Columns & opinie
Zenuwplasjes en vlinders in mijn buik: waarom ik (als enige) de Africa Cup volg
Bijna niemand kijkt naar het Afrikaans kampioenschap voetbal, maar als Egyptenaar in den vreemde kan ik nergens anders over praten.
Omar Ghaly
woensdag 19 januari 2022

Wanneer het Nederlands elftal mag aantreden tijdens een WK of EK is het onmogelijk te missen. Supermarkten komen met ludieke spaaracties, B-artiesten brengen allerhande voetbalsingles uit die, hopen ze, eeuwig verbonden blijven met de roem en glorie die onze nationale equipe op zo een toernooi kan behalen.

Het is een stuk eenvoudiger om niet door te hebben dat op dit moment de Africa Cup of Nations wordt gespeeld, het Afrikaans kampioenschap voetbal. Althans, dat geldt voor de mensen die niet in mijn directe omgeving verkeren. Deze dagen praat ik, als Egyptenaar in den vreemde, namelijk nergens anders over.

Op een dag dat Egypte moet aantreden voor een wedstrijd heb ik zo mijn vaste ritueeltjes. Het begint er al mee dat ik wakker word met een vaag gevoel van verliefdheid. De vlinders fladderen vrolijk in mijn buik en ik kan niet geloven dat het mogelijk is dat de wedstrijd verloren zal gaan.

Om alvast in de stemming te komen draai ik mijn vaste riedeltje voetballiedjes af en herleef ik de gloriedagen dat wij – winnen doe je altijd gezamenlijk – drie edities op rij de Africa Cup wisten te winnen.

Iedereen die de pech heeft om mij dan tegen te komen wordt getrakteerd op een tactische analyse van de steeds maar weer kerende kansen van het Egyptische elftal. Ik leg uit waarom de coach een onbenul is. Waarom het belachelijk is dat speler X niet speelt en waarom het nog belachelijker is dat speler Y wel mag aantreden in de basiself.

Ik lepel feitjes op over eerdere ontmoetingen tussen beide teams en als afsluiter voorspel ik alvast de score.

Ik zeg altijd 2-0 voor Egypte en iedere keer meen ik het echt.

‘Als huisgenoten geschreeuw horen, hoeven ze niet te vrezen voor mijn gezondheid: ik kijk gewoon voetbal’

Op het moment dat de wedstrijd op het punt staat van beginnen doe ik nog snel een zenuwplasje, zodat ik niet tijdens de eerste helft opeens weg moet en dan net – zul je altijd zien – een goal moet missen. Als het tijd is voor het volkslied sta ik fier op en zing ik het Biladi, Biladi, Biladi mee uit volle borst.

Van tevoren waarschuw ik ook altijd mijn huisgenoten. Als zij geschreeuw horen uit mijn kamer hoeven ze niet te vrezen voor mijn gezondheid of welbevinden, ik kijk gewoon voetbal. Het gebeurt regelmatig dat ik gedurende de wedstrijd een appje krijg met de vraag of Egypte gescoord heeft. Meestal is het antwoord dan ‘bijna’. Met gepaste trots kan ik zeggen dat ik van de buren nog nooit een klacht heb ontvangen.

Zo maak ik dan de wedstrijd mee. Met de handen voor het gezicht als het slecht gaat en het spel niet om aan te gluren is, en met een glimlach als alles precies zoals voorspeld gaat en Egypte al snel met 2-0 voor staat.

Ik weet nog niet hoe ik het ga vieren als we uiteindelijk de trofee omhoog mogen tillen – al schat ik de kans met dit huidige team vrij laag in – maar als ik een auto had zou ik van plezier gaan toeteren.


Omar Ghaly is student Egyptologie