Cultuur
Boekenweekgeschenk-auteur Ilja Leonard Pfeijffer: ‘Stoppen met schrijven was geen optie’
Auteur, dichter en classicus Ilja Leonard Pfeijffer brengt in zijn Boekenweekgeschenk een ode ‘aan het leger liefhebbers dat het literaire bedrijf mogelijk maakt’. Maar daarna volgt een historische roman waarin hij ‘eindelijk al die jaren aan de Leidse universiteit te gelde gaat maken’.
Pim Bakx
donderdag 7 april 2022
Foto Keke Keukelaar

Hoe was uw studententijd?
‘Ik herinner me het als een heel constante, vrolijke en leuke periode. Ik heb altijd in hetzelfde studentenhuis gewoond, Hogewoerd 189A. Ik heb daadwerkelijk vrienden voor het leven gemaakt. Maar je moet natuurlijk ook oppassen dat je niet zo een oude zak gaat worden die nostalgisch terugkijkt en alles gaat idealiseren. Dat is wel een gevaar.’

U heeft het vergeleken met een bruiloft, of het krijgen van een kind.
‘Het was voor het eerst dat ik het huis uit ging. Dat geldt natuurlijk voor iedereen, maar het is nog steeds een enorme verandering. Het geeft je een enorme sensatie van vrijheid, een bijna euforisch gevoel.
‘Ik vond studeren ook leuk. Ik had een goede studie gekozen, klassieke talen. De combinatie van een nieuw leven in Leiden met een vakgebied dat ik echt interessant vond, maakte het een heel fijne periode.’

Het deed u ook in een politiecel aan de Langegracht belanden.
‘Domme dingen doen waarop je later met enig gevoel van spijt en schaamte terugkijkt, maakt natuurlijk ook onderdeel uit van die nieuwe periode. Dat ik wel eens een boekje heb gestolen vind ik iets om minder trots op te zijn. Maar dat ik een valse naam gebruikte - Kovadic Haensel - om Augustinus binnen te komen, daar ben ik nog steeds trots op.’

'Mijn moeder spaart Boekenweekgeschenken. Straks is haar collectie eindelijk compleet'

In Brieven uit Genua (2016) beschrijft u ‘wildwesttaferelen’ aan de letterenfaculteit: er is een hoogleraar Latijn die ‘op een dag verscheen met een doorgeladen pistool’ vanwege een liefdesaffaire. Terwijl studenten wegduiken achter de archiefkasten, loopt hij schreeuwend door de vakgroep: ‘Ik schiet hem door zijn kop.’
‘Het is terecht dat je dat wilt factchecken. Het is voor een groot deel gebaseerd op geruchten, het is niet zo dat ik het zelf heb gezien. Wat ik doe in Brieven uit Genua, is die periode ook heel erg mythologiseren.
‘Het was wel zo dat de faculteit, en zeker onze vakgroep, in die tijd echt een soapopera was. Er gebeurde van alles. Verhoudingen tussen verschillende docenten waren soms buitengewoon gespannen. Er waren bij voortduring affaires die weer leidden tot jaloezie bij anderen. In grote lijnen klopt het wel.’

Waarom bent u uiteindelijk gestopt bij de universiteit?
‘Het was lange tijd mijn droom om het beroep van schrijver te combineren met mijn academische werkzaamheden. Ik heb dat ook een aantal jaren gedaan, alleen merkte ik dat het in de praktijk steeds lastiger werd. Het schrijven ging te goed en kostte te veel tijd. Ik bereikte een punt waarop ik besefte dat ik een keuze moest maken. Toen ik dat eenmaal doorhad, was kiezen niet moeilijk, want stoppen met schrijven zou geen optie zijn.’

Nu bent u de Boekenweek-auteur.
‘Als jij mij zou vragen of dat een eer is, moet ik natuurlijk verplicht antwoorden dat het een heel grote eer is, maar dat vind ik ook echt. Het is een eerbiedwaardige traditie die al vanaf de jaren ’30 bestaat. Alle grote Nederlandse schrijvers van de afgelopen eeuw hebben er een bijdrage aan geleverd. Dat ik nog een boekje mag toevoegen aan dat rijtje, legt natuurlijk een extra grote druk op mijn schouders. Daar komt nog bij dat mijn moeder alle boekenweekgeschenken spaart. Straks heeft ze dus eindelijk haar collectie compleet.’

Ilja Leonard Pfeijffer

Dichter en schrijver Ilja Leonard Pfeijffer (1968) studeerde klassieke talen aan de Universiteit Leiden, waar hij in 1996 promoveerde op een proefschrift over de Oudgriekse dichter Pindarus.

