In andere studentensteden zoals Rotterdam, Groningen en Utrecht is Oma’s Soep al een groot succes. Studenten halen bij winkels groenten op die niet meer verkoopbaar zijn, maar nog wel eetbaar, bijvoorbeeld paprika’s met een deukje erin, en die verwerken ze samen met ouderen op de wekelijkse kookavond tot soep. Zo bestrijden ze zowel voedselverspilling als eenzaamheid.
Net voor de coronacrisis zijn Aimee Hooft Graafland (20, communicatie) en Pleuntje Verrips (20, rechten) samen met vier anderen begonnen om het ook in Leiden op te zetten. ‘Ik wist dat het in Groningen bestond’, vertelt Hooft Graafland. ‘En het leek me al megaleuk om dat ook hier te doen. Dus toen er een oproep in de nieuwsbrief van Minerva stond om het in Leiden te beginnen, heb ik gelijk gereageerd.’
Verrips heeft een vriendin die in Rotterdam vrijwilliger is, dus ook zij kende het concept al. ‘Hoe leuk om dat ook in Leiden te gaan doen, dacht ik. Het lijkt me heel erg dankbaar. We krijgen ook heel veel positieve berichten: iedereen wordt er enthousiast van.’
Voorlopig bezorgen
Helaas voor de enthousiaste studenten kwam net nadat ze waren begonnen corona om de hoek kijken, dus ze hebben nog niet daadwerkelijk soep kunnen maken. ‘Het is nu natuurlijk niet bepaald verstandig om met ouderen te gaan koken’, zegt Verrips.
In plaats daarvan willen ze soep gaan rondbrengen. Hooft Graafland: ‘Zodat we dus wel contact hebben met ouderen, maar geen fysiek contact. Met een tasje aan de deur, op anderhalve meter afstand, met handschoentjes enzo.’
De vrijwilligers stromen binnen: elke dag melden een hoop studenten zich via Instagram. Hoewel de zes oprichters zelf allemaal lid zijn van Minerva, heeft de vereniging er zelf verder weinig mee te maken. ‘We willen juist ook graag vrijwilligers van Augustinus, Quintus en andere verenigingen, zodat het een grote diverse groep wordt’, zegt Hooft Graafland.
De studenten hebben ook al contact met een paar winkels die hun overgebleven groenten wel weg zouden willen geven. Alleen de ouderen laten nog een beetje op zich wachten. ‘We hebben contact met allerlei buurthuizen, maar die hebben vaak al veel activiteiten staan. En ze moeten er ook maar op vertrouwen dat we een goed idee hebben en dat we niet een paar keer willen komen, maar voor een langere periode en elke week.’
Eerst aankijken
‘Ouderen zijn ook wat meer afwachtend als ze iets niet kennen’, denkt Verrips. ‘Het is een nieuw concept, dus ze willen eerst aankijken wat het precies is.’
Voor nu is het dus vooral zoeken naar ouderen om soep bij te bezorgen en om in de toekomst elke week een avond samen mee te koken. Ze kijken uit naar het moment dat dat echt van start kan gaan, zegt Hooft Graafland. ‘Van verhalen uit andere steden weten we dat het heel leuk is, dat daar hele fanatieke ouderen zijn die elke keer weer naar zo’n kookdag komen en een hechte band hebben met de vrijwilligers.’
Verrips: ‘Als je elke week iets samen doet, bouw je natuurlijk vanzelf iets op. In Groningen heb je bijvoorbeeld opa Piet, die kent iedereen. Hij is ongeveer een celebrity op hun Instagram. Echt fantastisch.’