Cultuur
De derde prijs: ‘De dijk’ door Mitchell van Vuuren
Masterstudent literary studies Mitchell van Vuren (23) heeft de derde prijs gewonnen van de Mare-Kooyker Kerstverhalenwedstrijd 2019. Volgens de jury is ‘De dijk’ een ‘taoïstische fiets-epistel waarin de lezer op de hypnotiserende cadans van de trappers meedanst, dwars door het leven zelve, op weg naar het einde.’
Redactie
donderdag 12 december 2019
Marcel Duchamp. Bicycle Wheel. New York, (1951) Foto Wikimedia Commons

De piep, die zich tussen zijn oren had genesteld sinds hij de discotheek uit was gelopen, had hem al de hele fietstocht over de dijk vergezeld als een geruststellend soezen. De hemel begon langzaam al lichter te kleuren terwijl zijn benen steeds zwaarder werden van het monotone trappen op de tweede versnelling. De kaarsrechte lijn van de dijk bood geen uitwijkingen, wat hem al om en nabij twintig minuten vasthield in een tranceachtig ritme van puffen en blazen. Ondanks de wolkjes die bij elke ademhaling uit zijn mond ontsnapten, die direct na blootstelling aan de buitenwereld op de wind wegdreven, had hij het niet koud. De schamele alcohol die zijn lichaam nog restte en de wegebbende opwinding van een eerste keer stuwden hem voort over de dijk als een gunstige wind op de onstuimige zee van jonge tienerjaren. De stemmen van luidruchtige hersenschimmen verdrongen om de zoveel tijd de hardnekkige piep om de zweem van een glimlach, vers van de nostalgie, op zijn gezicht te brengen. Druk was hij al bezig om het kluwen van indrukken te verwerken naar een scala van herhaalbare herinneringen voor vele avonden om te komen. Toen hij het huis van zijn ouders tussen de bomen aan zijn linkerhand zag opdoemen, hoorde hij het fluiten van de eerste vogel in de morgen.

-

De regen striemde zijn schouders terwijl hij zijn hoofd dieper voorover boog om de tegenwind op de dijk te trotseren. De bui had hem niet overvallen; hij had hem zelfs al horen aankomen toen hij op zijn fiets was gesprongen, maar hij had zichzelf doof gehouden ervoor. Het meisje had haar hand op zijn stuur gelegd en hem gewezen op de korte afstand tussen de lichtflits en het rommelen van de naderbij komende donder. Ook daarvoor had hij zichzelf doof gehouden door nukkig zijn stuur te wenden en weg te rijden, haar enkel het uitzicht gunnend op zijn steeds kleiner wordende rug. In zijn gedachten trachtte hij het aanzicht van zijn krimpende gestalte te verbeelden als kil en verwijtend in plaats van fragiel en kortzichtig, maar hij weigerde om ook maar een enkele keer terug te kijken om van haar gezicht te kunnen lezen hoe zijn verdwijnende silhouet werd teruggelezen. Toen de druppels begonnen neer te spatten en dreigden zijn kleren te doorweken begon de twijfel toe te slaan. De dijk strekte zich voor hem uit als een liniaal met nog tientallen getalsaanduidingen te gaan voor het einde van het meetinstrument in zicht was, terwijl achter hem maar enkele cijfers lagen om zichzelf terug te rekenen naar het huis waar hij zojuist uit was gesneld. De neiging om terug te kijken en uit te tellen hoeveel het zou kosten om terug te keren rukte aan zijn ingewanden en kneep zijn hart samen om een druppel van zelfverwijt eruit te persen, maar hij was vastbesloten om niet toe te geven. Zijn ogen bleven hardnekkig gericht op het enige uitzicht dat zijn gebogen hoofd te bieden had, op de pedalen die ritmisch roteerden als de wieken van een molen, die langzaam in een woedende storm al het materiaal in diens opslag vermaalde tot gruis.  

-

De wielen piepten bij elke volledige omwenteling die zij doormaakten terwijl zij eindeloos doorrolden over de klinkers van de dijk. Olie had hun gewrichten weer moeten versoepelen, maar na het ontelbare malen aanbrengen van deze verzachtende zalf bleef deze werking achterwege. Steeds stroever bleven de wielen hun verdoemde cyclus telkens doorlopen, enkel in staat te gehoorzamen aan het mechanisme van de oude fiets die steeds minder vaak in gebruik genomen werd. Na een lange overweging had de eigenaar besloten om na een lange tussenpoos de banden op te pompen en vol goede moed de dijk weer eens te beklimmen. Maar de frisse lucht ontsnapte al snel door ontelbare onzichtbare gaatjes die de banden alweer snel zo slap en futloos maakten als voorheen. Hij verwenste de oude fiets, waarop hij in eerdere jaren altijd had kunnen vertrouwen maar die hem in het heden steeds vaker in de steek liet. Daardoor bleek de tocht, aangevangen met vergaande vooruitzichten, langer te duren dan verwacht en was de avond al gevallen toen hij besefte dat hij de duur van de terugtocht verkeerd ingeschat had. Lichten had hij niet meegenomen om de naderende duisternis te bestrijden, in zijn naïviteit had hij geen voorbereidingen getroffen voor onverwachte wendingen. Hij was het om eerlijk te zijn ook vergeten om vooruit te denken, wel meer zaken ontglipten zijn geheugen de laatste tijd. Ook hier op de dijk, in de oprukkende avondschemering, had hij het gevoel alsof er iets op zijn gedachten drukte dat hij zich moest herinneren maar dat elke keer enige grip erop ontvluchtte. Uit de schaduwen, die dreigden groter te worden dan de bomen langs de dijk waar zij hun oorsprong aan ontleenden, ontsprongen glimpen die hij wel kon herkennen maar niet kon plaatsen. Net als de schaduwen groeiden zij gestaag in het vruchtwater van de nacht, hun takken uitstrekkend naar zijn ogen die probeerden deze geestverschijningen te vangen. Steeds moeizamer bleven zijn benen gehoorzamen aan de nimmer eindigende taak om hem voort te dragen naar zijn eindbestemming die steeds meer te vervagen leek in het naderende duister. Hij probeerde zich te herinneren waarom hij in eerste instantie op zijn fiets was gestapt en aan zijn reis was begonnen, maar hoezeer hij ook trachtte op een beweegreden of op een einddoel te komen, op een sluitend antwoord waarom hij besloten had om de lange, rechte weg op de dijk af te rijden kon hij niet komen.

Door Mitchell van Vuren

> zie hier het winnende verhaal