In 1998 debuteerde Pfeijffer met zijn dichtbundel van de vierkante man, waarmee hij een jaar later de C. Buddingh’-prijs won. In 2000 ontketende hij een polemiek door te stellen dat onbegrijpelijke poëzie beter is dan makkelijke poëzie.

Tot 2004 bleef Pfeijffer in Leiden werken als docent onderzoeker en columnist van Mare. Een aantal jaren later vertrok hij - op de fiets - naar de Italiaanse havenstad Genua, waar hij nog steeds woont en werkt.

Rupert, een bekentenis (2002) was het prozadebuut van Pfeijffer. Zijn internationale doorbraak kwam in 2013 met de roman La Superba, over de stad Genua en immigratie. Daarmee won hij de Libris Literatuur Prijs en de Tzum-prijs voor de beste literaire zin.

Later volgde onder meer de bestseller Grand Hotel Europa (2018) en Quarantaine, Dagboek in tijden van besmetting (2020), een bundeling van dagboek-achtige fragmenten over de uitbraak van corona in Noord-Italië. In dat jaar was Pfeijffer ook een van de Zomergasten. In dat tv-programma besprak hij massatoerisme, Berlusconi en zijn keuze om te stoppen met drinken.

Lijkt Monterosso mon amour op uw oude werk?
‘Het is totaal anders en op geen enkele manier autobiografisch. Het gaat niet over mij, ik kan je geruststellen in dat opzicht. Ik wilde een tijdloos verhaal maken over het belang van verhalen. Dat leek me toepasselijk voor de Boekenweek. Een ander idee dat ik had, vrijwel onmiddellijk, was dat ik heel graag als hoofdpersoon een van al die mensen zou willen kiezen die ik altijd tegenkom.’

Wie dan?
‘Bij al die literaire avondjes, lezingen en andere dingen die ik doe, zijn er altijd mensen die anoniem op de achtergrond het hele literaire bedrijf mogelijk maken. Ik wilde bij wijze van ode aan dat leger liefhebbers, een hoofdpersoon hebben zoals zij. Dat is dus het verhaal geworden van Carmen, een vrouw op zekere leeftijd die als vrijwilligster in de openbare bibliotheek werkt en literaire avondjes organiseert. Zij beleeft een groot avontuur.’

La Superba (2013) en Grand Hotel Europa (2018) waren maatschappelijk betrokken boeken. Welke thema’s wilt u nog aansnijden?
‘Het wordt steeds lastiger om hele scherpe duidelijke grenzen te trekken tussen fantasie en werkelijkheid, tussen feit en fictie. Sociale media zijn een heel duidelijk voorbeeld: ze lijken een instrument voor authenticiteit, maar als je kijkt hoe mensen ze daadwerkelijk gebruiken, geldt het tegenovergestelde. Politici worden tot in hun vingertoppen gespindoctord om authentiek over te komen. Dat komt omdat authenticiteit iets zeldzaams is geworden. Het is een probleem. Het is niet meer vanzelfsprekend.

‘Internet geeft in mijn persoonlijke leven een enorme vrijheid. Ik kan nu in Italië wonen en tegelijkertijd werken, ook voor Nederlandse kranten, dat had twintig jaar geleden niet gekund. Maar er is ook een keerzijde. Omdat de toegang tot kennis is gedemocratiseerd hebben mensen de illusie dat ze met een muisklik alle kennis hebben die specialisten ook hebben. Daardoor is er geen respect meer voor mensen die ergens voor hebben doorgeleerd.

‘Ik ben nu weer bezig met mijn oude vakgebied. Ik ben iets aan het schrijven dat zich bezighoudt met de klassieke wereld, en ik ben echt verbijsterd hoe toegankelijk alles is. Ik heb de Leidse universiteitsbibliotheek helemaal niet meer nodig.’

Wordt dat het volgende boek?
‘Ik ben bezig met iets dat ik nog nooit eerder heb gedaan, namelijk een historische roman. Het speelt zich af in het Oude Griekenland, dus daar heb ik wel een beetje voorbereiding op gehad. Maar het is een groot project dat veel onderzoek vergt, dus het verschijnt in ieder geval pas in 2023. Ik kan nu eindelijk eens een keer al die jaren aan de universiteit te gelde gaan maken.’


Ilja Leonard Pfeijffer, Monterosso mon amour. Boekenweekgeschenk.

De Boekenweek vindt plaats van 9 t/m 18 april. Op vrijdagavond 15 april wordt Ilja Leonard Pfeijffer geïnterviewd in boekhandel Kooyker, aanvang: 20:00 u (inmiddels uitverkocht).

Na afloop zullen ook de winnaars van de Mare-Kooyker Kerstverhalenwedstrijd worden gehuldigd.