Studentenleven
Clubje 'We worden sowieso dronken'
vrijdag 1 februari 2019

Maria Cabrera (24, European Law, Venezuela): ‘We werken al zeven maanden aan een hypothetische rechtszaak over staatsteun. Daarbij gaat het over of het goed is dat de staat een bepaald bedrijf voortrekt door financiële hulp te bieden.’
Daniel Carter (29, European Law, Engeland): ‘Eerst schrijven twintig teams een betoog, waarvan de beste twaalf naar de regionale rondes in Praag, Maastricht, Leuven of Luik mochten. Wij kwamen erdoorheen en gingen naar Praag. Daar hebben we gewonnen en daarom zullen we deze week tegen de laatste teams strijden in Luxemburg.’
Arelie Villaneuva (21, European Law, Frankrijk): ‘Moot Court is het vak bij Rechten waarbij je leert pleiten. De setting tijdens zo’n rechtszaak is net zoals in het echt: je hebt een rechter, een aanvallende en een verdedigende partij.’
Ruth Foulis (24, European Law, Schotland): ‘De dag van tevoren hoor je welke partij je vertegenwoordigt. Maria en Daniel hebben de aanklagende partij voorbereid en Arelie en ik de verdediging.’
Foullis: ‘In Luxemburg krijgen we echte toga’s aan.’
Cabrera: ‘Ik heb nog nooit een toga gedragen. Ik ben bang dat ik erin zal verdwijnen.’
Carter: ‘We moeten nog inpakken, maar zo eerst nog de bibliotheek in. En eten? Daar doen we niet aan.’
Cabrera: ‘Ik heb niet eens tijd voor een sociaal leven naast mijn master, scriptie en deze wedstrijd. Laat staan dat ik tijd heb om boodschappen te doen.’
Foulis: ‘De competitie is een goede praktische ervaring naast de studie. Daarnaast is het ook een goede manier om te netwerken, want je doet na de rechtszaak gewoon een drankje met echte rechters en scouts.’
Carter: ‘We mogen ook naar fancy diners en er is een groot eindfeest. Of we nou winnen of niet, één ding is zeker: ik ben sowieso dronken.’
Cabrera: ‘We hebben wel vertrouwen in de zaak, maar je weet nooit welke random vragen de rechters gaan stellen.’
Foulis: ‘De rechtszaal is een intimiderende plek. Negen rechters kijken letterlijk op je neer, omdat zij veel hoger zitten. Ook weet je dat er honderden mensen mee zitten te kijken.’
Cabrera: ‘Elke dag ben ik bang voor een black-out op het moment suprême. Of dat de rechters je vragen gaan stellen in het Frans en ik ze niet kan beantwoorden.’
Carter: ‘Het is een tweetalige competitie: je schrijft en spreekt zowel Frans als Engels. Arelie is Frans en Ruth spreekt ook vloeiend Frans. Toen we hun hoorden spreken dachten Maria en ik: die moeten we in ons team hebben.’
Villaneuva: ‘Je krijgt bonuspunten als je tijdens de zaak Frans of Engels spreekt, behalve als het je moedertaal is. Ik krijg dus voor Frans geen punten, maar wel weer voor Engels.’
Carter: ‘Toen ik een vriend vroeg hoe het met zijn scriptie ging, zei hij: “It’s going one directive”. Toen dacht ik: da’s een goede naam. De grap is dat de richtlijnen van de Europese Unie directives worden genoemd. Daarnaast lijkt het heel erg op de band One Direction.’
Villaneuva: ‘Maar daar hebben we niks mee hoor. Ik ken hun nummers niet eens.’
Door Veerle van der Gracht