwaarde om wijs te handelen. (…) Wij geloven dat geluk een vrucht is van vrijheid, en vrijheid die van moed.”

‘Iedereen schiet in de houding tijdens die rede’, legt de hoogleraar uit. ‘Het gaat over “wij” en “ons”. Je zit in een hele grote gemeenschap, maar het is toch je thuis. Dat is de kracht van verhalen. Grondwetten werken als literatuur: ze kunnen je in actie brengen. Eigenlijk wil je aan studenten die de rede hebben gelezen vragen: “Krijg je het er lekker warm van?”’

'De tekst in de Grondwet is bleek en sober. Maar dat ben ik steeds meer gaan waarderen.'

Voermans: ‘De impact van de teksten is zoveel groter dan de letters in de 142 artikelen. Mensen kennen die bepalingen niet, dat hoeft ook niet om de boodschap ervan te kennen. Voetballers snappen ook de buitenspelregel zonder te weten wat er precies op die anderhalve pagina in het KNVB-reglement staat. Nederlanders vinden de Grondwet echter wel belangrijk en kunnen ook zonder moeite de belangrijkste principes aangeven: gelijkheid en het verbod op discriminatie, vrijheid van meningsuiting, godsdienst en democratie.’

En ja, geeft hij toe, de tekst in de Nederlandse Grondwet is ‘bleek en sober’. ‘Maar dat ben ik steeds meer gaan waarderen. Het is van een ongehoord en onovertroffen raffinement. We zijn een land van minderheden. Kijk naar de Tweede Kamer: 150 leden verdeeld over veertien fracties. We zijn zo verschillend, de Grondwet maakt echter maximale ruimte voor een inclusief systeem. Als persoon, niet als wetenschapper, denk ik wel: er kan best wat bij of af. Maar als je afstand neemt, zie je dat het heel geraffineerd is gedaan. Het document legt niet te veel vast: laat de politici het maar met elkaar oplossen. Er staan niet allemaal dingen in waardoor je de hele tijd naar de rechter moet lopen.’

Maar, zo benadrukt hij: ‘Dit boek is niet: Voermans vertelt wat er in een grondwet moet staan. Maar herzie die Grondwet vooral, als je denkt dat dat nodig is. De Grondwet is geen heilig huisje. Misschien is de herzieningsprocedure in Nederland wel wat te rigide. Een herziening moet twee keer door beide Kamers, waarvan de tweede keer met twee derde meerderheid: 26 senatoren kunnen in de tweede ronde elke herziening tegenhouden. De procedure nu is een formidabele horde, dat kan wel wat minder. Want als de Grondwet niet geleefd wordt in de dagelijkse praktijk, dan heb je er namelijk niets meer aan. Elke generatie doet er goed aan om na te denken over de Grondwet: is deze nog wel bij de tijd?’

'Balletje breed-strategie'

In een interview in NRC vorige week was Voermans kritisch op de ‘te weinig wetenschappelijke manier waarop het recht wordt uitgeserveerd aan studenten.’
‘Bij Rechten wordt op een steeds hoger niveau wetenschap bedreven’, legt Voermans uit. ‘Dat gaat gewoon heel goed, maar in het onderwijs zie je daar te weinig van terug. Die opmerkingen in NRC waren een verwijt aan mijzelf. Ik heb zelf twintig jaar de ‘balletje breed-strategie’ volgehouden: we doen het zoals we het altijd deden. We weten ondertussen zoveel meer, daar moeten we gebruik van maken.
‘Ik krijg nu, overigens allervriendelijkste, commentaren van vakgenoten: “Je hebt kritiek op de juridische wetenschap.” Dat is dus niet het geval. Het is geen kritiek op mijn collega’s maar impliciet op mijzelf: “Hey, jij met je grote mond. Als jij vindt dat het beter kan, laat dat dan zien.” Toen heb ik dit boek geschreven en dat gaan we in het onderwijs uitserveren. Het is vooral een opdracht aan mijzelf.’

Wim Voermans, Het verhaal van de grondwet. Prometheus, 512 pag. € 34,99