
‘Ik heb heel wat House of Cards-momentjes gehad’, zegt Julika Rudelius. Toen de kunstenares politici zocht om in haar film te spelen merkte ze hoe ze zelf door een lobbyist eindeloos werd bespeeld. ‘Hij belde me midden in de nacht op en nodigde me bij hem thuis uit. Hij had zomaar echt in House of Cards kunnen spelen.’
In haar video-installatie Rites of passage solliciteren jonge studenten bij gevestigde politici in Washington. De mannen gaan dicht tegen de jongens staan en kijken hen indringend aan, de jongens kijken vol bewondering naar hen op. Rudelius: ‘Je ziet vaak dat hele seksuele gebaren gebruikt worden, maar dat die niet betekenen “ik wil wat met jou” maar “dit kan ik met jou”. Hoe kun je bij jezelf blijven als je vanaf het begin af aan vernederd wordt?’ Maar tegelijkertijd is alles manipulatie, zegt ze. ‘De jongens manipuleren met hun schoonheid en jeugd.’
In de film zeggen de personages steeds dezelfde dingen: ‘The moment there is a flicker of self-criticism, the magic falls away.’ Of: ‘It’s about the messenger, not the message’. ‘Zo wil ik laten zien dat de woorden van politici totaal leeg zijn. Toen ik de film draaide, rond de verkiezing van Obama, dacht iedereen nog dat politici het volk dienen. Nu is het alleen nog maar toneelspel. Als je in de politiek omhoog wilt, moet je constant buigen, behalve als je geld hebt. Ik vraag mij af: waarom willen we of door een stinkrijke of door een compleet vernederd persoon geregeerd worden? Beide kunnen niet meer vrij nadenken.’
Birkenau, het schilderij van Ronald Ophuis, veroorzaakte een storm aan brieven van kinderen van Holocaustoverlevenden. ‘Het beeld dat kinderen van hun ouders als slachtoffer hadden werd geschaad, doordat de Auschwitzgevangenen in Birkenau een vrouw misbruiken. De overlevenden zelf hadden geen moeite met het beeld.’
Ophuis bezoekt plaatsen waar geweld heeft plaatsgevonden, zoals Srebrenica, en interviewt daar mensen die het meegemaakt hebben. In zijn atelier maakt hij een foto van acteurs die de scène naspelen waarmee hij vervolgens een schilderij maakt. De interesse voor de motieven van geweld heeft hij altijd gehad: ‘Al als kind in de kerk verwonderde ik mij waarom het volk schreeuwde om de executie van Jezus’.
Toch schuwt hij ervoor zijn schilderijen een moreel kader te geven. ‘Met het slachtoffer identificeren geeft je een zuiver gevoel over jezelf. Maar ik vraag me af, wat zouden die mensen zelf doen in die situatie?’ Slachtofferschap maakt niet heilig, volgens Ophuis, en is vooral vernederend. ‘Wroeging, spijt kom je heel weinig tegen bij daders, ook al willen slachtoffers dat heel graag horen. Ik wil dat mensen zich door mijn schilderijen kunnen verplaatsen in het geweld van een ander: kindsoldaten zijn geen enge jongens. Een samenleving komt niet verder als mensen zich niet ook kunnen identificeren met het kwaad.’
Waar Rites of passage waarschuwt over de afbraak van de democratie als een arena van lege uitspraken waar een politicus nooit echt gekend kan worden - is Birkenau een oproep voor meer inzicht in geweld. Want, zegt hij: ‘Geweld huist in ons allemaal.’
Tentoonstelling Might as well, Nest, De Constant Rebecqueplein 20b, Den Haag, t/m 13 mei