Cultuur
Haas(t) kinderlijk eenvoudig
Tot aan de heropening van Museum De Lakenhal stort masterstudent film & photographic studies Eliza Jordaan zich op de verborgen schatten. Deze week: ‘Is dit kunst? Dat kan een klein kind ook.’
Eliza Jordaan
donderdag 18 april 2019

Pasen gaat gepaard met hazen. Of eigenlijk één: de paashaas. Tenminste, in mijn beleving dan. Iedereen geeft natuurlijk een eigen invulling aan Pasen: in folie gewikkelde chocolade-eitjes verstoppen (om ze vervolgens nog maanden later in beschimmelde toestand terug te vinden), je tegoed doen aan ijverig gerolde Danerol-croissantjes tijdens de familiebrunch of juist stilstaan bij de religieuze betekenis van deze dagen.

Hoe dan ook leek dit haasje me wel toepasselijk. Maar wat doet dit in een museumcollectie? ‘Is dit kunst? Dat kan een klein kind ook.’

Oh, wacht.

Het ís van een klein kind.

Bijna vijf was het jochie toen hij dit op papier zette. De kleine Floris zou uitgroeien tot een bekende Leidse kunstschilder. Floris Verster was grofweg honderd jaar geleden actief, zijn oeuvre inmiddels verspreid over Nederlandse musea.

Maar is dit Haasje te beschouwen als het werk van een kunstenaar? Jazeker. Hij heeft het immers ooit gemaakt. En ook zeker niet, het is een kleutertekening. Toch is het waardevol om dit als museum in de collectie te hebben. Want hoe bijzonder is het om te zien hoe een kunstenaar stappen zette, en welke vaardigheden hij of zij al bezat op jonge leeftijd?

De eerdere opmerking ‘dit kan een klein kind ook’ wordt veelal geassocieerd met moderne kunst. Denk aan werken van Picasso, Klee, Appel. Wat niet iedereen weet is dat Picasso al op jonge leeftijd een weergaloos tekenaar en schilder was. Zoek maar een paar werken uit zijn vroege jaren op en je bent geheid onder de indruk.

Misschien denk je bij Picasso vooral aan felgekleurde figuren met scheve neuzen en ogen op de verkeerde plek. Kubistische schilderijen die wellicht ‘kinderlijk’ ogen. Hij koos niet voor het schilderen van ‘simpele’ vlakken omdat hij niet beter kon. Integendeel. Hij was zó goed dat hij steeds een nieuwe uitdaging zocht.

Sommige kunstenaars bereiken een sterrenstatus en onnavolgbare roem. Alles wat een kunstenaar aanraakt is dan waardevol. Ik hoorde ooit hoe Picasso in een latere fase van zijn leven in restaurants betaalde door wat snelle tekeningen op een servetje te maken. Wie hoeft er geld op zak te hebben wanneer iedere pennenstreek goud waard is? Geen flauw idee of deze anekdote op waarheid berust. Maar doet het ertoe? Voor sommige kunstenaars is enkel het bewijs van hun aanwezigheid al voldoende.

Zo ook de kleine Verster.

Toch een verdomd goed haasje voor zo’n jonge maker.