Columns & opinie
Columnist Maia werd betoverd door een knappe straatverkoper
'Tien minuten later bleef ik achter zónder zijn telefoonnummer, maar mét een proefabonnement op De Gelderlander - terwijl ik al meer dan een half jaar in Leiden woonde.'
Maia de Quay
donderdag 14 november 2019

Je kent het wel, je checkt uit op Leiden Centraal en ziet er al een stuk of drie op het Stationsplein staan. Je probeert druk je lijken op je telefoon, je OV op te bergen in je portemonnee of zogenaamd iets te zoeken in je tas…

Maar helaas.

Of ze je nou een abonnement willen aansmeren of je niet-zo-eenmalig willen laten doneren voor een of ander goed doel, je komt niet om ze heen. Met een beetje geluk weet je de piranha-blik van een straatverkoper te vermijden, maar als je pech hebt en je toch één seconde blikken met een van deze gladde nekken kruist en je passen vertraagt, is het voorbij. 

‘Ik ben maar een arme student, sorry.’ ‘Ik heb haast.’ ‘Ik doneer al.’ Seen it, been there, done that.

Al je sterke en niet zo sterke smoesjes worden doorgeprikt voordat je één keer met je ogen knippert. Het lijkt wel alsof er ‘Ik lieg! Guilt-trip mij!’ op je voorhoofd staat. ‘Oh, dan loop ik toch een stukje met je mee?’ ‘Maar we hebben hele voordelige pakketten, hoor!’ ‘Oh echt? Wat doneert u precies?’

Nog voordat je aardig maar vastberaden kan antwoorden met nee, of – minder aardig, maar even vastberaden – dat het de desbetreffende Nigel helemaal geen anjer aangaat hoeveel je al doneert, merk je op dat je zojuist de grootst denkbare fout in het universum hebt gemaakt. Je bent stil gaan staan. Shit. Nigel grijnst, hij weet het ook. In je hoofd hoor je sirenes loeien, alarmbellen afgaan en zie je rood-blauw zwaailicht.

Zelf heb ik mijn titel van professioneel ontwijker-van-straatparasieten verdiend nadat ik door schade en schande heb geleerd wat het betekent om een gesprek aan te gaan met een van deze ratten. Ik had, helaas voor mij, op een donkere dag te maken met een heel knap exemplaar, en onderschatte de invloed die Knappe Rat op me zou hebben volledig.

Knappe Rat vroeg me namelijk of ik even met hem wilde praten, omdat hij nog maar tien minuten hoefde te werken en hij geen zin meer had om nog heel veel te doen. Totaal beïnvloed door het uiterlijk van Knappe Rat besloot ik dat ik de flauwste niet was, en stemde in.
Tien minuten later bleef ik achter zónder het telefoonnummer van Knappe Rat, maar mét een proefabonnement op De Gelderlander – terwijl ik al meer dan een half jaar in Leiden woonde.

Ongetwijfeld zegt dit hele voorval meer over mijn naïviteit en algehele domheid dan over de persoonlijkheid van Knappe Rat, maar om mezelf en mijn portemonnee in de toekomst te beschermen, heb ik toen besloten om voor de rest van mijn leven bitter te zijn naar alle straatverkopers. Hoe mooi ze ook mogen zijn.

Maia de Quay is student rechten