Dinsdag verscheen het campusprotocol van de universiteit waarin alle regels en afspraken rond corona zijn gebundeld voor studenten en medewerkers. Het protocol gaat maandag 31 augustus, het begin van het nieuwe collegejaar, in.
Voor medewerkers die al maanden thuiszitten en dat helemaal zat zijn, is er geen goed nieuws. ‘Voor al onze medewerkers blijft thuiswerken voorlopig de norm,’ aldus het stuk. ‘Docenten kunnen voor hun ingeroosterde onderwijs naar de universiteit komen. Andere medewerkers moeten toestemming hebben van hun leidinggevende om naar de universiteit te komen.’
Uiteraard gelden overal de RIVM-richtlijnen. ‘Het protocol is niet vrijblijvend,’ aldus het document. ‘Medewerkers en studenten die zich niet aan dit protocol houden, kunnen hierop worden aangesproken. Volg alle aanwijzingen op de posters, borden en schermen, en van medewerkers van het UFB, traffic coaches en docenten op.’
Al eerder werd bekend dat het onderwijs om half negen ’s ochtends begint en eindigt om kwart over negen ’s avonds. De zaterdag kan in noodgevallen gebruikt worden voor colleges en tentamens, maar geen van de opleidingen is dat vooralsnog van plan.
‘Uit onze inventarisatie blijkt dat tussen twintig en dertig procent van het onderwijs fysiek wordt, maar dat percentage verschilt per opleiding’, zei vicerector Hester Bijl tijdens de universiteitsraadsvergadering maandag over het onderwijs tijdens corona.
In het protocol wordt ingegaan op de ventilatie van de gebouwen. ‘Alle onderwijsruimten zijn voorzien van mechanische ventilatie. Deze ventilatie wordt een uur eerder gestart en twee uur later gestopt dan normaal en er vindt geen recirculatie plaats’, schrijft de universiteit.
De raad wil voorkomen dat studenten en medewerkers die geen risico willen lopen op besmetting onder druk worden gezet om toch naar college of kantoor te komen. Niet iedereen ziet het namelijk zitten om fysiek aanwezig te zijn op de universiteit. Bijvoorbeeld omdat zij zelf tot een risicogroep behoren of omdat zij voor iemand zorgen die in een risicogroep zit. Het protocol gaat niet in op deze kwestie.
‘De veiligheid van medewerkers en studenten staat natuurlijk voorop’, benadrukte Bijl tijdens de raadsvergadering.
Als een student niet fysiek aanwezig kan zijn op de universiteit, dan zoekt de opleiding naar een oplossing. In eerste instantie wordt er gekeken of de persoon het onderwijs online kan volgen. Mocht dat niet haalbaar zijn, dan kan de student extra opdrachten doen die het fysieke college of practicum vervangen. Lukt dat ook niet, dan is er nog de mogelijkheid dat de student geoorloofd afwezig is.
Als het om leden van het personeel gaat, dan moet dat ‘lokaal worden opgelost in een gesprek tussen de betreffende werknemer en diens leidinggevende,’ vertelde Bijl, die met de vicedecanen van de faculteiten over deze kwestie heeft gesproken. ‘Ik heb gevraagd of er acute problemen zijn en kreeg als antwoord dat voor alles een oplossing is gevonden.’
Bijl ging ook in op de quarantainemaatregelen die gelden voor studenten en medewerkers die terugkeren of komen uit een land met een oranje of rood reisadvies. Zij mogen tien dagen niet naar de universiteit komen, ongeacht of zij klachten hebben. Ook studenten en medewerkers met klachten die kunnen wijzen op corona moeten thuisblijven.
‘We hebben ook extra voorzieningen getroffen voor internationals die hiernaartoe komen en tien dagen in quarantaine moeten’, zei Bijl. ‘Dat is natuurlijk voor hen heel ingewikkeld met boodschappen en dergelijke. Dus we hebben een buddynetwerk opgezet om deze studenten te helpen. Bijvoorbeeld door boodschappen te doen en die voor de deur af te zetten. Van dit netwerk wordt gebruik gemaakt, maar minder dan we hadden verwacht.’
Tijdens de raadsvergadering werd ook gesproken over het noodfonds voor promovendi en postdocs van wie het onderzoek is vertraagd door de coronacrisis. De universiteiten hebben gezamenlijk afgesproken om 0,45 procent van de zogeheten loonruimte in 2020 te reserveren voor het financieren van PhD’s en postdocs die door corona in de problemen zijn gekomen.
Buiten- en beurspromovendi vallen niet onder deze regeling. Het college van bestuur liet maandag tijdens de universiteitsraadsvergadering weten geen extra centraal geld in het noodfonds te storten. De regeling komt namelijk voort uit cao-onderhandelingen tussen de vakbonden en universiteitenvereniging VSNU.
In de Leidse corona-noodpot zit 1,1 miljoen euro. Vorige week werd bekend dat 84 ‘schrijnende gevallen’ een verlenging van hun contract met maximaal drie maanden krijgen. ‘De decanen hebben lijsten opgesteld met daarop gevallen waar je pijn van in je buik krijgt,’ zei rector Carel Stolker. ‘Als nu blijkt dat er nog een paar gevallen buiten de boot zijn gevallen en toch in de boot moeten worden gehesen, dan kan dat. Er is nog een beetje geld over uit het fonds.’
Maar hoe voorkomt het college dan dat beurspromovendi verdrinken? Wilde de raad weten. ‘Ik heb met de decanen gesproken over deze groep. Zij kijken wat ze kunnen doen voor beurspromovendi die in de problemen zijn gekomen.’ De faculteiten moeten eventuele contractverlengingen wel ‘uit eigen zak’ betalen.
Stolker ging ook in op mogelijke ondersteuning van buitenpromovendi die in de problemen zijn gekomen. ‘Daar kan ik nu geen harde uitspraken over doen. Het is ook een enorm gevarieerde groep. Maar als er signalen zijn dat het niet goed gaat, dan moeten we kijken of het college en met name de faculteiten iets kunnen doen.’